De multiculturele samenleving, die heden ten dage in belangrijke mate het gevolg is van immigratie, stelt ons voor de vraag of  de huidige rechtsordes met haar eigen historisch gegroeide normen en waarden moeten openstaan voor nieuwe normen en waarden, alsmede op welke wijze op deze ontwikkelingen dient te worden gereageerd. De vragen die rijzen, laten zich gelden op alle terreinen van het recht: van islamitische huwelijken en scheidingen in het familierecht, eerwraakkwesties in het strafrecht, tot de vraag naar een bestuursrechtelijk verbod op het dragen van boerka's in het openbare leven of op de werkvloer, en racisme. Wetgever, beleidsmakers en rechterlijke macht zien zich genoopt om te werken aan een juridisch kader waarin verwantwoorde keuzes worden gemaakt; keuzes die vanuit een democratische rechtsorde te verantwoorden zijn. Belangrijke ontwikkelingen vinden plaats, niet alleen in België en in Nederland, maar ook op Europees en internationaal niveau.

In het blok wordt gewerkt met een rechtsvergelijkende aanpak en een Europese invalshoek. Het blok kent vier componenten:

1) bestudering van theoretische grondslagen

2) bestudering van recht (en beleid) van België, en voor een aantal oinderwerpen rechtsvergelijkend met Nederland; vanuit een juridisch theoretisch kader gecombineerd met een casuïstische benadering: bestudering van het juridisch kader door middel van wetgeving, verdragen, nationale rechtspraak, oordelen van het College voor de Rechten van de Mens en andere organen.

3) bestudering van rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM), in het bijzonder op de volgende gebieden:

 vrijheid van godsdienst, godsdienstuitoefening en levensovertuiging  (artikel 9 EVRM)

 bescherming van het gezinsleven (family life) (artikel 8 EVRM)

 vrijheid van meningsuiting (artikel 10 EVRM)

 verbod van discriminatie naar godsdienst, ras en etniciteit (artikel 14 EVRM)

4)  bestudering van achtergronden van culturen en religies, zoals kennisname van beginselen van islamitisch familierecht, van traditioneel bepaalde beginselen van eergerelateerd geweld end.

Bestudeerd wordt met welke rechtskwesties Belgische en Nederlandse autoriteiten in aanraking komen, hoe zij tot oplossingen komen, welke argumenten in de overwegingen worden betrokken, en op welk niveau oplossingen worden gezocht. De te bestuderen onderwerpen liggen op verschillende rechtsgebieden: mensenrechten, grondslagen van het recht,  anti-discriminatiewetgeving, strafrecht, strafprocesrecht, internationaal privaatrecht, staats- en bestuursrecht, arbeidsrecht, familierecht, Europees recht en metajuridica. Onderzocht wordt eveneens welke rol de vrijheid van godsdienst en de expressievrijheid in dit alles spelen.

Het blok is opgezet rond zeven onderwijsbijeenkomsten en zeven colleges. Daarnaast zullen online opdrachten kunnen worden uitgezet die ook online ingeleverd dienen te worden. 

In de colleges zullen dogmatische leerstukken aan de orde worden gesteld: grondslagen van het recht in een multiculturele samenleving, rechtspluralisme, aspecten van rechtsfilosofie, alsmede achtergronden, en theoretische en conceptuele basis voor leerstukken die nader worden uitgewerkt in de onderwijsbijeenkomsten.

In de onderwijsbijeenkomsten krijgen de theoretische en conceptuele leerstukken een "gezicht" doordat gewerkt gaat worden met concrete casuïstiek. Hierbij zal steeds worden aangesloten bij bestaande en actuele casuïstiek, rechtsvragen, en beleidszaken.  Studenten dienen voorbereid naar de bijeenkomsten te komen, en van eenieder wordt tijdens de bijeenkomsten een actieve participatie verwacht. Dat geldt zowel voor studenten die fysiek in de onderwijsgroep aanwezig zijn alsook voor hen die mogelijk via een online-verbinding aan de onderwijsbijeenkomsten deelnemen.

Inhoudelijk gaat het hierbij (achtereenvolgens) om:

1) denken over pluriformiteit in het recht;

2) godsdienstvrijheid/vrijheid van godsdienstbeleving;

3) anti-discriminatiewetgeving;

4) vrijheid van meningsuiting, en verbod van aanzetten tot discriminatie, haatzaaien of geweld

5) strafrecht (eerwraak en andere kwesties) en strafprocesrecht (bejegening van culturele diversiteit in opsporingsonderzoeksfase, ter terechtzitting, en bij de uitvoering van straffen);

6) familierecht en IPR : islamitische en joodse echtscheidingen;

7) familierecht en gezin; huwelijk (polygamie, huwelijksdwang) en opvoeding (generatieconflicten, besnijdenis);

De onderwerpen worden vanuit Belgisch perspectief behandeld, voor enkele thema's ook uit Nederlands perspectief, en steeds vaker is ook relevant, vanuit Europees perspectief.