Masterproef - Elektronica-ICT (2857) |
Onderwijstaal : Nederlands |
Studiepunten: 20,0 | | | Periode: semester 1 (0sp)semester 2 (20sp) | | | 2de Examenkans1: Ja | | | Eindcijfer2: Numeriek |
| Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
De masterproef bestaat uit een theoretische en praktische benadering van een technologische probleemstelling in één of meer leerdomeinen.
De student(e) moet vanuit een specifieke onderzoeksvraag zelfstandig naar oplossingen zoeken en alternatieven afwegen. Dit omvat het opzetten van een onderzoeksplan met eigen keuzes en ontwerpbeslissingen. Het begrip onderzoeksvraag moet geïnterpreteerd worden als een toepassingsgerichte probleemstelling in een bedrijfscontext of in een ingenieurscontext binnen (toegepast) wetenschappelijk onderzoek. De masterproef kan dan ook zowel binnen een bedrijf plaats vinden als binnen een onderzoeksinstelling, en kan een stage op de werkvloer omvatten.
De masterproef vormt het sluitstuk van de opleiding tot industrieel ingenieur, waarin activiteiten zoals het onderzoeken en toepassen van nieuwe domeinspecifieke wetenschappelijke vindingen of recente technologieën en technieken, maar ook het concipiëren, plannen en projectmatig uitvoeren van de onderzoeksstrategie centraal staan. De eventuele stage brengt de toekomstige ingenieur in contact met de bedrijfsrealiteit, en dit met het oog op het toekomstige beroepsleven. Tenslotte beoogt de masterproef ook de verdere ontwikkeling van mondelinge en schriftelijke communicatieve vaardigheden. Deze vaardigheden worden niet alleen via het proefschrift en de publieke verdediging van de masterproef verworven, maar ook via allerlei leverbaarheden doorheen de volledige looptijd van de masterproef. De masterproef is een zelfstandig werkstuk van de student (voornamelijk individueel en soms in teams van twee (interdisciplinaire) studenten) onder begeleiding van (co)promotoren en met begeleiding op het gebied van de communicatie-leverbaarheden. Onderwerpkeuze en toekenning. In de loop van het voorgaande academiejaar ontvangt de student een lijst van mogelijke onderwerpen vanuit volgende bronnen: - geformuleerd door een onderzoeksgroep van een van beide universiteiten (UHasselt en KU Leuven) vanuit eigen onderzoeksprojecten;
- geformuleerd door de industrie of een externe onderzoeksinstelling;
- door de student zelf aangebracht.
Het onderwerp dient door de coördinerend verantwoordelijke MP goedgekeurd te worden.
De student dient een top drie van voorkeuren in en op basis van zowel de voorkeur van de student als van de opdrachtgever krijgt de student een onderwerp toegewezen. Begeleiding en planning
Elke masterproef wordt begeleid door een team van (co)promotoren en, in voorkomend geval, dagelijkse begeleiders. Indien de masterproef in samenwerking met een bedrijf of externe onderzoeksinstelling gebeurt, is er naast de externe promotor(en) ook een interne promotor van de universiteit. Het OMT bepaalt wie dat is.
Studenten en promotoren bakenen het onderwerp duidelijk af en maken gedetailleerde werkafspraken. Afhankelijk van de selectie van keuzevakken kan de nadruk meer in het eerste of tweede semester liggen, maar sowieso wordt gevraagd om de onderzoeksopzet in het eerste semester te finaliseren.
Er wordt op regelmatige tijdstippen mondeling en/of schriftelijk gerapporteerd over de vordering van de masterproef. Tijdens de geplande contactmomenten wordt de werkplanning en de vordering geëvalueerd en indien nodig bijgesteld.
Er worden ondersteunende sessies georganiseerd rond onderzoeksmethodologie en communicatie, onder de titel Masterproefseminarie.
Verdere details omtrent de organisatie en het masterproefseminarie worden verspreid via een leidraad, het elektronisch leerplatform en de website masterproef.be.
Administratie Het tijdig afhandelen van alle administratieve verplichtingen i.v.m. de masterproef, in het bijzonder het tijdig laten ondertekenen van stagecontract en aanverwante document vòòr het begin van de masterproef, is de individuele verantwoordelijkheid van de student. Meer info opmasterproef.be.
