Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Voor volgende opleidingsonderdelen dient u een creditbewijs, vrijstelling, reeds getolereerde onvoldoende of ingezette tolereerbare onvoldoende behaald te hebben.
|
|
|
Rechten van de mens (2119)
|
6,0 stptn |
|
|
Strafrecht en strafprocesrecht (1883)
|
10,0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P4 SBU | P4 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 2e masterjaar in de rechten: rechten - private | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan de verschillende belanghebbenden en hun specifieke belangen in een complexe probleemstelling identificeren en deze integreren in zijn eigen redenering en aanpak. | | - DC
| De student kan de relevante nationale en internationale actoren (in ruime zin) benoemen, ze plaatsen binnen het jeugdrechtsysteem/het kinderrechtenlandschap en kan ze aanwenden in complexe situaties. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: onderkent ethische en sociaal maatschappelijke aspecten in een juridische context, kan er kritisch over reflecteren en kan op basis van ethische aspecten en met in acht neming van zijn verantwoordelijkheden als jurist richting geven aan zijn oordeelsvorming. | | - DC
| De student kan de maatschappelijke relevantie duiden van de keuzes die worden gemaakt in de uitbouw van een jeugdrechtsysteem, met bijzondere aandacht voor de basis-jeugdcriminologische inzichten, en kan hierover kritisch reflecteren. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan in teamverband op een actieve en constructieve manier bijdragen aan een gemeenschappelijke doelstelling in een multidisciplinaire context. | | - DC
| De student kan, zowel individueel als in teamverband, aan de slag met een complexe probleemstelling/casus betreffende het jeugdbeschermingsrecht of de kinderrechten. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om eigen ideeën, standpunten en oplossingen zowel schriftelijk als mondeling op een adequate manier te communiceren en te presenteren in diverse contexten. Hij is in staat om presentaties te geven en daarbij gebruik te maken van de Engelse en Franse (rechts)taal. | | - DC
| De student is in staat schriftelijk en mondeling over zijn oplossingen en analyses te rapporteren en over de behandelde onderwerpen in discussie te treden.
Voor de 'moot court' worden internationaal relevante kinderrechtencases behandeld, expliciet gebruik makend van anderstalige rechtsbronnen. Tijdens de presentatiesessies vertegenwoordigt de student een partij door het schrijven van conclusies en het uiteenzetten van de argumenten in een mondeling pleidooi. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is zich bewust van het belang van onderhandeling en bemiddeling; heeft inzicht in diverse onderhandelings- en bemiddelingstechnieken en weet de basistechnieken adequaat toe te passen. | | - DC
| De student kan de plaats en het belang van bemiddeling in het jeugdbeschermingsrecht duiden. Hij/zij kent het wettelijk kader en de uitgangspunten en kan deze toepassen op een casus. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een kritische attitude en is in staat het recht en de verschillende juridische standpunten in kaart te brengen, kritisch te benaderen en zo te komen tot een eigen juridisch onderbouwd oordeel. | | - DC
| De student benadert situaties (complexe probleemtaken, maar ook de eigen prestaties en die van medestudenten) op een kritische manier, kan hierover rapporteren en is in staat tot een zelfstandige reflectie over actuele vraagstukken inzake jeugdrecht en kinderrechten te komen. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om de verschillende elementen en de relevante rechtsregels in een complexe probleemstelling te detecteren en een of meerdere adequate oplossingsstrategieën te selecteren, zijn keuze te verantwoorden en de gekozen oplossingstrategie(ën) toe te passen. | | - DC
| De student weet een complexe probleemtaak/casus inzake het jeugdbeschermingsrecht of de kinderrechten te analyseren en de gepaste oplossingsmethoden aan te wenden. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemeen wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan kritisch en op zelfstandige wijze omgaan met verschillende (digitale) bronnen van het juridische vakgebied, zowel Nederlandstalige, Franstalige als Engelstalige bronnen. | | - DC
| De student kan wetenschappelijke (juridische en extra-juridische, Nederlandstalige en niet-Nederlandstalige) bronnen opzoeken en kritisch verwerken voor de deelname aan onderwijsgroepen en de moot court. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemeen wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan wetgevingen, rechtspraak, rechtsleer en andere juridische teksten analyseren, interpreteren en verantwoord aanwenden. | | - DC
| De student kan juridische en extra-juridische teksten interpreteren en toepassen op concrete probleemstellingen uit het vakgebied die aan bod komen in zowel de onderwijsgroepen als de moot court. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: hij heeft een inleidende en uitdiepende wetenschappelijk-disciplinaire kennis van en inzicht in de leerstukken en systematiek van de rechtsgebieden behorende tot de truncus communis van de masteropleiding, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. Hij kan deze kennis, inzichten en systematiek(en) toepassen, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. | | - DC
