Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P3 SBU | P3 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| schakelprogramma master in de rechten | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
Studenten hebben kennis genomen van de beginselen van Probleem Gestuurd Onderwijs en kunnen deze toepassen. Van studenten wordt verwacht dat ze in staat zijn tot begrijpend lezen.
|
|
|
In het blok Rechtsfilosofie benaderen wij het recht als ‘vraag’ of als ‘probleem’ (cfm. Westermans Recht als raadsel), i.p.v. een simpel gegeven. Waarom roept het recht vragen op, waarom is het problematisch? Recht is toch een (goed) middel om menselijke problemen en conflicten mee op te lossen? Ja, maar zowel op theoretisch als op praktisch niveau blijkt dat het niet zo eenvoudig is om een antwoord te kunnen geven op de vraag “Wat is (goed) recht?” respectievelijk “Wat is de (juiste) juridische oplossing?” Een belangrijke reden hiervoor is dat het recht op minstens twee verschillende manieren kan worden begrepen. Namelijk als een waardevrij (wetenschappelijk) concept dat antwoord moet geven op de vraag “Wat is het recht?” en als normatief (moreel/politiek) begrip dat antwoord behoort te geven op de vraag “Wat is goed of juist recht?”. Deze en andere vragen zullen gedurende dit vak eerst meer theoretisch (week 1, 2 en 3) en vervolgens meer praktisch (week 4, 5 en 6) worden benaderd. Ten slotte zal de balans van al deze vragen (week 7) worden opgemaakt. Echter, deze zal – zoals je wel kunt raden – (helaas) geen afdoende of bevredigende oplossing van het probleem kunnen bieden. Met het opmaken van de balans is de rechtsfilosofie echter niet uitgepraat. De academische rechtsbeoefenaar zal telkens opnieuw geconfronteerd worden met het raadsel van het recht en zal dit medium of instrument nooit meer als vanzelfsprekend kunnen beschouwen.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Onderwijsgroep ✔
|
|
|
|
Periode 3 Studiepunten 6,00
|
Extra info | De docent bepaalt in overleg met het Onderwijsmanagementteam en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Afhankelijk van het aantal deelnemers kan de evaluatievorm bij de tweede kans gewijzigd worden. Namelijk, er kan dan gekozen worden voor een mondeling examen, met open vragen (al dan niet aan de hand van casus). |
|
|
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
Recht als raadsel,Pauline Westerman,2,Paris,9789490962876 |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Blokboek rechtsfilosofie (op blackboard) |
|
Aanvullende literatuur wordt in het Blokboek en via Blackboard gepubliceerd. |
|
|
|
|
|
| 1ste bachelorjaar in de rechten | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: onderkent ethische en sociaal-maatschappelijke aspecten in een juridische context. Hij kan deze aspecten laten meewegen bij het richting geven aan zijn oordeelsvorming. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan op zelfstandige en heldere wijze mondeling en schriftelijk adequaat communiceren over juridische informatie, ideeën, argumenten, problemen en oplossingen. De student maakt hierbij desgevallend gebruik van de meest adequate gespreks- of presentatietechnieken. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een kritische attitude en is in staat het recht en juridische standpunten naar waarde te schatten, in vraag te stellen en hierover te reflecteren. Hij kan een argumentatie opbouwen en verdedigen. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan een eenvoudig juridisch probleem onderkennen, benaderen vanuit het betrokken rechtsgebied en de bijhorende elementen en relevante rechtsregels detecteren. Hij kan een aan bachelorniveau aangepaste casus oplossen door het toepassen van oplossingsstrategieën onder andere vanuit een rechtsvergelijkende benadering. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft juridische (basis)kennis van en inzicht in de leerstukken en systematiek van de belangrijkste rechtsgebieden behorende tot het nationale, internationale en supranationale recht gekoppeld aan de recente ontwikkelingen en aan het wetenschappelijk onderzoek in het vakgebied en met aandacht voor de maatschappelijke realiteit. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft (basis)kennis van meta-juridische wetenschappen, waaronder historische, filosofische, sociale en politieke aspecten van het recht en economische beginselen. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Studenten hebben kennis genomen van de beginselen van Probleem Gestuurd Onderwijs en kunnen deze toepassen. Van studenten wordt verwacht dat ze in staat zijn tot begrijpend lezen.
