De elektronische studiegids voor het academiejaar 2025 - 2026 is onder voorbehoud.





Methodologie 3: Rechtsvergelijking (1881)

  
Coördinerend verantwoordelijke :dr. Caroline CAUFFMAN 
  
Lid van het onderwijsteam :Mevrouw Cally-Lou NOIJEN 
 De heer Job FLEKKEN 


Onderwijstaal : Nederlands


Studiepunten: 4,0
  
Periode: kwartiel 2 (4sp)
  
2de Examenkans1: Ja
  
Eindcijfer2: Numeriek
 
Examencontract: niet mogelijk


 
Volgtijdelijkheid
 
   Geen volgtijdelijkheid

Begincompetenties

De student kan werken met een tekstverwerkingsprogramma en met een online zoekmachine.



Inhoud

- De definitie van de rechtsvergelijking

- Het verschil tussen de studie van buitenlands recht en rechtsvergelijking

- Relatie tot andere vakgebieden (met name tot de rechtsgeschiedenis, rechtssociologie en het internationaal privaatrecht)

- Onderzoek naar/omgaan met vreemd recht: niet slechts aandacht voor "the law in the books" maar ook voor "the law in action"

- De structuur van informatie over enige buitenlandse rechtsstelsels, met speciale aandacht voor de volgende soorten bronnen:

a. wetteksten

b. jurisprudentie

c. boeken

d. tijdschriftartikelen

- Verschillende voorstellen tot indeling van rechtsstelsels in rechtsfamilies alsmede de verschillen tussen deze indelingen

- Het doel en de relativiteit van de indeling van rechtsstelsels in rechtsfamilies

- Zogenaamde 'hybride' rechtsstelsels

- Juridisch vertalen

- Schrijven van een rechtsvergelijkend opstel

- Presenteren van een rechtsvergelijkend opstel



Organisatie- / Werkvormen
Organisatievormen  
Practicum  
Werkvormen  
Groepswerk  
Huiswerktaken  
Oefeningen  
Paper  
Presentatie  


Evaluatie

Periode 2    Studiepunten 4,00

Evaluatievorm
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode85 %
Peer review
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode15 %
Presentatie
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen)
VoorwaardenDe toetsing van dit practicum gebeurt door de beoordeling van individuele en groepsopdrachten. Het gaat daarbij om opzoekopdrachten over buitenlands recht, het vertalen van juridische teksten/terminologie naar het Nederlands, en het schrijven van een rechtsvergelijkend opstel (inclusief een analyse van een wettelijke bepaling en een structuurschets). De zoekopdrachten en de vertaalopdracht zijn individuele opdrachten. De analyse, de structuurschets en het opstel zijn groepsopdrachten, zij het dat de presentatie van het opstel een individuele prestatie is. Inleveren van alle opdrachten en bijwonen van de practicumbijeenkomsten is vereist om in eerste zittijd een examencijfer voor het practicum te bekomen. In geval van afwezigheid tijdens een van eerste vijf bijeenkomsten, moet een inhaalopdracht gemaakt worden. Tijdens de laatste bijeenkomst (presentatie) is aanwezigheid vereist. In geval van overmacht is de Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling van toepassing.
GevolgIndien een opdracht te laat wordt ingeleverd, kan per te laat ingeleverde opdracht 2 punten van het gewogen eindgemiddelde worden afgetrokken, een en ander ter beoordeling van de desbetreffende practicumdocent. Men is geslaagd als alle opdrachten zijn ingeleverd en het gewogen gemiddelde van de beoordeelde opdrachten voldoende is (10/20). Het gewogen gemiddelde van de opdrachten wordt als volgt bepaald: de zoekopdrachten (10%), de vertaalopdracht (30%) en de opstelopdracht (inclusief analyse, structuurschets en presentatie) (60 %). Het eindcijfer van het practicum zal bekend worden gemaakt via de gebruikelijke kanalen van de Universiteit Hasselt. Er zullen geen individuele punten worden medegedeeld alvorens het eindcijfer kenbaar wordt gemaakt.
Extra infoDe docent bepaalt in overleg met het Onderwijsmanagementteam en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd.

