Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Kwalitatieve onderzoeksmethoden (4873)
|
6.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 3 ba major Sociologie (diversiteit) met minor Bestuurskunde (democratie) | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
3 ba major Sociologie (diversiteit) met minor Communicatiewetenschappen (digitalisering) | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen heeft inzicht in de onderlinge relatie van de belangrijkste theoretische stromingen, basisbegrippen, onderzoekstradities en historische ontwikkelingen binnen en tussen de vakgebieden van sociologie, bestuurkunde en communicatiewetenschappen, alsook in verhouding tot vakgebieden binnen en buiten de sociale wetenschappen (interdisciplinariteit). | | - DC
| De student heeft inzicht in de onderlinge relatie tussen centrale theoretische stromingen, onderzoekstradities en historische ontwikkelingen in de sociale en humane wetenschappen en de ontwikkeling en uitvoering van etnografische benaderingswijzen en onderzoeksmethoden. | | | - BC
| De student kan identificeren en begrijpen de onderlinge relatie tussen centrale theoretische stromingen, onderzoekstradities en historische ontwikkelingen in de sociale en humane wetenschappen en de ontwikkeling en uitvoering van etnografische benaderingswijzen en onderzoeksmethoden. | | | - BC
| De student houdt rekening met deze inzichten in het opzetten en uitvoeren van eigen etnografisch onderzoeksproject. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen beschikt over de nodige kwantitatieve, kwalitatieve en digitale methodologische vaardigheden om sociaalwetenschappelijk onderzoek onder begeleiding op te zetten en uit te voeren. | | - DC
| De student kan een etnografisch onderzoek onder begeleiding opzetten en uitvoeren. | | | - BC
| De student kent verschillende etnografische onderzoekstechnieken en kan deze kritisch vergelijken en evalueren. | | | - BC
| De student kan een etnografisch onderzoeksplan ontwerpen, rekening houdend met de kwaliteitsprincipes binnen etnografisch onderzoek. | | | - BC
| De student kent verschillende manieren van probleemformulering, data collectie en data analyse binnen etnografisch onderzoek, kan reflecteren over de uitdagingen errond, en kan onder begeleiding de gepaste technieken selecteren, toepassen en uitvoeren. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen kan mondeling, schriftelijk en visueel rapporteren over wetenschappelijk onderzoek op een onderbouwde, coherente en overtuigende wijze. | | - DC
| De student kan op een onderbouwde, overtuigende, reflexieve en kritische wijze rapporteren (schriftelijk en mondeling) over de verschillende fases en de resultaten van eigen etnografisch onderzoek. Hierbij hanteert de student een correct, academisch taalgebruik. | | | - BC
| De student kan een etnografisch onderzoeksrapport op een coherente en overtuigende wijze opbouwen en verdedigen. | | | - BC
| De student rapporteert schriftelijk en mondeling over eigen etnografisch onderzoek op een onderbouwde, coherente, reflexieve en kritische wijze. | | - DC
| De student kan op een onderbouwde, overtuigende, reflexieve en kritische wijze rapporteren (schriftelijk en mondeling) over de verschillende fases en de resultaten van etnografisch onderzoek van anderen. | | | - BC
| De student rapporteert schriftelijk en mondeling over etnografisch onderzoek van anderen op een onderbouwde, coherente en kritische wijze. | | | - BC
| De student evalueert met een kritische blik het etnografisch onderzoek van anderen en dit presenteert op zowel mondelinge als schriftelijke wijze. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen houdt rekening met sociale en ethische normen in het eigen denken en handelen, op basis van een open, integere en kritische wetenschappelijke houding en een maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef. | | - DC
| De student kent de ethische principes waarmee rekening gehouden moet worden bij de opzet en uitvoeren van etnografisch onderzoek. | | | - BC