|
|
|
In het blok Rechtsfilosofie benaderen wij het recht als ‘vraag’ of als ‘probleem’ (cfm. Westermans Recht als raadsel), i.p.v. een simpel gegeven. Waarom roept het recht vragen op, waarom is het problematisch? Recht is toch een (goed) middel om menselijke problemen en conflicten mee op te lossen? Ja, maar zowel op theoretisch als op praktisch niveau blijkt dat het niet zo eenvoudig is om een antwoord te kunnen geven op de vraag “Wat is (goed) recht?” respectievelijk “Wat is de (juiste) juridische oplossing?” Een belangrijke reden hiervoor is dat het recht op minstens twee verschillende manieren kan worden begrepen. Namelijk als een waardevrij (wetenschappelijk) concept dat antwoord moet geven op de vraag “Wat is het recht?” en als normatief (moreel/politiek) begrip dat antwoord behoort te geven op de vraag “Wat is goed of juist recht?”. Deze en andere vragen zullen gedurende dit vak eerst meer theoretisch (week 1, 2 en 3) en vervolgens meer praktisch (week 4, 5 en 6) worden benaderd. Ten slotte zal de balans van al deze vragen (week 7) worden opgemaakt. Echter, deze zal – zoals je wel kunt raden – (helaas) geen afdoende of bevredigende oplossing van het probleem kunnen bieden. Met het opmaken van de balans is de rechtsfilosofie echter niet uitgepraat. De academische rechtsbeoefenaar zal telkens opnieuw geconfronteerd worden met het raadsel van het recht en zal dit medium of instrument nooit meer als vanzelfsprekend kunnen beschouwen.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Onderwijsgroep ✔
|
|
|
|
Periode 3 Studiepunten 6,00
|
Extra info | De docent bepaalt in overleg met het Onderwijsmanagementteam en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Afhankelijk van het aantal deelnemers kan de evaluatievorm bij de tweede kans gewijzigd worden. Namelijk, er kan dan gekozen worden voor een mondeling examen, met open vragen (al dan niet aan de hand van casus). |
|
|
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
Recht als raadsel,Pauline Westerman,2,Paris,9789490962876 |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Blokboek rechtsfilosofie (op blackboard) |
|
Aanvullende literatuur wordt in het Blokboek en via Blackboard gepubliceerd. |
|
|
|
|
|
| exchange rechten Erasmus Belgica | Keuze | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
Studenten hebben kennis genomen van de beginselen van Probleem Gestuurd Onderwijs en kunnen deze toepassen. Van studenten wordt verwacht dat ze in staat zijn tot begrijpend lezen.
|
|
|
In het blok Rechtsfilosofie benaderen wij het recht als ‘vraag’ of als ‘probleem’ (cfm. Westermans Recht als raadsel), i.p.v. een simpel gegeven. Waarom roept het recht vragen op, waarom is het problematisch? Recht is toch een (goed) middel om menselijke problemen en conflicten mee op te lossen? Ja, maar zowel op theoretisch als op praktisch niveau blijkt dat het niet zo eenvoudig is om een antwoord te kunnen geven op de vraag “Wat is (goed) recht?” respectievelijk “Wat is de (juiste) juridische oplossing?” Een belangrijke reden hiervoor is dat het recht op minstens twee verschillende manieren kan worden begrepen. Namelijk als een waardevrij (wetenschappelijk) concept dat antwoord moet geven op de vraag “Wat is het recht?” en als normatief (moreel/politiek) begrip dat antwoord behoort te geven op de vraag “Wat is goed of juist recht?”. Deze en andere vragen zullen gedurende dit vak eerst meer theoretisch (week 1, 2 en 3) en vervolgens meer praktisch (week 4, 5 en 6) worden benaderd. Ten slotte zal de balans van al deze vragen (week 7) worden opgemaakt. Echter, deze zal – zoals je wel kunt raden – (helaas) geen afdoende of bevredigende oplossing van het probleem kunnen bieden. Met het opmaken van de balans is de rechtsfilosofie echter niet uitgepraat. De academische rechtsbeoefenaar zal telkens opnieuw geconfronteerd worden met het raadsel van het recht en zal dit medium of instrument nooit meer als vanzelfsprekend kunnen beschouwen.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Onderwijsgroep ✔
|
|
|
|
Periode 3 Studiepunten 6,00
|
Extra info | De docent bepaalt in overleg met het Onderwijsmanagementteam en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Afhankelijk van het aantal deelnemers kan de evaluatievorm bij de tweede kans gewijzigd worden. Namelijk, er kan dan gekozen worden voor een mondeling examen, met open vragen (al dan niet aan de hand van casus). |
|
|
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
Recht als raadsel,Pauline Westerman,2,Paris,9789490962876 |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Blokboek rechtsfilosofie (op blackboard) |
|
Aanvullende literatuur wordt in het Blokboek en via Blackboard gepubliceerd. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|