Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
Groep 1 |
|
|
Voor volgende opleidingsonderdelen dient u een creditbewijs, vrijstelling, reeds getolereerde onvoldoende of ingezette tolereerbare onvoldoende behaald te hebben.
|
|
|
Bestuursrecht (3845)
|
4,0 stptn |
|
|
Gerechtelijk recht (2122)
|
6,0 stptn |
|
Of groep 2 |
|
|
Voor volgende opleidingsonderdelen dient u een creditbewijs, vrijstelling, reeds getolereerde onvoldoende of ingezette tolereerbare onvoldoende behaald te hebben.
|
|
|
Gerechtelijk recht (2122)
|
6,0 stptn |
|
|
Staats- en bestuursrecht (1879)
|
8,0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P4 SBU | P4 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 1ste masterjaar in de rechten | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan de verschillende belanghebbenden en hun specifieke belangen in een complexe probleemstelling identificeren en deze integreren in zijn eigen redenering en aanpak. | | - DC
| De student kan wanneer hij geconfronteerd wordt met een conflictsituatie waarin een overheid betrokken is, bepalen welke actoren een rol spelen in het conflict en welke de invloed is van hun respectieve posities op de te maken juridische keuzes. De student is in staat bij het kiezen van een oplossingsstrategie de passende betekenis te geven aan de in dit domein onvermijdelijke spanning tussen het algemeen en het particulier belang. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is zich bewust van het belang van onderhandeling en bemiddeling; heeft inzicht in diverse onderhandelings- en bemiddelingstechnieken en weet de basistechnieken adequaat toe te passen. | | - DC
| De student kan wanneer hij geconfronteerd wordt met een conflictsituatie waarin een overheid betrokken is, adequaat inschatten of en in welke mate het kiezen van een methode van alternatieve geschillenoplossing zowel juridisch als feitelijk mogelijk en zinvol is. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een kritische attitude en is in staat het recht en de verschillende juridische standpunten in kaart te brengen, kritisch te benaderen en zo te komen tot een eigen juridisch onderbouwd oordeel. | | - DC
| De student kent de twistpunten in rechtsleer en rechtspraak met betrekking tot de behandelde leerstukken van rechtsbescherming tegen de overheid en kan de verschillende visies duiden en met elkaar confronteren. Hij is in staat om gemotiveerd standpunt in te nemen zowel vanuit een abstract-wetenschappelijk oogpunt, als met het oog op de behartiging van de belangen van een betrokken partij. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om de verschillende elementen en de relevante rechtsregels in een complexe probleemstelling te detecteren en een of meerdere adequate oplossingsstrategieën te selecteren, zijn keuze te verantwoorden en de gekozen oplossingstrategie(ën) toe te passen. | | - DC
| De student kan wanneer hij geconfronteerd wordt met een conflictsituatie waarin een overheid betrokken is, de verschillende betrokken actoren adviseren omtrent de meest geschikte procedureweg om dit probleem aan te pakken. Hij is in staat mogelijke procedureproblemen juist te plaatsen en op te lossen. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemeen wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan wetgevingen, rechtspraak, rechtsleer en andere juridische teksten analyseren, interpreteren en verantwoord aanwenden. | | - DC
| De student kan de relevante juridische teksten correct interpreteren en gebruiken bij het zoeken naar een geschikte oplossing voor een probleem van rechtsbescherming tegen de overheid. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: hij heeft een inleidende en uitdiepende wetenschappelijk-disciplinaire kennis van en inzicht in de leerstukken en systematiek van de rechtsgebieden behorende tot de truncus communis van de masteropleiding, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. Hij kan deze kennis, inzichten en systematiek(en) toepassen, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. | | - DC
| De student kan de centrale begrippen in de behandelde leerstukken van rechtsbescherming tegen de overheid uitleggen en plaatsen, kan deze leerstukken correct duiden in de huidige stand van het recht en kan stelling innemen omtrent het nut van voorgestelde of overwogen evoluties. De student ziet de verbanden tussen de verschillende behandelde leerstukken en kan deze benutten voor het bepalen van de gepaste procedurele stappen bij conflicten met de overheid. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft inzicht in de recente maatschappelijke ontwikkelingen en het wetenschappelijk onderzoek in het vakgebied. | | - DC
| De student kan maatschappelijke discussies omtrent rechtsbescherming tegen de overheid, zoals bijv. omtrent de omvang van het ingrijpen van de bestuursrechter op het beleid, plaatsen in hun juridische context en weet waar hij hieromtrent de nodige juridisch-wetenschappelijke duiding kan vinden. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
In dit blok komt de administratieve en jurisdictionele bescherming van de burger tegen overheidsoptreden aan bod. De basiskennis die in dit verband aan de studenten werd aangereikt in de bacheloropleiding, o.m. in het kader van de colleges staatsrecht- en bestuursrecht en gerechtelijk recht, wordt verder uitgediept.
