Veiligheid en beheer van industriële installaties (9066) |
| Onderwijstaal : Nederlands |
| Studiepunten: 3,0 | | | | Periode: semester 1 (3sp)  | | | | | 2de Examenkans1: Ja | | | | | Eindcijfer2: Numeriek |
| | | Examencontract: niet mogelijk |
|
Volgtijdelijkheid
|
| |
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
| |
| |
| |
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
| |
|
Fysische chemie en transportverschijnselen (4466)
|
3.0 stptn |
| |
|
ICT tools voor Chemisch Ingenieurs (4033)
|
3.0 stptn |
| |
|
Reactorkunde (3301)
|
3.0 stptn |
| |
|
Scheidingsprocessen (4335)
|
3.0 stptn |
| |
|
|
|
Deel Welzijn op het werk
Het vak welzijn op het werk gebruikt als rode draad de codex. Deze wetgeving ziet het begrip welzijn op het werk als een complementair geheel van 7 domeinen nl. arbeidsveiligheid, bescherming van de gezondheid, psychosociale belasting, ergonomie, arbeidshygiëne, verfraaiing van de arbeidsplaatsen leefmilieu. Deze cursus geeft de studenten een opstap naar het bedrijfsleven waarin het welzijn op het werk een belangrijk deel van uit maakt. Hij/zij zal immers bij het realiseren van diverse industriële projecten, rekening moeten houden met de vereisten van een economische, veilige en milieubewuste uitbating.
Veiligheidsfilosofie Risico-analyse Praktische uitwerking van een risico-analyse Arbeidsongevallen en beroepsziekten
Deel Ontwerpen en veiligheid van chemische installaties
Opstellen van massabalansen met Excel.
Definities en begrippen inzake veiligheid in chemische installaties
Analyseren van chemische ongevallen, gevaarlijke situaties en aangebrachte beveiligingen
Methodieken voor het inschatten en beveiligen van chemische installaties (HAZOP,...)
Kostenschatting
Lezingen rond relevante topics in het ontwerpen zoals projectplanning, explosieveiligheid, zonering, etc.
Dit vak wil de student op een kwantitatieve manier leren omgaan met industriële processen. Hierbij leert de student werken met onzekere resultaten, afwijkende contexten; hierbij dient wel de correcte methodologie gevolgd te worden. Enkele seminaries worden verzorgd door ingenieurs uit het werkveld. De verschillende case-study's en opdrachten richten zich specifiek op de competenties van een beginnend ingenieur in de chemische industrie. De bedoeling hiervan is de student een beter beeld te geven op het werk van een projectingenieur.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Applicatiecollege ✔
|
|
|
|
Project ✔
|
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
|
Seminarie ✔
|
|
|
|
Semester 1 (3,00sp)
| Evaluatievorm | |
|
| Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 100 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
| Extra info | Permanente evaluatie, het aandeel van elk deel in het totaal is aangegeven in %:
Opdracht Welzijn op het werk (33%)
Opdrachten veiligheid en gekwoteerde zitting (34%)
Opdracht kostenschatting, in groepjes van 2 tot 3 (16%)
Verslagen van de lezingen door externen (pass/fail)
Gekwoteerde zitting massabalansen in excel (17%)
|
|
Tweede examenkans
| Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
Eindcompetenties master in de industriële wetenschappen: chemie
|
- EC
| EC1 - De Master in de industriële wetenschappen: chemie kan in eigen professioneel denken en handelen -- met een gepaste ingenieursattitude en met continue aandacht voor de eigen vorming -- adequaat communiceren, effectief samenwerken, en rekening houden met de duurzame, economische, ethische, maatschappelijke en/of internationale context en is zich hierbij bewust van de impact op de omgeving. | | | - DC
| DC8 - De student kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | | - BC
| WELZIJN: De student kan ernstige risico' s onderscheiden van kleine risico's. | | | - DC
| DC9 - De student kan mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren. (communiceren) | | | | - BC
| WELZIJN: De student kan een eindrapport van een algemene risicoanalyse samenstellen. | | | - DC
| DC10 - De student kan constructief en verantwoordelijk functioneren als lid van een (multidisciplinair) team. (samenwerken) | | | | - BC
| WELZIJN: De student kan samen met anderen een algemene risicoanalyse uitvoeren en de input beoordelen via peer- en co evaluatie. | | | - DC
| DC11 - De student handelt maatschappelijk verantwoord en binnen een internationaal kader. (internationaal gericht en maatschappelijk verantwoord handelen) | | | | - BC
| De student toont tijdens de opdracht rond veiligheid dat hij voor een gegeven chemisch proces een juiste inschatting van de risico's kan maken en veiligheidsmaatregelen kan voorstellen.
