Vakdidactische expertise: onderzoek in de praktijk (9033) |
| Onderwijstaal : Nederlands |
| Studiepunten: 5,0 | | | | Periode: semester 1 (0sp) semester 2 (5sp)  | | | | | 2de Examenkans1: Ja | | | | | Eindcijfer2: Numeriek |
| | | Examencontract: niet mogelijk |
|
Volgtijdelijkheid
|
| |
|
Geen volgtijdelijkheid
|
|
|
|
|
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
|
|
Demonstraties ✔
|
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
|
Semester 2 (5,00sp)
| Evaluatievorm | |
|
| Schriftelijk examen | 50 % |
|
| Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
| Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Na akkoord van het moduleteam |
|
|
|
|
|
|
|
|
| Mondeling examen | 50 % |
|
| Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
| Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Na akkoord van het moduleteam |
|
|
|
|
|
|
|
|
| Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
| Voorwaarden |
- Het uitvoeren van de praktijkopdracht is verplicht en gebeurt ten laatste tegen eind juni.
- Tijdige inlevering van de paper is verplicht.
- Deelname aan de mondelinge voortzetting is verplicht.
Het niet voldoen aan een van de evaluatievoorwaarden resulteert in een onvoldoende voor dit opleidingsonderdeel. |
|
|
|
| Gevolg | Studenten moeten binnen de onderwijsperiode van dit OPO alle praktijkopdrachten gerealiseerd hebben om in aanmerking te kunnen komen voor een tweede examenkans. Dit betekent dat studenten ten laatste eind juni de praktijkopdracht moeten gerealiseerd hebben om te kunnen slagen voor de tweede examenkans. Praktijkopdrachten kunnen niet tijdens de zomervakantie worden uitgevoerd. |
|
|
|
Tweede examenkans
| Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
| Toelichting evaluatievorm | Studenten herwerken hun voorbereiding, rekening houdend met de gekregen feedback van hun docent, en nemen deel aan de mondelinge voortzetting. Evaluatievoorwaarden tweede zittijd: - Het uitvoeren van de praktijkopdracht is verplicht en gebeurt ten laatste tegen eind juni. - Tijdige inlevering van de paper is verplicht. - Deelname aan de mondelinge voortzetting is verplicht. Het niet voldoen aan een van de evaluatievoorwaarden resulteert in een onvoldoende voor dit opleidingsonderdeel. |
|
|
|
|
 
|
| Aanbevolen studiemateriaal |
| |
Digitaal cursusmateriaal (studieleidraad, opdracht, wetenschappelijke literatuur, handouts practica, evaluatierubric) is beschikbaar via Blackboard |
|
|
Eindcompetenties Master in het basisonderwijs
|
- EC
| EC 1: De master in het basisonderwijs ontwerpt, verantwoordt en realiseert een krachtige klas- en schoolpraktijk op basis van actuele (inter)nationale pedagogische en (vak)didactische (voor minstens wiskunde en Nederlands) theoretische modellen en onderzoeksbevindingen. | - EC
| EC 11: De master in het basisonderwijs identificeert en analyseert complexe vraagstukken in het basisonderwijs, op basis van data, actuele wetenschappelijke inzichten, praktijkervaring, diverse perspectieven en maatschappelijke ontwikkelingen. | - EC
| EC 12: De master in het basisonderwijs voert zelfstandig praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek uit op methodologisch, deontologisch en ethisch correcte werkwijze en rapporteert transparant over het proces en de bevindingen. | - EC
| EC 13: De master in het basisonderwijs reflecteert kritisch en onderbouwd op onderzoeks-, professionaliserings- en ontwikkelprocessen en de eigen rol daarin. | - EC
| EC 14: De master in het basisonderwijs benut inzichten uit eigen en bestaand onderzoek om praktijkgerichte en beleidsmatige innovaties te ontwerpen en implementeren, met aandacht voor de specifieke context en de onderliggende wetenschappelijke kennisbasis. | - EC
| EC 15: De master in het basisonderwijs neemt initiatief om onderbouwd te experimenteren in complexe en veranderlijke onderwijscontexten. | - EC
| EC 2: De master in het basisonderwijs analyseert en evalueert kritisch pedagogisch-(vak)didactische keuzes op klas- en schoolniveau, op basis van wetenschappelijke inzichten en in relatie tot de onderwijscontext en de geldende beleidskaders. | - EC
| EC 3: De master in het basisonderwijs ontwikkelt en implementeert onderbouwde, innovatieve voorstellen ter versterking van de pedagogische en (vak)didactische praktijk en het beleid. | - EC
| EC 7: De master in het basisonderwijs ontwikkelt, implementeert en evalueert onderbouwde strategieën en interventies voor onderwijsverbetering, innovatie en kwaliteitsontwikkeling, in lijn met de visie, het beleid en de contextspecifieke data van de basisschool. |
|
|
|
| | EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
| Aangeboden in | Tolerantie3 |
|
Master in het basisonderwijs vakdidactische expertise verplicht
|
J
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
| 2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.
|
|