Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 1ste bachelorjaar in de mobiliteitswetenschappen | Verplicht | 162 | 6,0 | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde heeft zicht op het bredere 'interdisciplinaire' kader waarin mobiliteitswetenschappen zich situeert. De bachelor ziet de samenhang tussen het vakgebied van mobiliteitswetenschappen en aanverwante disciplines. | | - DC
| De studenten kunnen relaties tussen ruimtelijke planning, verkeersonderzoek, verkeerstechniek en gedrag herkennen en beschrijven. | | | - BC
| Herkennen en schetsen van relaties tussen ruimtelijke planning, verkeersonderzoek, verkeerstechniek en gedrag. | | | - BC
| Formuleren en beargumenteren van een eigen visie, suggesties en advies waarin de relatie tussen ruimtelijke planning, verkeersonderzoek, verkeerstechniek en gedrag in acht wordt genomen. | | - DC
| De studenten kunnen het werkterrein van de verkeerskundige aantonen. | | | - BC
| In de rol van mobiliteitsambtenaar een eigen visie en suggesties voor het gemeentelijk mobiliteitsbeleid formuleren en beargumenteren. | | | - BC
| Als verkeerskundige adviezen voorstellen en dit beargumenteren voor eenvoudige en concrete verkeers- en vervoersproblemen. | - EC
| De afgestudeerde beschouwt de maatschappij in zijn geheel als belangrijke stakeholder en denkt kritisch na over de maatschappelijke relevantie en consequenties van adviezen en opdrachten. De bachelor kan naast de maatschappij ook de andere stakeholders (belanghebbenden) en hun specifieke belangen identificeren en hiermee rekening houden in zijn aanpak. | | - DC
| De studenten kunnen beschrijven en beredeneren welke stakeholders invloeden ondervinden van het mobiliteitsbeleid en welke stakeholders betrokken zijn in eenvoudige en concrete verkeers- en vervoersproblemen. | | | - BC
| Identificeren van stakeholders in een concreet verkeers- en vervoersprobleem | | | - BC
| Beschrijven waarom die maatschappelijke groep als stakeholder moet worden geïdentificeerd | | - DC
| De studenten kunnen beredeneren en beschrijven welke invloed stakeholders mogelijk zullen ervaren van een advies met betrekking tot een eenvoudig en concreet verkeers- en vervoersprobleem en de studenten kunnen hierover een standpunt innemen en dit beargumenteren. | | | - BC
| Signaleren van invloeden op stakeholders als gevolg van adviezen voor een eenvoudig een concreet verkeers- en vervoersprobleem | | | - BC
| Beargumenteren van de voor- en nadelen van hun geformuleerde advies of visie | - EC
| De afgestudeerde is in staat om te communiceren (zowel schriftelijk als mondeling) over zijn vakgebied (in de vorm van wetenschappelijke verslagen, presentaties, case studies en het verkeerskundig afstudeerproject) met wetenschappers uit het eigen of aangrenzende vakgebieden en met brede maatschappelijke groeperingen (bijv. bewoners, overheden, handelaars). | | - DC
| De studenten kunnen opdrachten met betrekking tot hun eigen woonomgeving en gekoppeld aan de theorie op heldere wijze presenteren aan collega studenten. | | | - BC
| Een presentatie maken die een duidelijke structuur heeft volgens de in de leerstof aangeboden voorschriften. | | | - BC
| Een presentatie maken met een layout volgens de in de leerstof aangeboden voorschriften. | | | - BC
| Informatie op begrijpelijke wijze overbrengen. | | - DC
| De studenten kunnen opdrachten met betrekking tot hun eigen woonomgeving en gekoppeld aan de theorie op heldere wijze rapporteren. | | | - BC
| Een rapport maken dat een duidelijke structuur heeft volgens de in de leerstof aangeboden voorschriften. | | | - BC
| Een rapport maken met een layout volgens de in de leerstof aangeboden voorschriften. | | | - BC
| Literatuurbronnen op de juiste en op heldere wijze bespreken. | - EC
| De afgestudeerde heeft een gedegen interdisciplinaire kennis en inzicht in de belangrijkste theorieën en bevindingen van de verschillende basisdisciplines in mobiliteitswetenschappen. | | - DC
| De studenten kunnen het drie-marktenmodel en de bijhorende bouwstenen / concepten van het mobiliteitsbeleid (zoals locatiebeleid, wegenclassificatie, openbaar vervoer, fiets- en parkeerbeleid, verkeersveiligheid, -leefbaarheid en milieu) op een geïntegreerde manier beschrijven en toepassen op eenvoudige en concrete verkeers- en vervoersproblemen. | | | - BC
| Illustreren hoe het drie-marktenmodel en de bijhoren bouwstenen in hun eigen gemeente zijn uitwerking vindt. | | | - BC
| Het drie-marktenmodel en de bijhorende concepten gebruiken als handvaten om adviezen en suggesties te formuleren en een visie over mobiliteitsbeleid te ontwikkelen. | | | - BC
| Uitleggen hoe het drie-marktenmodel en de bijhorende concepten elkaar onderling beïnvloeden. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Het opleidingsonderdeel bestaat uit een theoretisch en een praktisch gedeelte. De theorie is een algemene inleiding tot de wereld van de mobiliteitsdeskundige. We bespreken basisbegrippen zoals verplaatsingsmarkt, vervoersmarkt en verkeersmarkt en gaan vervolgens dieper in op de essentiële onderdelen ervan zoals de wegencategorisering, openbaar vervoer, fietsbeleid, parkeren, verkeersveiligheid en milieuaspecten.
