Masterproef - EM: ontwerp en productie (2719) |
Onderwijstaal : Nederlands |
Studiepunten: 20,0 | | | Periode: semester 1 (0sp)semester 2 (20sp) | | | 2de Examenkans1: Ja | | | Eindcijfer2: Numeriek |
| Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
|
De masterproef vormt het sluitstuk van de masteropleiding. Zij omvat de toepassing van de meest recente technologieën en technieken, onderzoekt de nieuwste domeinspecifieke wetenschappelijke vindingen of past deze op creatieve wijze toe. Bovendien geeft de masterproef de student de kans te tonen dat hij/zij deze technieken en technologieën niet enkel beheerst, maar dat hij/zij ze ook kan concipiëren, plannen en uitvoeren als geïntegreerd deel van een methodologisch en projectmatig geordende reeks van handelingen.
De masterproef is zelfstandig uitgevoerd onderzoek van academisch niveau. De masterproef beoogt de uitbreiding van bestaande technologieën en toepassingsgerichte ontwikkelingen waaronder - het formuleren en toetsen van innovatieve hypotheses, - het uitvoeren van innovatieve studies of ontwerpen, - het realiseren van vernieuwende oplossingen voor vakdomeinspecifieke problemen. De masterproef is op zich vernieuwend of bestaat uit een creatieve, originele synergie van gekende ingenieurstechnieken.
Het onderwerp van of de opdracht binnen een masterproef situeert zich in het domein van de elektromechancia, ontwerp en productie (in de brede zin) en moet voldoen aan volgende drie criteria:
- Het werk bevat alle componenten van onderzoeksmethodiek of projectmatig werken.
- Het onderwerp is innovatief.
- Er zijn voldoende keuzemomenten voor de student.
Onderwerpkeuze en toekenning
- Het onderwerp van de masterproef:
- wordt geformuleerd door de onderzoeksgroepen van universiteit vanuit eigen onderzoeksprojecten;
- wordt geformuleerd door de industrie en onderzoeksinstellingen;
- kan door de student zelf aangebracht worden. Dit onderwerp dient door de opleiding goedgekeurd te worden.
- De probleemstelling van de masterproef is gericht op de reële academische/professionele context.
- Docenten en opleidingscoördinator maken met behulp van het document voorwaarden_masterproefonderwerpen, beschikbaar op het elektronisch leerplatform, een selectie uit de voorstellen op basis van de mogelijkheid om de academische competenties in de masterproef te realiseren. Bij aanvraag van opdrachten worden mogelijke externe partners (opdrachtgevers) ingelicht over onze zorg om academische competenties te realiseren.
- Bij voorkeur omvat het onderwerp ook een extra inleidend praktisch gedeelte, uit te voeren tijdens of voor het masterjaar.
- Het toekennen van een masterproef aan een student veronderstelt dat alle opleidingsonderdelen van de bachelor of van het schakelprogramma succesvol zijn afgewerkt.
Begeleiding
- De opleiding bepaalt de promotor van de universiteit. Elke masterproef heeft minimum twee promotoren: de opdrachtgever (externe promotor) en de (interne) promotor van de universiteit. Interne masterproeven krijgen twee promotoren, hetzij extra begeleiders, van de universiteit toegewezen.
- Studenten en promotoren bakenen het onderwerp duidelijk af en maken gedetailleerde werkafspraken. Er bestaat een regelmatige mondelinge en schriftelijke rapportering over de vordering van de masterproef. Tijdens de geplande contactmomenten wordt de werkplanning en de vordering geëvalueerd en indien nodig gecorrigeerd.
- De docent masterproefseminarie geeft instructies en begeleiding bij de verwachte rapportering (onderzoeksopzet, plan van aanpak, voortgangsrapport, abstract, poster en eindrapport) en bij de projectcommunicatie in het algemeen.
Verdere details omtrent de organisatie worden samengevat in het cursusmateriaal, via het elektronisch leerplatform en de website masterproef.be.
