De elektronische studiegids voor het academiejaar 2025 - 2026 is onder voorbehoud.





Natuurkunde en Technologie voor Informatici (9010)

  
Coördinerend verantwoordelijke :Prof. dr. ir. Koen VANDEWAL 
  
Lid van het onderwijsteam :De heer Bram BIJNENS 


Onderwijstaal : Nederlands


Studiepunten: 3,0
  
Periode: semester 1 (3sp)
  
2de Examenkans1: Ja
  
Eindcijfer2: Numeriek
 
Examencontract: niet mogelijk


 
Volgtijdelijkheid
 
   Geen volgtijdelijkheid

Organisatie- / Werkvormen
Organisatievormen  
Hoorcollege  
Responsiecollege  




Eindcompetenties
bachelor in de informatica
  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor informatica is zich bewust van de ethisch-maatschappelijke context waarin informatica gebruikt wordt. Hij/zij kan ethische en deontologische problemen herkennen en analyseren, en hiernaar handelen.

     
  •  DC 
  • De student kan de maatschappelijke impact van wetenschap, en in het bijzonder informatica, duiden.

      
  •  BC 
  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor informatica is zich bewust van informatica als wetenschappelijke discipline, toont een kritische ingesteldheid en kan een standpunt innemen en verdedigen op basis van verworven kennis en inzicht.

     
  •  DC 
  • De student kan problemen van matige tot redelijke complexiteit op een wetenschappelijke manier onderzoeken en systematisch aanpakken.

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor informatica kan gefundeerd redeneren, abstraheren en formaliseren, gebruik makend van kennis van en inzicht in de wiskundige basis van de informatica.

     
  •  DC 
  • De student kan een correcte logische redenering opbouwen.

      
  •  BC 
  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor informatica kan in teamverband werken aan een project van matige complexiteit. Hierbij zijn niet alleen vakinhoudelijke aspecten van belang maar ook communicatieve en sociale vaardigheden en het kunnen maken van goede taakafspraken.

     
  •  DC 
  • De student is vertrouwd met de principes van effectief en efficiënt groepswerk.

      
  •  BC 
  •  
  •  DC 
  • De student kan constructief samenwerken aan een opdracht of project.

      
  •  BC 
  •  
  •  DC 
  • De student kan in samenwerking met groepsleden de prioriteiten van een opdracht of project bepalen.

      
  •  BC 
  •  
  •  DC 
  • De student kan in samenwerking met groepsleden een taakverdeling opstellen en, indien nodig, bijsturen.

      
  •  BC 
  •  
  •  DC 
  • De student kan in samenwerking met groepsleden een werkplan opstellen en, indien nodig, bijsturen.

     
  •  DC 
  • De student kan op een constructieve manier communiceren met groepsleden over het project.

     
  •  DC 
  • De student kan reflecteren op het eigen functioneren in een groepswerk en, indien nodig, het eigen handelen bijsturen.

      
  •  BC 
  •  
  •  DC 
  • De student kan reflecteren op het functioneren van de groepsleden binnen de samenwerking.

      
  •  BC 
  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor informatica kan over het eigen werk rapporteren en communiceren, en kan het presenteren, aan informatici.

     
  •  DC 
  • De student kan de principes van een goede communicatie uitleggen.

      
  •  BC 
  •  
  •  DC 
  • De student kan een geschikte tool voor een presentatie selecteren en gebruiken.

     
  •  DC 
  • De student kan het eigen werk mondeling presenteren aan informatici.

      
  •  BC 
  •  
  •  DC 
  • De student kan het eigen werk mondeling verdedigen tegenover informatici.

     
  •  DC 
  • De student kan over het eigen werk schriftelijk rapporteren op het niveau van informatici.

      
  •  BC 
 

  EC = eindcompetenties      DC = deelcompetenties      BC = beoordelingscriteria  
Aangeboden inTolerantie3
2de bachelorjaar in de informatica J



1   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2.
2   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
3   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.