Vanuit de algemene notie overheid wordt een onderscheid gemaakt tussen de verschillende overheden waarmee de burger in aanraking kan komen en wordt nagegaan op welke wijze hij ten aanzien van die overheden zijn rechten kan vrijwaren.
Belangrijke aandacht wordt besteed aan de bescherming van de burger tegen het optreden van de administratieve overheden. Hierbij wordt zowel de preventieve rechtsbescherming besproken, als de rechtsbescherming achteraf. Er wordt ingegaan op het onderscheid tussen de administratieve beroepen en de jurisdictionele beroepen, waarbij ook de weerslag van het administratief beroep op het jurisdictioneel beroep wordt besproken. Ook de bevoegdheidsverdeling tussen de gewone rechter en de administratieve rechtscolleges, daarin begrepen de beslechting van conflicten van attributie, komt aan bod. Voor beide soorten jurisdicties wordt nagegaan welk rechtsherstel zij de burger kunnen bieden, onder meer via de leer van de overheidsaansprakelijkheid. Binnen dit onderdeel neemt de studie van de Raad van State als hoogste administratief rechtscollege een belangrijke plaats in. Zowel de organisatie en de bevoegdheid daarvan, als de procesvoering voor de afdeling bestuursrechtspraak en de gevolgen van de arresten daarvan, komen dan ook uitgebreid aan bod. Tot slot zal de vraag worden gesteld naar de mogelijkheid van bemiddeling met het bestuur.
Wat betreft de rechtsbescherming tegen het optreden van wetgevende organen, wordt de aandacht in hoofdzaak gericht op de positie van het Grondwettelijk Hof, de mogelijke procedures daarvoor en de gevolgen van de arresten van het Hof. Via de evoluties inzake overheidsaansprakelijkheid, komt zowel de rechtsbescherming tegen de wetgevende organen als tegen de rechterlijke organen aan bod.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Onderwijsgroep ✔
|
|
|
|
Periode 4 Studiepunten 6,00
|
Extra info | De docent bepaalt in overleg met het Opleidingsbestuur en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Afhankelijk van het aantal deelnemers kan de evaluatievorm bij de tweede kans gewijzigd worden. |
|
|
|
|
 
|
Begincompetenties |
|
De student is vertrouwd met de basisbegrippen uit het bestuursrecht, het gerechtelijk recht en het grondwettelijk recht.
De student is vertrouwd met de krachtlijnen van de Belgische staatsstructuur en de positie van de gerechtelijke en buitengerechtelijke rechtscolleges.
De student is vertrouwd met het formalisme dat voor procesrecht kenmerkend is. |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
Actuele, door de leden van het onderwijsteam aan te duiden rechtspraak Raad van State, Raad voor Vergunningsbetwistingen, Grondwettelijk Hof, hoven en rechtbanken |
|
|
|
|
|
1 examenregeling art.1.3, lid 4. |
2 examenregeling art.4.7, lid 2. |
3 examenregeling art.2.2, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|