| De student reflecteert kritisch over de ethische overwegingen ten aanzien van eventuele participanten (bijvoorbeeld vrijwillige participatie, informed consent, anonimiteit en vertrouwelijkheid) en kan over deze overwegingen en hun implementatie in eigen etnografisch onderzoek rapporteren. | | | - BC
| De student hanteert de regels van wetenschappelijke integriteit bij het uitvoeren van etnografisch onderzoek. | | - DC
| De student kan de eigen positionaliteit binnen het uitvoeren van etnografisch onderzoek kritisch evalueren, en kan hierover rapporteren op basis van een open, integere en kritische wetenschappelijke houding en maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef. | | | - BC
| De student houdt rekening met eigen positionaliteit bij het ontwerpen en uitvoeren van een etnografisch onderzoeksproject. | | | - BC
| De student houdt rekening met eigen positionaliteit bij het rapporteren over een etnografisch onderzoeksproject. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen is zich bewust van haar/zijn rol als sociale wetenschapper en eigen positie binnen een meerlagige, diverse samenleving. | | - DC
| De student kan identificeren de potentiële meerwaarde en potentiële risico's van etnografisch onderzoek in een meerlagige, diverse samenleving en ermee rekening houden in het opzetten, uitvoeren en rapporteren van etnografisch onderzoek. | | | - BC
| De student identificeert de potentiële meerwaarde en potentiële risico's van etnografisch onderzoek in een meerlagige, diverse samenleving. | | | - BC
| De student houdt rekening met de potentiële meerwaarde en risico's van etnografisch onderzoek in een meerlagige, diverse samenleving in het opzetten, uitvoeren en rapporteren van etnografisch onderzoek. | | - DC
| De student kan identificeren en kritische reflecteren op de implicaties van haar/zijn rol als sociale wetenschapper en eigen positie binnen een meerlagige, diverse samenleving op het opzetten, uitvoeren en rapporteren van etnografisch onderzoek. | | | - BC
| De student herkent haar/zijn rol als sociale wetenschapper binnen een meerlagige, diverse samenleving en kritisch reflecteert erover in het opzetten, uitvoeren en rapporteren van etnografisch onderzoek. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student kan Engelstalige teksten lezen en begrijpen
OPO Methodologie van de Sociale Wetenschappen: - De student heeft inzicht in de filosofische assumpties die aan (sociale) wetenschapsbeoefening ten grondslag liggen. - De student heeft basisinzicht in de onderzoekstradities binnen het domein van de sociale wetenschappen. - De student kan de meest voorkomende methoden en technieken voor sociaalwetenschappelijk onderzoek benoemen, herkennen en evalueren.
OPO Onderzoekseminarie: - De student kan een duidelijke probleemstelling en relevante onderzoeksvragen formuleren, toegepast op een goed afgebakend maatschappelijk vraagstuk. - De student kan relevante bronnen en literatuur omtrent een welbepaald sociaalwetenschappelijke vraagstuk identificeren, verzamelen en kritisch verwerken.
OPO Kwalitatieve onderzoeksmethoden: - De student kan de belangrijkste componenten (wetenschappelijke probleemstelling, onderzoeksvraag, literatuurstudie, onderzoeksdesign en conclusie) van een kwalitatief onderzoeksplan uitwerken en motiveren. - De student voert een helder (schriftelijk, mondeling en/of visueel) wetenschappelijk betoog over kwalitatief onderzoek. Hierbij hanteert de student een correct, academisch taalgebruik - De student kent de ethische principes waarmee rekening gehouden moet worden bij de opzet van kwalitatief onderzoek. - De student kan de eigen positionaliteit binnen het uitvoeren van kwalitatief onderzoek kritisch evalueren, en kan hierover rapporteren op basis van een open, integere en kritische wetenschappelijke houding en maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef. - De student kan binnen het uitvoeren van kwalitatief onderzoek probleemoplossend, zelfsturend en innovatief denken en handelen, op basis van een kritische reflectie over het eigen leerproces.