In de werkzittingen worden deze concepten gesitueerd in een door de student goed gekende omgeving: de eigen woongemeente. Dit is essentieel: de student leert de algemene, abstracte problematiek (theorie) in zijn/haar eigen omgeving (h)erkennen. Tijdens de werkzittingen komen specifieke thema's aan bod zoals verplaatsingsgedrag, netwerken, openbaar vervoer, fietsbeleid en parkeren. Tijdens de laatste werkzitting presenteren de studenten een synthese waarin deze thema's geïntegreerd worden.
Er vindt ook ten minste één stadsbezoek plaats zodat studenten vertrouwd geraken met verkeerskunde op het terrein.
|
|
|
|
|
|
|
Excursie/veldwerk ✔
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 3,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 40 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel behoud van deelcijfer bij de tweede examenkans indien de student voor de opdrachten een score gelijk aan of hoger dan 10/20 heeft behaald. |
|
|
|
|
|
|
|
Andere: | De studenten krijgen een evaluatiecijfer voor het maken van de opdrachten en de mondelinge presentatie. Dit cijfer is een weergave van de inhoudelijke correctheid, de diepgang en de evolutie die de student heeft doorgemaakt. |
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 60 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De punten van het schriftelijk examen blijven behouden bij de tweede examenkans indien de student voor het examen een score gelijk aan of hoger dan 10/20 heeft behaald. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Het tijdig inleveren van de opdrachten (evaluatie tijdens onderwijsperiode) en aanwezigheid tijdens de werkzittingen is verplicht. Een student moet minstens een tolereerbaar cijfer behalen (8/20) op elk onderdeel om te kunnen slagen voor het volledige opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Indien de opdrachten (evaluatie tijdens onderwijsperiode) niet of na de deadline ingeleverd zijn en/of de student ongewettigd afwezig is tijdens de werkzitting(en) kan dit leiden tot een N als eindresultaat op het OPO. Een student die voor een of meerdere onderdelen minder dan 8/20 behaalt, krijgt als eindresultaat fail. |
|
|
|
Extra info | Indien de student 2e zit heeft, dient de student navraag te doen bij de docent welk(e) onderde(e)l(en) hernomen moeten worden tijdens 2e zit. |
|
Periode 2 Studiepunten 3,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 40 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel behoud van deelcijfer bij de tweede examenkans indien de student voor de opdrachten een score gelijk aan of hoger dan 10/20 heeft behaald. |
|
|
|
|
|
|
|
Andere: | De studenten krijgen een evaluatiecijfer voor het maken van de opdrachten en de mondelinge presentatie. Dit cijfer is een weergave van de inhoudelijke correctheid, de diepgang en de evolutie die de student heeft doorgemaakt. |
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 60 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De punten van het schriftelijk examen blijven behouden bij de tweede examenkans indien de student voor het examen een score gelijk aan of hoger dan 10/20 heeft behaald. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Het tijdig inleveren van de opdrachten (evaluatie tijdens onderwijsperiode) en aanwezigheid tijdens de werkzittingen is verplicht. Een student moet minstens een tolereerbaar cijfer behalen (8/20) op elk onderdeel om te kunnen slagen voor het volledige opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Indien de opdrachten (evaluatie tijdens onderwijsperiode) niet of na de deadline ingeleverd zijn en/of de student ongewettigd afwezig is tijdens de werkzitting(en) kan dit leiden tot een N als eindresultaat op het OPO. Een student die voor een of meerdere onderdelen minder dan 8/20 behaalt, krijgt als eindresultaat fail. |
|
|
|
Extra info | Indien de student 2e zit heeft, dient de student navraag te doen bij de docent welk(e) onderde(e)l(en) hernomen moeten worden tijdens 2e zit. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Indien de student 2e zit heeft, dient de student navraag te doen bij de docent welk(e) onderde(e)l(en) hernomen moeten worden tijdens 2e zit. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
De cursus wordt op Blackboard geplaatst. |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
Websites zoals mobielvlaanderen, De Lijn ...