|
|
|
|
|
|
|
Individueel begeleidingsmoment ✔
|
|
|
Masterproef ✔
|
|
|
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
|
Semester 2 (20,00sp)
Evaluatievorm | |
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 100 % |
|
Andere: | De punten worden als volgt toegekend: 1. proces, methodiek en realisatie
(35%), 2. tekstuele en visuele output (25%), 3. mondelinge verdediging
(30%), 4. masterproefseminarie (10%) |
|
|
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Geen enkel (deel)cijfer van de eerste examenkans blijft behouden,
uitgezonderd slaagcijfers toegekend op taken voor masterproefseminarie
met dien verstande dat abstract, poster en scriptie in tweede examenkans
worden beoordeeld. |
|
|
|
|
|
|
|
Mogelijke externe locatie | ✔ |
|
Extra info | De punten worden als volgt toegekend: Proces, methodiek en realisatie masterproef (35%): Deze beoordeling gebeurt door de interne en externe promotoren. De beoordeling heeft o.a. betrekking op: probleembehandeling, opdracht volbracht, zelfstandig werken, wetenschappelijk denken, regelmaat en orde, inzet en sociaal en professioneel gedrag. De eindbeoordeling wordt vastgelegd in een evaluatieformulier. Tekstuele en visuele output (25%): Ook deze beoordeling gebeurt door de interne en externe promotoren, eventueel aangevuld met geïnteresseerde of gevraagde deskundigen die de scriptie lezen. Zowel de inhoud, de vormgeving als reflectie zijn essentiële onderdelen. Mondelinge verdediging (30%): De mondelinge verdediging vindt plaats voor een jury met docenten, professoren en academici, experts uit wetenschappelijke instellingen en deskundigen uit het bedrijfsleven. Aandachtspunten bij de beoordeling van de verdediging zijn: structuur, inhoud en de kwaliteit van het geleverde werk; duidelijkheid; gebruik van didactisch materiaal; taalvaardigheid; spreken voor een groep; contactvaardigheid en overtuigingskracht; inzicht en beantwoorden van vragen. Masterproefseminarie (10%): Beoordeling via permanente evaluatie van proces, opbouw van de scriptie en voorbereiding van mondelinge verdediging met aandacht voor o.a. onderzoeksopzet, abstract, wetenschappelijke poster door de docent masterproefseminarie. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Geen enkel (deel)cijfer van de eerste examenkans blijft behouden,
uitgezonderd punten >= 10/20 toegekend op taken voor
masterproefseminarie behalve voor de abstract, poster en visuele output
die sowieso in de tweede examenkans
worden beoordeeld. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
- Via de website masterproef en het elektronisch leerplatform wordt alle informatie (planning, deadlines, slides van de lessen masterproefseminarie, ...) aan de studenten bezorgd.
- Vakliteratuur, boeken, tijdschriften, e-informatie, ... zijn ter beschikking via de bibliotheken (op de campus, op andere locaties en/of digitaal).
- Afhankelijk van het onderwerp en de opdrachtgever wordt extra materiaal aangeboden.
|
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
Vademecum, richtlijnen voor academische communicatie, zoals eerder aangekocht in de opleiding (i.e. Vademecum IIW, Wim Deferme, Bart Dreesen, Karine Evers, Jeroen Lievens, Bram Vandoren, 978VADEMECUMIIW |
|
 
|
Opmerkingen |
|
De student kan zijn masterproef ook afleggen in een vreemde taal of in het buitenland in het kader van een uitwisselingsprogramma. Relatie met onderzoek De masterproef wordt gecoördineerd en begeleid door onderzoekers van de opleiding. De studenten kiezen uit onderwerpen voorgesteld door het werkveld of de onderzoeksgroepen zelf. De academische begeleiding zorgt voor een sterke link met onderzoeksactiviteiten. Relatie met werkveld De onderwerpen in samenwerking met bouwbedrijven worden begeleid door zowel een begeleider van het respectievelijke bedrijf, als een onderzoeker van de opleiding, die waakt over het academische niveau van het onderwerp. |
|
|
Eindcompetenties master in de industriële wetenschappen: elektronica-ICT
|
- EC
| EC1 - De Master in de industriële wetenschappen: elektronica-ICT kan in eigen professioneel denken en handelen -- met een gepaste ingenieursattitude en met continue aandacht voor de eigen vorming -- adequaat communiceren, effectief samenwerken, en rekening houden met de duurzame, economische, ethische, maatschappelijke en/of internationale context en is zich hierbij bewust van de impact op de omgeving. | | - DC
| DC-M9 - kan mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren. (communiceren) | | - DC
| DC-M8 - kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | - BC
| De student geeft blijk van een kritische ingesteldheid en kan het onderwerp situeren in een groter geheel. De student formuleert waar nodig zelf voorstellen voor gelijkwaardige of betere alternatieven.
The student shows a critical attitude and is able to situate the topic in its wider context. When opportune, the student suggests equivalent or superior alternatives.De student geeft blijk van een kritische ingesteldheid en kan het onderwerp situeren in een groter geheel. De student formuleert waar nodig zelf voorstellen voor gelijkwaardige of betere alternatieven.
The student shows a critical attitude andis able to situate the topic in its wider context. When opportune, the student suggests equivalent or superior alternatives. | - EC
| EC2 - De Master in de industriële wetenschappen: elektronica-ICT beheerst een geheel van kennis en vaardigheden omtrent het ontwerpen van software en analoge en digitale systemen en kan deze creatief concipiëren, plannen en uitvoeren als geïntegreerd deel van een methodologisch en projectmatig geordende reeks van handelingen binnen een multidisciplinair project met een belangrijke onderzoeks- en/of innovatiecomponent |
|
|
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
Aangeboden in | Tolerantie3 |
master in de industriële wetenschappen: elektronica-ICT
|
N
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.
|
|