|
|
|
Etnografisch onderzoek is een centrale methode van kwalitatief onderzoek in de sociale wetenschappen waarin onderzoekers zich onderdompelen in een bepaalde onderzoekscontext. Het OPO 'Etnografische methoden' is bestemd voor gevorderde studenten. Het OPO geeft een diepgaand inzicht in het design van een etnografisch onderzoek, in de verschillende fases van een etnografisch onderzoeksproject, in de implementatie van etnografische technieken, in verschillende uitdagingen en dilemma's in etnografisch onderzoek, en in het schrijven van etnografische teksten. Dit wordt gedaan door de presentatie van theoretisch materiaal, zelfstudie van methodologische teksten en klassieke etnografische werken, en door het opdoen van praktijkervaring. Tijdens dit OPO worden de studenten geacht een kleinschalig etnografisch onderzoeksproject te plannen en uit te voeren, onder begeleiding van het onderwijsteam. Tijdens de casussessies worden verschillende vragen en dilemma's uit de individuele etnografischeonderzoeksprojecten behandeld om de onderzoeksvaardigheden te bevorderen.
|
|
|
|
|
|
|
Casussessie ✔
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 50 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 15 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Een student moet minimum een 10/20 behalen op elke deelevaluatie om te kunnen slagen op het opleidingsonderdeel. Onder deelevaluaties verstaan we 1) het geheel van evaluaties tijdens de onderwijsperiode en 2) de evaluatie tijdens de examenperiode. Eventuele resultaten op aanwezigheid of voorbereiding tellen mee als deel van de evaluaties tijdens de onderwijsperiode. |
|
|
|
Gevolg | Een student die op één (of beide) deelevaluaties een lager cijfer dan 10/20 behaalt, krijgt als cijfer het rekenkundig gemiddelde, met een maximum van 9/20 voor het vak. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Herkansing van de mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode is niet mogelijk. Herkansing van de schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode en de schriftelijk examen (paper) is mogelijk. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Reader en/of aparte teksten via Blackboard; Een monografie naar keuze. |
|
|
|
|
|
| exchange sociale wetenschappen | Keuze | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
Etnografisch onderzoek is een centrale methode van kwalitatief onderzoek in de sociale wetenschappen waarin onderzoekers zich onderdompelen in een bepaalde onderzoekscontext. Het OPO 'Etnografische methoden' is bestemd voor gevorderde studenten. Het OPO geeft een diepgaand inzicht in het design van een etnografisch onderzoek, in de verschillende fases van een etnografisch onderzoeksproject, in de implementatie van etnografische technieken, in verschillende uitdagingen en dilemma's in etnografisch onderzoek, en in het schrijven van etnografische teksten. Dit wordt gedaan door de presentatie van theoretisch materiaal, zelfstudie van methodologische teksten en klassieke etnografische werken, en door het opdoen van praktijkervaring. Tijdens dit OPO worden de studenten geacht een kleinschalig etnografisch onderzoeksproject te plannen en uit te voeren, onder begeleiding van het onderwijsteam. Tijdens de casussessies worden verschillende vragen en dilemma's uit de individuele etnografischeonderzoeksprojecten behandeld om de onderzoeksvaardigheden te bevorderen.
|
|
|
|
|
|
|
Casussessie ✔
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 50 % |
|
|
|
|
|
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 15 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Een student moet minimum een 10/20 behalen op elke deelevaluatie om te kunnen slagen op het opleidingsonderdeel. Onder deelevaluaties verstaan we 1) het geheel van evaluaties tijdens de onderwijsperiode en 2) de evaluatie tijdens de examenperiode. Eventuele resultaten op aanwezigheid of voorbereiding tellen mee als deel van de evaluaties tijdens de onderwijsperiode. |
|
|
|
Gevolg | Een student die op één (of beide) deelevaluaties een lager cijfer dan 10/20 behaalt, krijgt als cijfer het rekenkundig gemiddelde, met een maximum van 9/20 voor het vak. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Herkansing van de mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode is niet mogelijk. Herkansing van de schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode en de schriftelijk examen (paper) is mogelijk. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Reader en/of aparte teksten via Blackboard; Een monografie naar keuze. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|