| Onderwijstaal : Nederlands |
| Studiepunten: 4,0 | | | | Periode: semester 2 (4sp)  | | | | | 2de Examenkans1: Ja | | | | | Eindcijfer2: Numeriek |
| | | Examencontract: niet mogelijk |
|
Volgtijdelijkheid
|
| |
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
| |
| |
|
Groep 1 |
| |
| |
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
| |
|
Bachelorproject INGenieur - Elektronica-ICT (3432)
|
9.0 stptn |
| |
|
Of groep 2 |
| |
| |
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
| |
|
Bachelorproject INGenieur - Informatica (4486)
|
9.0 stptn |
| |
|
|
|
Dit opleidingsonderdeel richt zich tot studenten met een sterke interesse in innovatief onderzoek die actief willen meewerken binnen één van onze onderzoeksgroepen aan een wetenschappelijke output. Dit kan bijvoorbeeld een aanvraag voor een PhD fellowship zijn, of een wetenschappelijke publicatie voor een journal of conferentie, of een deliverable voor een lopend academisch onderzoeksproject ... Wat past bijvoorbeeld niet binnen dit opleidingsonderdeel? Een uitbreiding van de masterproef, een externe bedrijfsstage, of een project zonder duidelijke wetenschappelijke onderzoekscomponent.
Dit opleidingsonderdeel is enkel op te nemen na selectie. Dit betekent dat de student vooraf zelf op zoek gaat naar een promotor (professor of postdoc verbonden aan de opleiding) en in samenspraak met deze promotor een kort onderzoeksvoorstel uitwerkt, met een duidelijke situering, onderzoeksobjectieven en een bondig werkplan. Indien de onderzoeksstage zich situeert in een onderzoeksdomein verwant aan de masterproef van de student, dient het onderzoeksvoorstel expliciet te duiden hoe beide gescheiden zijn. Het onderzoeksvoorstel wordt samen met een persoonlijke motivatiebrief aan de promotor en de coördinerend verantwoordelijke van de onderzoeksstage bezorgd. De coördinerend verantwoordelijke zal dit voorleggen aan het OMT van de betrokken opleiding: op basis van deze documenten, de studievoortgang en behaalde resultaten en een eventueel intakegesprek zal de student al dan niet goedkeuring krijgen om het opleidingsonderdeel op te nemen.
Dit opleidingsonderdeel vergt een grote mate van zelfstandigheid: de verantwoordelijkheid voor de uitvoering en planning van het onderzoekswerk ligt steeds bij de student. De promotor zal het proces begeleiden vanuit een adviserende rol. Hiertoe maken de student en promotor duidelijke werkafspraken en wordt er op regelmatige tijdstippen mondeling en/of schriftelijk gerapporteerd over de status van het werk. De student documenteert dit voldoende.
Om maximale flexibiliteit te bieden en de onderzoeksstage te kunnen afstemmen op externe deadlines, kan de student de onderzoeksstage in samenspraak met de promotor inplannen binnen de meest aangewezen periode van het academiejaar, wat aangegeven dient te worden in het onderzoeksvoorstel.
|
|
|
Semester 2 (4,00sp)
| Evaluatievorm | |
|
| Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 100 % |
|
| Andere: | De beoordeling van dit opleidingsonderdeel gebeurt door de promotor op
basis van het proces en de wetenschappelijke output, in overleg met de
coördinerend verantwoordelijke en leden van het OMT die als bijkomende
assessoren kunnen optreden. |
|
|
|
|
|
Tweede examenkans
| Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
|
| Verplicht studiemateriaal |
| |
De promotor dient ervoor te zorgen dat de student toegang heeft tot al het nodige materiaal. |
|
|
Eindcompetenties master in de industriële wetenschappen: informatica
|
- EC
| EC1 - De master in de industriële wetenschappen informatica kan in eigen professioneel denken en handelen -- met een gepaste ingenieursattitude en met continue aandacht voor de eigen vorming -- adequaat communiceren, effectief samenwerken, en rekening houden met de duurzame, economische, ethische, maatschappelijke en/of internationale context en is zich hierbij bewust van de impact op de omgeving. [people, data literacy and essential software skills] | | | - DC
| DC-M8 - kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | | - BC
| De student geeft blijk van een kritische ingesteldheid, kan het onderzoek situeren in een groter geheel en kan zelf alternatieven afwegen. | | | - DC
| DC-M9 - kan mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren. (communiceren) | | | | - BC
| De student kan vlot communiceren met de betrokken leden van de onderzoeksgroep en zorgt voor kwaliteitsvolle (tussentijdse) rapportering.