Tweede examenkans

Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans
Neen
Toelichting evaluatievorm De herkansingsopdracht dient individueel te worden gemaakt. Het is een uitvoerige opdracht die in zwaarte niet onder doet voor het totaal van de opdrachten die gedurende het practicum moeten worden gemaakt. De herkansingopdracht bestaat uit zoekopdrachten nationaal recht (5%), zoekopdrachten Europees- en internationaal recht (5%), een vertaalopdracht (30%) en een opstelopdracht (60%). Men is geslaagd als de opdracht op tijd is ingeleverd en het gewogen gemiddelde voldoende is (10/20). Deelopdrachten uit de eerste zit kunnen niet worden meegenomen naar de herkansing.
 

Verplichte handboeken (boekhandel)
  ,
 

Eerder aangekochte verplichte handboeken
  VRG Codex,Recentste editie,Wolters Kluwer
 

Verplicht studiemateriaal
 

INTERUNIVERSITAIRE COMMISSIE JURIDISCHE VERWIJZINGEN EN AFKORTINGEN, Juridische verwijzingen en afkortingen, https://vena.be.

Blokboek (op Blackboard)

 

Aanbevolen literatuur
  Rechtsvergelijking,D. Pieters en B. Demarsin,1ste,Acco,9789464674477


Eindcompetenties
bachelor in de rechten
  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemeen-wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan in toenemende mate van zelfstandigheid omgaan met verschillende (digitale) bronnen van het juridische vakgebied, zowel Nederlandstalige, Franstalige als Engelstalige.

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemeen-wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan wetgeving, rechtspraak, rechtsleer en andere juridische teksten en bronnenmateriaal verzamelen, selecteren, analyseren en kritisch verwerken.

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan de Nederlandse, Franse en Engelse (rechts)taal adequaat gebruiken in een juridische context.

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan een eenvoudig juridisch probleem onderkennen, benaderen vanuit het betrokken rechtsgebied  en de bijhorende elementen en relevante rechtsregels detecteren. Hij kan een aan bachelorniveau aangepaste casus oplossen door het toepassen van oplossingsstrategieën onder andere vanuit een rechtsvergelijkende benadering.

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: onderkent ethische en sociaal-maatschappelijke aspecten in een juridische context. Hij kan deze aspecten laten meewegen bij het richting geven aan zijn oordeelsvorming.

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan op een actieve en constructieve manier bijdragen aan een gemeenschappelijke doelstelling en dit al dan niet in teamverband (formeel of informeel).

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan op zelfstandige en heldere wijze mondeling en schriftelijk adequaat communiceren over juridische informatie, ideeën, argumenten, problemen en oplossingen. De student maakt hierbij desgevallend gebruik van de meest adequate gespreks- of presentatietechnieken.

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een kritische attitude en is in staat het recht en juridische standpunten naar waarde te schatten, in vraag te stellen en hierover te reflecteren. Hij kan een argumentatie opbouwen en verdedigen.

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft inzicht in de problematiek van eenmaking van het recht, in het bijzonder binnen de Europese context.

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft inzicht in de voortdurende interactie tussen nationaal, supranationaal en internationaal recht.

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft juridische (basis)kennis van en inzicht in de leerstukken en systematiek van de belangrijkste rechtsgebieden behorende tot het nationale, internationale en supranationale recht gekoppeld aan de recente ontwikkelingen en aan het wetenschappelijk onderzoek in het vakgebied en met aandacht voor de maatschappelijke realiteit.

  •  EC 
  • De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: kan een nationaal rechtsgebied benaderen vanuit een Europees, internationaal en rechtsvergelijkend perspectief.

 

  EC = eindcompetenties      DC = deelcompetenties      BC = beoordelingscriteria  
Aangeboden inTolerantie3
2de bachelorjaar in de rechten J
exchange rechten Erasmus Belgica J
Optie Erasmus Belgica 2+2+1 V J
Optie Erasmus Belgica Semester 1 V J
Schakelprogramma Rechten, jaar 1, verplichte opleidingsonderdelen J



1   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2.
2   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
3   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.