Administratie
- Het tijdig afhandelen van de administratieve verplichtingen voor aanvang van de masterproef is de individuele verantwoordelijkheid van de student. Meer info op masterproef.be.
|
|
|
|
|
|
|
Applicatiecollege ✔
|
|
|
Individueel begeleidingsmoment ✔
|
|
|
Masterproef ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
Seminarie ✔
|
|
|
Verslag ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 20,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 35 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Al dan niet behoud van een geslaagd deelcijfer wordt bepaald in
onderling overleg
tussen de student, de promotor(en) en de docent MP-seminarie. Bij niet
slagen moet de student steeds de scriptie opnieuw indienen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 35 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Al dan niet behoud van een geslaagd deelcijfer wordt bepaald in
onderling overleg
tussen de student en de promotor(en) |
|
|
|
|
|
|
|
Mondeling examen | 30 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Al dan niet behoud van een geslaagd deelcijfer wordt bepaald in
onderling overleg
tussen de student en de promotor(en) |
|
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Op elk van de deelevaluaties dient minimum een 8/20 behaald te worden. |
|
|
|
Gevolg | Het eindcijfer is het gewogen gemiddelde van de deelcijfers, begrensd tot 9/20 indien één van de deelcijfers minder dan 8/20 bedraagt. |
|
|
|
Mogelijke externe locatie | ✔ |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Geen enkel (deel)cijfer van de eerste examenkans blijft behouden,
uitgezonderd slaagcijfers toegekend op taken voor masterproefseminarie
met dien verstande dat abstract, poster en scriptie in tweede examenkans
worden beoordeeld. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Via de website masterproef.be en het elektronisch leerplatform wordt alle informatie (planning, deadlines, slides van de lessen masterproefseminarie, ...) aan de studenten bezorgd. |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
Vademecum, richtlijnen voor academische communicatie |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Toelichting evaluatie:
Onderstaande bepalingen gelden zowel voor de eerste als tweede examenkans.
Permanente evaluatie, schriftelijke rapportering en presentatie met mondelinge verdediging. De masterproef wordt afgesloten met een schriftelijke eindverhandeling en een (openbare) verdediging. De evaluatie bestaat uit verschillende delen:
- De docent masterproefseminarie beoordeelt via permanente evaluatie de (schriftelijke) communicatievaardigheden (o.a. onderzoeksopzet, abstract, wetenschappelijke poster) van de student.
- De promotoren beoordelen het proces, de methodiek, het resultaat en de schriftelijke rapportering. Hiertoe leggen zowel de interne als externe promotor(en) elk hun oordeel vast over de verschillende deelcriteria: probleemstelling, aanpak, informatieverwerking, kritisch-reflecterende ingesteldheid of onderzoeksingesteldheid, helderheid van het rapport, behaald resultaat en eventuele extra competenties. Zij vertalen dit in een score op 20 op basis van een evaluatiedocument. Zie elektronisch leerplatform.
- De mondelinge verdediging vindt plaats voor een jury die optreedt als onafhankelijk beoordelingsorgaan. De jury beoordeelt de presentatie en de mondelinge verdediging.
De globale score wordt mathematisch berekend rekening houdend met de vooraf vastgelegde gewichtscoëfficiënten uit onderstaande tabel.
10%Beoordeling door de docent masterproefseminarie 25%Afstudeerscriptie - interne & externe promotoren 35%Methodiek en realisatie - interne & externe promotoren 30%Presentatie en verdediging beoordeeld door de jury
De documenten Evaluatieformulier masterproef en Toelichting beoordeling masterproef juryverdediging geven verdere informatie over de te evalueren competenties en de werkwijze hierbij.
Andere opmerkingen:
De student kan zijn masterproef ook afleggen in een vreemde taal of in het buitenland in het kader van een uitwisselingsprogramma.
Relatie met onderzoek: In de masterproef voert de student het volledig onderzoekstraject uit. De student toont aan dat hij/zij een onderzoeker kan zijn.
Situering van het vak in het curriculum: De masterproef vormt het eindpunt van de leerlijn onderzoek en communicatie en is het sluitstuk van de masteropleiding.