De student kan het geleverde onderzoekswerk op gestructureerde wijze verdedigen en daarbij opprofessionele manier in discussie gaan.
De student kan de wetenschappelijke output op gepaste wijze beschrijven, met een gepast taalregister en correcte vakterminologie. | | | - DC
| DC-M10 - kan constructief en verantwoordelijk functioneren als lid van een (multidisciplinair) team. (samenwerken) | | | | - BC
| De student kan actief meewerken in een (multidisciplinair) onderzoeksteam en verantwoordelijkheden opnemen. | | | - DC
| DC-M11 - handelt maatschappelijk verantwoord en binnen een internationaal kader. (internationaal gericht en maatschappelijk verantwoord handelen) | | | | - BC
| De student houdt, afhankelijk van de aard van het onderzoekswerk, rekening met relevante maatschappelijke factoren.
De student kan het onderzoekswerk kaderen binnen het internationale onderzoek in het relevante onderzoeksgebied. | | | - DC
| DC-M12 - geeft blijkt van een gepaste ingenieursattitude. (ingenieursattitude) | | | | - BC
| De student toont inzet en initiatief, met een professionele, verantwoordelijke, zelfstandige attitude.
De student geeft blijk van diepgaand wetenschappelijk inzicht in het onderzoeksgebied.
De student levert een bruikbarewetenschappelijke output af. | - EC
| EC2 - De master in de industriële wetenschappen informatica beheerst een geheel van kennis en vaardigheden omtrent het ontwerpen van geïntegreerde, resilient softwaresystemen en kan deze creatief concipiëren, plannen en uitvoeren als geïntegreerd deel van een methodologisch en projectmatig geordende reeks van handelingen binnen een multidisciplinair project met een belangrijke onderzoeks- en/of innovatiecomponent. [systeemdenken] | | | - DC
| DC-M1 - heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten) | | | | - BC
| De student verdiept en verbreedt de domeinspecifieke kennis relevant voor het onderzoekswerk. | | | - DC
| DC-M2 - heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen) | | | | - BC
| De student heeft inzicht in de domeinspecifieke begrippen en methodes relevant voor het onderzoekswerk. | | | - DC
| DC-M3 - kan problemen herkennen, activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen) | | | | - BC
| De student kan een realistisch werkplan opstellen, uitvoeren, opvolgen en bijsturen.
De student kan het werkplan omzetten in concrete, onderzoeksmatige taken. | | | - DC
| DC-M4 - kan informatie opzoeken, meten of verzamelen en correct refereren. (data verwerven) | | | | - BC
| De student kan relevante wetenschappelijke informatie verzamelen, kritisch in vraag stellen en refereren. | | | - DC
| DC-M5 - kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren) | | | | - BC
| De student kan wetenschappelijk relevante onderzoeksobjectieven definiëren en situeren op basis van een gedegen analyse. | | | - DC
| DC-M6 - kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen) | | | | - BC
| De student kan gepaste wetenschappelijke methodes selecteren om de onderzoeksobjectieven te realiseren en keuzes motiveren. | | | - DC
| DC-M7 - kan geselecteerde methodes en hulpmiddelen aanwenden om oplossingen en ontwerpen te implementeren. (implementeren en operationaliseren) | | | | - BC
| De student kan, afhankelijk van de aard van het onderzoekswerk, onderzoeksmatig een wetenschappelijke output realiseren. | | | - DC
| DC-M8 - kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | | - BC
| De student geeft blijk van een kritische ingesteldheid, kan het onderzoek situeren in een groter geheel en kan zelf alternatieven afwegen. |
|
|
|
master in de industriële wetenschappen: elektronica-ICT
|
- EC
| EC1 - De Master in de industriële wetenschappen: elektronica-ICT kan in eigen professioneel denken en handelen -- met een gepaste ingenieursattitude en met continue aandacht voor de eigen vorming -- adequaat communiceren, effectief samenwerken, en rekening houden met de duurzame, economische, ethische, maatschappelijke en/of internationale context en is zich hierbij bewust van de impact op de omgeving. | | | - DC
| DC-M8 - kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | | - BC
| De student geeft blijk van een kritische ingesteldheid, kan het onderzoek situeren in een groter geheel en kan zelf alternatieven afwegen. | | | - DC
| DC-M9 - kan mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren. (communiceren) | | | | - BC
| De student kan vlot communiceren met de betrokken leden van de onderzoeksgroep en zorgt voor kwaliteitsvolle (tussentijdse) rapportering.
