Micro- en nanotechnologie (3434)

  
Coördinerend verantwoordelijke :Prof. dr. ir. Jan GENOE 
  
Co-titularis :Prof. dr. Jessica DE WILD 
  
Lid van het onderwijsteam :Mevrouw Merve TUTUNDZIC 
 De heer Mudasar RASHID 


Onderwijstaal : Nederlands


Studiepunten: 6,0
  
Periode: semester 1 (6sp)
  
2de Examenkans1: Ja
  
Eindcijfer2: Numeriek
 
Examencontract: niet mogelijk


 
Volgtijdelijkheid
 
   Geen volgtijdelijkheid

Inhoud

Micro- en nano-elektronica zijn ’s werelds snelst groeiende industrieën. Dit komt niet als een verrassing aangezien ze aanleiding geven tot de ontwikkeling van nieuwe technologieën die producten, diensten en productieprocessen slimmer en productiever maken. Basiskennis van deze technologieën is daarom een vereiste voor het dieper inzicht dat in de masteropleidingen elektronica verder uitgebouwd wordt. Dit technologisch veld is echter heel breed, hetgeen de docenten de mogelijkheid geeft om te focussen op hun eigen onderzoeks- en interessegebieden. Belangrijke onderwerpen zijn de gebruikte materialen, en de opbouw, karakterisatie en werking van deze micro/nano-technologische apparaten. Dit alles aangevuld met economische en toekomstige inzichten. Een overzicht met typische onderwerpen voor beide docenten is gegeven.

Docent 1: Jan Genoe

  • Materialen in Displays
  • Flash geheugens voor draagbare elektrische toestellen
  • Digitale camera chips in mobile devices
  • Silicon chip fabricatie en invloed van de continue transistor scaling
  • Technologische vooruitgang opvolgen op basis van prestaties van chips: ISSCC hoogtepunten
  • PCB fabricatie technologie
  • Fabricatie van LEDs en hun implementatie in producten
  • Magnetische opslag van data
  • Optische opslag van data

Docent 2:Jessica de Wild

  • Introductie micro-nano technologie en interactie met licht
  • Een overzicht van fotovoltaïsche zonnecel-technologieën
  • Dunne film zonnecellen
  • Optische optimalisatie in zonnecellen d.m.v. micro- en nanotechnologie
  • Dunne filmdepositie-technologieën – focus op atomaire laag depositie
  • Technologieën om patronen aan te brengen – lithografie
  • (Materiaal)karakterisatie technieken – Microscopie


Organisatie- / Werkvormen
Organisatievormen  
Hoorcollege  
Practicum  
Werkvormen  
Presentatie  


Evaluatie

Semester 1 (6,00sp)

Evaluatievorm
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode15 %
Behoud van deelcijfer in academiejaar
Presentatie
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode20 %
Behoud van deelcijfer in academiejaar
Schriftelijk examen65 %
Gesloten-boek
Mondelinge toelichting
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie
ToelichtingEr is geen grafisch of symbolische rekenmachine toegelaten tijdens het examen.
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen)
VoorwaardenVerplichte aanwezigheid tijdens de labo's
GevolgEen ongewettigde afwezigheid tijdens een labo resulteert in een nul op dat betreffende labo.

Tweede examenkans

Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans
Neen
Toelichting evaluatievorm Er is geen tweede examenkans voor (1) de presentatie van de
researchpaper en (2) de praktijkevaluatie (labo).
Punten van de eerste zittijd blijven behouden. Er is wel een herkansing
voor het schriftelijk examen met mondelinge toelichting. Overdracht
van cijfer van het labo naar volgend academiejaar is mogelijk als
minstens 12/20 behaald werd.
 

Verplicht studiemateriaal
 

Up-to-date eigen aanvullende informatie via het elektronisch leerplatform (Toledo)

 

 

Opmerkingen
 

Dit opleidingsonderdeel is gesitueerd in de leerlijn analoog systeemontwerp. De studenten krijgen hierdoor een betere kijk op wat de verdere verkleining en miniaturisering binnen de elektronica mogelijk maakte en wat dit nog zal teweegbrengen in de toekomst.

In het opleidingsonderdeel wordt verwezen naar wetenschappelijke artikels die aan de grondslag liggen van de behandelde leerstof alsook artikels die de behandelde leerstof als basis gebruiken voor verder onderzoek. Verder doorloopt het praktisch gedeelte van het vak de stappen die in het onderzoek naar de ontwikkeling van nieuwe technologie dienen genomen te worden. Het onderwerp van het project is ook steeds gelinkt aan het onderzoek van de docenten.

De studenten leren de werking en basisprincipes kennen waarop recente ontwikkeling in de industrie gebaseerde zijn alsook kijken ze al een stap verder mee in de toekomst.