WELZIJN: houdt bij de bepaling van de risico aanvaardbaarheidsgraad rekening met de maatschappelijke aanvaarding van risico' s
| - EC
| EC4 - De Master in de industriële wetenschappen: chemie heeft gevorderde of gespecialiseerde kennis van en inzicht in de principes, opbouw en gebruikte technologieën van diverse chemische industriële processen en kan hierin complexe, multidisciplinaire, niet-vertrouwde, praktijkgerichte ontwerp- of optimalisatieproblemen autonoom herkennen, kritisch analyseren en methodisch en gefundeerd oplossen met oog voor selectie van materialen, verpakking, duurzaamheid,veiligheid, milieu en kringloopsluiting, bewust van praktische beperkingen en met aandacht voor de actuele technologische ontwikkelingen. | | | - DC
| DC1 - De student heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten) | | | | - BC
| WELZIJN: de student kan het belang welzijn op het werk kaderen op sociaal, economisch, juridisch, menselijk en/of moreel vlak
De student kent de terminologie en denkkaders inzake veiligheid. | | | - DC
| DC2 - De student heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen) | | | | - BC
| WELZIJN: de student kan een risico-inventarisatie en -evaluatie gebruiken om voorstellen tot risico-reductie te formuleren.
De student kan een gegeven onveilige situatie of historisch ongeval analyseren.
De student heeft inzicht in de methodologie van bestudeerde veiligheidsprocedures/technieken.
| | | - DC
| DC3 - De student kan problemen herkennen, activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen) | | | | - BC
| WELZIJN: kan gevaren herkennen op een bestaand toestel, situatie of toestand | | | - DC
| DC4 - De student kan informatie opzoeken, meten of verzamelen en correct refereren. (data verwerven) | | | | - BC
| WELZIJN: kan risico reductiemaatregelen voorstellen en hiervan een financiële inschatting maken.
De student kan de nodige data verzamelen om de veiligheid van een installatie na te gaan.
De student kan tabellen en grafieken in de les gebruikt gebruiken bij het uitwerken van een risicoverdeling,of een HAZOP voor een gegeven proces of procesonderdeel.
| | | - DC
| DC5 - De student kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren) | | | | - BC
| WELZIJN: kan gevaren multidisciplinair inventariseren
De student kan voorbeelden van falende installaties door gebrekkige bewaking of beveiliging analyseren, oorzaken identificeren en voorstellen doen voor verbetering.
De student kan de strategieën gebruikt in oefeningen en opdrachten tijdens de les zelfstandig toepassen op nieuwe voorbeelden of opgaves. | | | - DC
| DC6 - De student kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen) | | | | - BC
| De student kan voor een gegeven proces of onderdeel van een installatie een HAZOP opstellen. | | | - DC
| DC7 - De student kan geselecteerde methodes en hulpmiddelen aanwenden om oplossingen en ontwerpen te implementeren. (implementeren en operationaliseren) | | | | - BC
| WELZIJN: kan na een brainstorming risico reductiemaatregelen selecteren rekening houdend met praktische, economische en administratieve haalbaarheid.
De student kan op een gegeven installatie of onderdeel een veiligheidsanalyse uitvoeren en de nodige voorstellen doen.
De student kan voor een gegeven probleemsituatie (zie EC5) na analyse een praktische aanpak en oplossing voorstellen op korte en/of lange termijn.
| - EC
| EC5 - De Master in de industriële wetenschappen: chemie heeft gevorderde of gespecialiseerde kennis van en inzicht in de meeste eenheidsoperaties in de (bio)-chemische industrie en kan dit combineren om chemische processen creatief te concipiëren, zelfstandig aan te sturen en te simuleren, procesverbeteringen uit te werken en dit in een multidisciplinaire ontwerpcontext en met aandacht voor recente technologische ontwikkelingen en evoluties. | | | - DC
| DC1 - De student heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten) | | | | - BC
| De student kent de regels de meest gebruikte kostenschattingsmethoden (Lang, Hand) uit de chemische industrie en kan deze toepassen. | | | - DC
| DC2 - De student heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen) | | | | - BC
| De student toont in de rapporten en op de gequoteerde zittingen inzicht in de topics kostenschattingsmethodes, veiligheid, simulatie van chemische processen.
De student kan de actuele kostprijs van een proces, werkingskosten en opbrengsten berekenen en de haalbaarheid van een project inschatten aan de hand van irr, terugverdientijd en netto huidige waarde (NPV) waarde.
| | | - DC
| DC4 - De student kan informatie opzoeken, meten of verzamelen en correct refereren. (data verwerven) | | | | - BC
| De student kan bij het oplossen van de gegeven opdrachten de nodige data opzoeken in handboeken/literatuur/databanken. | | | - DC
| DC5 - De student kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren) | | | | - BC
| De student kan proces-overkoepelende problemen, vraagstellingen en antwoorden analyseren en correct interpreteren. | | | - DC
| DC6 - De student kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen) | | | | - BC
|
De student kan de juist methode selecteren en berekeningen uitvoeren voor een ontwerpberekening, massabalans of kostenschatting. |
| | | - DC
| DC8 - De student kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | | - BC
| De student kan kritisch reflecteren betreffende opgestelde massabalansen. |
|
|
|
| | EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
| Aangeboden in | Tolerantie3 |
|
master in de industriële wetenschappen: chemie optie voeding en packaging
|
J
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
| 2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.
|
|