De student kan het geleverde onderzoekswerk op gestructureerde wijze verdedigen en daarbij opprofessionele manier in discussie gaan.
De student kan de wetenschappelijke output op gepaste wijze beschrijven, met een gepast taalregister en correcte vakterminologie. | | | - DC
| DC-M10 - kan constructief en verantwoordelijk functioneren als lid van een (multidisciplinair) team. (samenwerken) | | | | - BC
| De student kan actief meewerken in een (multidisciplinair) onderzoeksteam en verantwoordelijkheden opnemen. | | | - DC
| DC-M11 - handelt maatschappelijk verantwoord en binnen een internationaal kader. (internationaal gericht en maatschappelijk verantwoord handelen) | | | | - BC
| De student houdt, afhankelijk van de aard van het onderzoekswerk, rekening met relevante maatschappelijke factoren.
De student kan het onderzoekswerk kaderen binnen het internationale onderzoek in het relevante onderzoeksgebied. | | | - DC
| DC-M12 geeft blijkt van een gepaste ingenieursattitude. (ingenieursattitude) | | | | - BC
| De student toont inzet en initiatief, met een professionele, verantwoordelijke, zelfstandige attitude.
De student geeft blijk van diepgaand wetenschappelijk inzicht in het onderzoeksgebied.
De student levert een bruikbarewetenschappelijke output af. | - EC
| EC2 - De Master in de industriële wetenschappen: elektronica-ICT beheerst een geheel van kennis en vaardigheden omtrent het ontwerpen van software en analoge en digitale systemen en kan deze creatief concipiëren, plannen en uitvoeren als geïntegreerd deel van een methodologisch en projectmatig geordende reeks van handelingen binnen een multidisciplinair project met een belangrijke onderzoeks- en/of innovatiecomponent | | | - DC
| DC-M1 - heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten) | | | | - BC
| De student verdiept en verbreedt de domeinspecifieke kennis relevant voor het onderzoekswerk. | | | - DC
| DC-M2 - heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen) | | | | - BC
| De student heeft inzicht in de domeinspecifieke begrippen en methodes relevant voor het onderzoekswerk. | | | - DC
| DC-M3- kan problemen herkennen, activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen) | | | | - BC
| De student kan een realistisch werkplan opstellen, uitvoeren, opvolgen en bijsturen.
De student kan het werkplan omzetten in concrete, onderzoeksmatige taken. | | | - DC
| DC-M4 - kan informatie opzoeken, meten of verzamelen en correct refereren. (data verwerven) | | | | - BC
| De student kan relevante wetenschappelijke informatie verzamelen, kritisch in vraag stellen en refereren. | | | - DC
| DC-M5 - kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren) | | | | - BC
| De student kan wetenschappelijk relevante onderzoeksobjectieven definiëren en situeren op basis van een gedegen analyse. | | | - DC
| DC-M6 - kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen) | | | | - BC
| De student kan gepaste wetenschappelijke methodes selecteren om de onderzoeksobjectieven te realiseren en keuzes motiveren. | | | - DC
| DC-M7 - kan geselecteerde methodes en hulpmiddelen aanwenden om oplossingen en ontwerpen te implementeren. (implementeren en operationaliseren) | | | | - BC
| De student kan, afhankelijk van de aard van het onderzoekswerk, onderzoeksmatig een wetenschappelijke output realiseren. | | | - DC
| DC-M8 - kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | | - BC
| De student geeft blijk van een kritische ingesteldheid, kan het onderzoek situeren in een groter geheel en kan zelf alternatieven afwegen. |
|
|
|
| | EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
| Aangeboden in | Tolerantie3 |
|
Master in de industriële wetenschappen: elektronica-ICT: specialisatie keuze selectie
|
J
|
|
master in de industriële wetenschappen: informatica: specialisatie keuze selectie
|
J
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
| 2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.
|
|