Relatie met het werkveld: Een masterproef in de industriële wetenschappen kent een sterke binding met het werkveld. Heel wat masterproeven lopen in een bedrijf. |
|
|
Eindcompetenties master in de industriële wetenschappen: elektromechanica
|
- EC
| EC1 - De Master in de industriële wetenschappen: elektromechanica kan in eigen professioneel denken en handelen -- met een gepaste ingenieursattitude en met continue aandacht voor de eigen vorming -- adequaat communiceren, effectief samenwerken, en rekening houden met de duurzame, economische, ethische, maatschappelijke en/of internationale context en is zich hierbij bewust van de impact op de omgeving. | | - DC
| DC-M9 - De student kan mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren. (communiceren) | | | - BC
| De student kan soepel communiceren met collega's, begeleiders en leidinggevenden en levert kwaliteitsvolle tussentijdse rapporten af.
De student verdedigt de masterproef mondeling op kritische en gestructureerde wijze met hedendaagsepresentatie technieken. De student kan op een professionele manier in discussie gaan met de verschillende stakeholders.
De student geeft het project schriftelijk en grafisch weer in een wetenschappelijke scriptie en poster in een relevante taal.De student kan het project beknopt beschrijven, zowel in het Nederlands als het Engels.
In elke vorm van communicatie hanteert de student het juiste taalregister en gebruikt de student de correcte vakterminologie.
The student cancommunicate smoothly with colleagues, supervisors and managers and delivers quality interim reports.
The student defends the master's thesis orally in a critical and structured manner with contemporary presentation techniques. The student canenter into a professional discussion with the various stakeholders.
The student presents his project in writing and graphically in a scientific thesis and poster in a relevant language. The student can briefly describe his project, both in Dutchand English.
In each form of communication the student uses the correct language register and uses the correct technical terminology. | | - DC
| DC-M10 - De student kan constructief en verantwoordelijk functioneren als lid van een (multidisciplinair) team. (samenwerken) | | | - BC
| Binnen de context van het onderzoeksproject kan de student in een multidisciplinair team werken en verantwoordelijkheden opnemen .
Within the context of his research project, the student can work in a multidisciplinary team and take onresponsibilities. | | - DC
| DC-M11 - De student handelt maatschappelijk verantwoord en binnen een internationaal kader. (internationaal gericht en maatschappelijk verantwoord handelen) | | | - BC
| Afhankelijk van de aard en context van de masterproef houdt de student rekening met praktische, economische, ecologische, gezond heids-, veiligheids-, duurzaamheids-, bedrijfsgebonden, maatschappelijke en internationale factoren/vereisten bij hetuitwerken van oplossingen of ontwerpen.
Depending on the nature and context of the master's thesis, the student takes into account practical, economic, ecological, health, safety, sustainability, business-related, social and international factors/ requirements when working out solutions or designs. | | - DC
| DC-M12 - De student geeft blijkt van een gepaste ingenieursattitude. (ingenieursattitude) | | | - BC
| De student geeft blijk van een professionele attitude (toont o.a. realisme en inzet, werkt zelfstandig en efficiënt, is nieuwsgierig en taakgericht).
De student geeft blijk van inzicht in en een ruime achtergrondkennis van hetonderzoeksgebied.
De student levert een voor de opdrachtgever bruikbaar eindresultaat af.
The student demonstrates a professional attitude (shows, among other things, realism and commitment, works independently and efficiently, is curiousand task-oriented).
The student demonstrates insight and a broad background knowledge of the research area.
The student delivers a final result that is usable for the client. | - EC
| EC2 - De Master in de industriële wetenschappen: elektromechanica beheerst een geheel van elektromechanische (ontwerp en productie of automatiserings-) technieken en technologieën en kan deze creatief concipiëren, plannen en uitvoeren als geïntegreerd deel van een methodologisch en projectmatig geordende reeks van handelingen binnen een multidisciplinair project met een belangrijke onderzoeks- en/of innovatiecomponent. | | - DC
| DC-M1 - De student heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten) | | | - BC
| De student verdiept en verbreedt de eigen domeinspecifieke en -overschrijdende kennis van begrippen en structuren relevant voor het onderzoeksproject van de masterproef.
The student deepens and broadens its domain-specific and transcendentalknowled ge of concepts and structures relevant to the research project of his master's thesis. | | - DC
| DC-M2 - De student heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen) | | | - BC
| De student heeft inzicht in, enerzijds, de domeinspecifieke en -overschrijdende begrippen en structuren relevant voor het onderzoeksproject van de masterproef, en anderzijds in de specificiteit van het onderwerp en de verwachtingen van allestakeholders. De student kan deze inzichten in eigen woorden uitleggen.