Verkeerskunde en De Verkeersspecialist: maandelijkse tijdschriften over de verkeerskundige actualiteit. |
|
|
|
|
|
| schakelprogramma master in de mobiliteitswetenschappen | Verplicht | 162 | 6,0 | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
Het opleidingsonderdeel bestaat uit een theoretisch en een praktisch gedeelte. De theorie is een algemene inleiding tot de wereld van de mobiliteitsdeskundige. We bespreken basisbegrippen zoals verplaatsingsmarkt, vervoersmarkt en verkeersmarkt en gaan vervolgens dieper in op de essentiële onderdelen ervan zoals de wegencategorisering, openbaar vervoer, fietsbeleid, parkeren, verkeersveiligheid en milieuaspecten.
In de werkzittingen worden deze concepten gesitueerd in een door de student goed gekende omgeving: de eigen woongemeente. Dit is essentieel: de student leert de algemene, abstracte problematiek (theorie) in zijn/haar eigen omgeving (h)erkennen. Tijdens de werkzittingen komen specifieke thema's aan bod zoals verplaatsingsgedrag, netwerken, openbaar vervoer, fietsbeleid en parkeren. Tijdens de laatste werkzitting presenteren de studenten een synthese waarin deze thema's geïntegreerd worden.
Er vindt ook ten minste één stadsbezoek plaats zodat studenten vertrouwd geraken met verkeerskunde op het terrein.
|
|
|
|
|
|
|
Excursie/veldwerk ✔
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 3,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 40 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel behoud van deelcijfer bij de tweede examenkans indien de student voor de opdrachten een score gelijk aan of hoger dan 10/20 heeft behaald. |
|
|
|
|
|
|
|
Andere: | De studenten krijgen een evaluatiecijfer voor het maken van de opdrachten en de mondelinge presentatie. Dit cijfer is een weergave van de inhoudelijke correctheid, de diepgang en de evolutie die de student heeft doorgemaakt. |
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 60 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De punten van het schriftelijk examen blijven behouden bij de tweede examenkans indien de student voor het examen een score gelijk aan of hoger dan 10/20 heeft behaald. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Het tijdig inleveren van de opdrachten (evaluatie tijdens onderwijsperiode) en aanwezigheid tijdens de werkzittingen is verplicht. Een student moet minstens een tolereerbaar cijfer behalen (8/20) op elk onderdeel om te kunnen slagen voor het volledige opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Indien de opdrachten (evaluatie tijdens onderwijsperiode) niet of na de deadline ingeleverd zijn en/of de student ongewettigd afwezig is tijdens de werkzitting(en) kan dit leiden tot een N als eindresultaat op het OPO. Een student die voor een of meerdere onderdelen minder dan 8/20 behaalt, krijgt als eindresultaat fail. |
|
|
|
Extra info | Indien de student 2e zit heeft, dient de student navraag te doen bij de docent welk(e) onderde(e)l(en) hernomen moeten worden tijdens 2e zit. |
|
Periode 2 Studiepunten 3,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 40 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel behoud van deelcijfer bij de tweede examenkans indien de student voor de opdrachten een score gelijk aan of hoger dan 10/20 heeft behaald. |
|
|
|
|
|
|
|
Andere: | De studenten krijgen een evaluatiecijfer voor het maken van de opdrachten en de mondelinge presentatie. Dit cijfer is een weergave van de inhoudelijke correctheid, de diepgang en de evolutie die de student heeft doorgemaakt. |
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 60 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De punten van het schriftelijk examen blijven behouden bij de tweede examenkans indien de student voor het examen een score gelijk aan of hoger dan 10/20 heeft behaald. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Het tijdig inleveren van de opdrachten (evaluatie tijdens onderwijsperiode) en aanwezigheid tijdens de werkzittingen is verplicht. Een student moet minstens een tolereerbaar cijfer behalen (8/20) op elk onderdeel om te kunnen slagen voor het volledige opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Indien de opdrachten (evaluatie tijdens onderwijsperiode) niet of na de deadline ingeleverd zijn en/of de student ongewettigd afwezig is tijdens de werkzitting(en) kan dit leiden tot een N als eindresultaat op het OPO. Een student die voor een of meerdere onderdelen minder dan 8/20 behaalt, krijgt als eindresultaat fail. |
|
|
|
Extra info | Indien de student 2e zit heeft, dient de student navraag te doen bij de docent welk(e) onderde(e)l(en) hernomen moeten worden tijdens 2e zit. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Indien de student 2e zit heeft, dient de student navraag te doen bij de docent welk(e) onderde(e)l(en) hernomen moeten worden tijdens 2e zit. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
De cursus wordt op Blackboard geplaatst. |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
Websites zoals mobielvlaanderen, De Lijn ...
Verkeerskunde en De Verkeersspecialist: maandelijkse tijdschriften over de verkeerskundige actualiteit. |
|
|
|
|
|
1 examenregeling art.1.3, lid 4. |
2 examenregeling art.4.7, lid 2. |
3 examenregeling art.2.2, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|