Eindcompetenties
bachelor in de industriële wetenschappen
  •  EC 
  • EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten)

     
  •  DC 
  • EA 1.7 De student kent de opbouw en het productieproces van halfgeleide materialen, sensoren, elektronische componenten en hun toepassingen.  

      
  •  BC 
  • kan de componenten, fabricageprocessen en meetmethodes uit de nanotechnologie beschrijven.

    heeft kennis van verschillen de toepassingsdomeinen van de nano-elektronische componenten.

    kent de materialen die de basis vormen van deelektronica industrie.

    kent de evolutie achter de verschillende scalingsprocessen die de basis vormen van de steeds sneller evolue rende elektronica industrie. Hij moet hierop kunnen verder bouwen in zijn verdere opleiding.
  •  EC 
  • EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen)

     
  •  DC 
  • EA 2.7 De student heeft inzicht in de opbouw en het productieproces van halfgeleide materialen, sensoren, elektronische componenten en hun toepassingen.  

      
  •  BC 
  • begrijpt de componenten, fabricageprocessen en meetmethodes uit de nanotechnologie beschrijven.

    heeft inzicht in de ver schillende toepassingsdomeinen van de nano-elektronische componenten

    heeft inzicht in de implementatie vannanotechnolo gie in de elektronica in recente en nieuwe ontwikkelingen.

    begrijpt waarom bepaalde materialen en processen gekozen wor den in de elektronica industrie.
  •  EC 
  • EC3 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan zelfstandig problemen herkennen, op eigen initiatief activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen)

     
  •  DC 
  • 3.2 De student kan op gestructureerde wijze een technisch-wetenschappelijk project plannen.

      
  •  BC 
  • kan zelfstandig een voorbereide laboproef initiëren en afwerken binnen de voorziene tijd.
  •  EC 
  • EC4 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven)

     
  •  DC 
  • 4.1 De student kan doelgericht wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken.

      
  •  BC 
  • kan zelfstandig relevante literatuur interpreteren en verwerken die nodig is voor de theorie beter te begrijpen of het labo voor te bereiden.

    kan zelfstandig relevante literatuur opzoeken voor het samenstellen van een review paper over een topicb innen de nano-elektronica.
  •  EC 
  • EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren)

     
  •  DC 
  • 5.4 De student kan problemen opsplitsen in deelproblemen.

      
  •  BC 
  • kan uit de literatuur de essentie halen voor het samenstellen van een review paper over een topic binnen de nano-elektronica.
  •  EC 
  • EC7 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan de geselecteerde methodes en hulpmiddelen innovatief aanwenden om domeinspecifieke oplossingen en ontwerpen planmatig te implementeren met aandacht voor de praktische en economische randvoorwaarden en bedrijfsgebonden implicaties. (implementeren en operationaliseren)

     
  •  DC 
  • 7.1 De student kan een experiment opbouwen en/of uitvoeren.

      
  •  BC 
  • kan zelfstandig een voorbereide laboproef op een nauwkeurige, veilige manier uitvoeren binnen de voorziene tijd, kan de experimentele resultaten correct interpreteren en verwerken en neerschrijven in een verslag.
  •  EC 
  • EC9 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan met vakgenoten mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren over domeingebonden aspecten in een relevante taal en met gebruik van de toepasselijke terminologie. (communiceren)

     
  •  DC 
  • 9.1 De student kan correct, gestructureerd en gepast schriftelijk communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied.

      
  •  BC 
  • kan (op basis van opgezochte referenties) een degelijk wetenschappelijk onderbouwde review paper over een topic binnen de nano-elektronica schrijven
  •  EC 
  • EC10 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan op een constructieve en verantwoordelijke wijze functioneren als lid van een (multidisciplinair) team. (samenwerken)

     
  •  DC 
  • 10.4 De student kan samenwerken binnen een multidisciplinair team.

      
  •  BC 
  • kan individueel en in groepsverband een onderwerp uit de nanotechnologie uitdiepen via literatuurstudie en dit verwerken in een naslagwerk of papers.
  •  EC 
  • EC12 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan toepassings- en oplossingsgericht, met het vereiste doorzettingsvermogen, professioneel en academisch handelen met oog voor realisme en efficiëntie en geeft blijk van een onderzoekende houding tot levenslang leren. (ingenieursattitude)

     
  •  DC 
  • 12.2 De student geeft blijk van een onderzoekende houding.

      
  •  BC 
  • heeft de intentie om voor bepaalde topics binnen de laboproef of paper bredere kennis te vergaren dan enkel de opgegeven leerstof.
 

  EC = eindcompetenties      DC = deelcompetenties      BC = beoordelingscriteria  
Aangeboden inTolerantie3
3de bachelor in de industriële wetenschappen - elektronica-ICT J
schakel IW Elektronica-ICT - deel 2 J



1   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2.
2   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
3   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.