The student understands, on the one hand, the domain-specific and cross-boundary concepts and structures relevant to the research project of his master's thesis, and on theother hand the specificity of the subject and the expectations of all stakeholders. The student can explain these insights in its own words. | | - DC
| DC-M3 - De student kan problemen herkennen, activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen) | | | - BC
| De student kan zelfstandig en projectmatig werken:
- kan een complex onderzoeksproject initiëren en de probleemanalyse, doelstellingen en vooropgesteld onderzoekstraject verwoorden in een onderzoeksopzet;
- kan een concreteplanning uitwerken onder de vorm van een gedetailleerde Gantt-chart;
- onderneemt de juiste stappen om alle doelstellingen te realiseren en stuurt het traject bij waar nodig.
The student can work independently andproject-based:
- can initiate a complex research project and express the problem analysis, objectives and proposed research trajectory in a research design;
- can work out a plan in the form of a detailed Gantt chart;
- takes theright steps to realize all the objectives and adjusts its trajectory where necessary.
| | - DC
| DC-M4 - De student kan informatie opzoeken, meten of verzamelen en correct refereren. (data verwerven) | | | - BC
| In het kader van het onderzoeksproject kan de student op een correcte manier relevante wetenschappelijke en technische informatie verzamelen, kritisch in vraag stellen, bijsturen en weergeven in een literatuurstudie. De student kan op een correctemanier refereren naar de geraadpleegde bronnen.
As part of his research project, the student can correctly gather relevant scientific and technical information, critically question it, adjust it and show it in a literature study. The student cancorrectly refer to the sources consulted. | | - DC
| DC-M5 - De student kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren) | | | - BC
| De student kan een gedegen wetenschappelijke analyse van de probleemstelling in de gegeven context maken en bakent op basis hier van de onderzoeksvraag(vragen) af. De student kan het probleem logisch opsplitsen in deelproblemen en kan aangeven waar derandvoorwaarden liggen.
The student can make a thorough scientific analysis of the problem in the given context and draws on t his research question(s). He can logically split up the problem into sub-problems and can indicate where thepreconditions lie. | | - DC
| DC-M6 - De student kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen) | | | - BC
| De student kiest adequate, wetenschappelijk verantwoorde en innovatieve methodes om tot een oplossing van het probleem of tot een ontwerp te komen binnen de gegeven context.
The student chooses adequate, scientifically sound and innovativemethods to arrive at a solution of the problem or a design within the given context. | | - DC
| DC-M7 - De student kan geselecteerde methodes en hulpmiddelen aanwenden om oplossingen en ontwerpen te implementeren. (implementeren en operationaliseren) | | | - BC
| Afhankelijk van de aard van de masterproef kan de student aan de hand van de bekomen resultaten
- ofwel advies geven en voorstellen doen tot implementatie van een geselecteerde oplossing of tot verder onderzoek;
- ofwel eigenoplossing/ontwerp implementeren op een systematische manier.
Hierbij houdt de student rekening met praktische, economische, ecologische, gezondheids-, veiligheids-, duurzaamheids- en bedrijfsgebonden factoren.
Depending on thenature of his master's thesis, the student can use the obtained results
- to give advice and make proposals for the implementation of a selected solution or for further research;
- to implement his solution / design in asystematic way.
In doing so, he takes into account practical, economic, ecological, health, safety, sustainability and business-related factors. | | - DC
| DC-M8 - De student kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. ( kritisch reflecteren) | | | - BC
| De student geeft blijk van een kritische ingesteldheid en kan het onderwerp situeren in een groter geheel. De student formuleert waar nodig zelf voorstellen voor gelijkwaardige of betere alternatieven.
The student demonstrates a criticalattitude and can situate the subject in a larger whole. The student formulates proposals for equal or better alternatives where necessary. |
|
|
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
Aangeboden in | Tolerantie3 |
master industriële wetenschappen elektromechanica optie ontwerp & productie
|
N
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.
|
|