| De student kan de algemene beginselen, de begrippen en de technische aspecten van het jeugdbeschermingsrecht herkennen, omschrijven en duiden. Hij kan de leerstof bovendien op een geïntegreerde wijze hanteren en plaatsen in het ruimere leerstuk en in een internationaal/vergelijkende context. De student kan daarbij verbanden leggen, zowel binnen het opleidingsonderdeel zelf als met verwante materies. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: hij heeft inzicht in de voortdurende interactie tussen nationaal, supranationaal en internationaal recht. | | - DC
| De student toont tijdens de moot courtsessies aan de hand van een uitgewerkte conclusie, opgesteld volgens de geldende procedureregels, aan dat hij vertrouwd is met de internationale en supranationale kinderrechtenstandaarden en een zicht heeft op de doorwerking (in ruime zin) in België door alle elementen te integreren. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft inzicht in de recente maatschappelijke ontwikkelingen en het wetenschappelijk onderzoek in het vakgebied. | | - DC
| De student kent de achtergronden, de wijze van (politieke) besluitvorming en de maatschappelijke relevantie van keuzes die worden gemaakt in de uitbouw van een jeugdrechtsysteem, met bijzondere aandacht voor de basis-jeugdcriminologische inzichten. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Het opleidingsonderdeel 'Jeugdrecht en kinderrechten' wil de student kritisch leren omgaan met de algemene beginselen, de begrippen en de technieken van zowel het jeugdbeschermingsrecht als de kinderrechten. Het luik 'jeugdbeschermingsrecht' gaat in op de overheidsinterventies in geval van verontrustende situaties en van jeugddelinquentie. Deze fenomenen en hun aanpak worden niet alleen strikt-juridisch benaderd, maar ook gedragswetenschappelijk (vnl. criminologisch). Bijzondere aandacht gaat eveneens naar de beleids- en rechtspraktijk, door te werken rond actuele thema's en met casussen. In het luik 'kinderrechten' komt de context en het internationaalrechtelijke kader inzake kinderrechten aan bod, en de doorwerking ervan in een reeks van rechts- en maatschappelijke domeinen.
Er worden twee extracurriculaire activiteiten georganiseerd: het bijwonen van een zitting van de jeugdrechtbank Hasselt en een geleid bezoek aan een jeugdinstelling. Deze zijn niet verplicht, maar wel sterk aan te raden.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Onderwijsgroep ✔
|
|
|
|
Periode 4 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 35 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De student kan de deelpunten voor de schriftelijke en mondelinge evaluatie (samen genomen) overdragen indien hij de helft of meer van de punten behaald heeft tijdens de eerste examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 15 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De student kan de deelpunten voor de schriftelijke en mondelinge evaluatie (samen genomen) overdragen indien hij de helft of meer van de punten behaald heeft tijdens de eerste examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
Andere: | Algemene medewerking |
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 50 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De student kan de deelpunten voor het schriftelijke examen overdragen indien hij de helft of meer van de punten behaald heeft tijdens de eerste examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Tijdens het schriftelijk examen is het gebruik van het cursusmateriaal, slides, lesnotities, blokboek en wetboeken toegestaan. |
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Verplichte aanwezigheid voor de onderwijsgroepen. |
|
|
|
Gevolg | Ongewettigde afwezigheden leiden tot een aftrek van punten inzake permanente evaluatie (0,5 punt per sessie). Gewettigde afwezigheden (op voorhand toegestaan door het didactisch team of verantwoord door een doktersattest) leiden niet tot een aftrek van punten. Zij worden bij voorkeur opgevangen door deelname aan een onderwijsgroep op een ander moment. Indien dat niet mogelijk is, moet een vervangtaak worden gemaakt die overeenkomt met een studietijdbesteding van 8 uur. Het niet of niet tijdig indienen van een verplichte schriftelijke opdracht tijdens de onderwijsgroepen, leidt tot een nulquotering voor die opdracht. |
|
|
|
Extra info | De docent bepaalt in overleg met het Opleidingsbestuur en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Bij een tweede kans worden de deelpunten voor het examen of de permanente evaluatie behouden indien de student voor dit onderdeel geslaagd was. Indien de student een tekort behaalde op het examen, vindt er opnieuw een schriftelijk, open-boek examen plaats (op 10 punten). Indien de student een tekort behaalde op de permanente evaluatie, krijgt de student een vervangtaak. Indien de student op beide onderdelen een tekort behaalde, moet zowel het examen als de vervangtaak in tweede zit volbracht worden. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
- Handboek Jeugdbeschermingsrecht,J. Put,laatste editie,Brugge, die Keure,9789048642540
- Wetboek Jeugdrecht,J. Put,laatste editie,Larcier, Gent,9789400014022
|
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
Jeugdrecht en kinderrechten,Blokboek met aanvullende wetgeving |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
- Het Vlaamse jeugddelinquentierecht,J. PUT en J. LEENKNECHT (editors),2019,Larcier, Gent,9782807913585,Beschikbaar als e-book: https://www-stradalex-com.bib-proxy.uhasselt.be/nl/sl_mono/toc/JEUGDDEL/doc/JEUGDDEL_001
- Jeugdsanctierecht voorgesteld. Naar een constructief jeugdsanctierecht,S. HESPEL en J. PUT,2014,Larcier, Gent,9782804469276,Beschikbaar als e-book: https://www-stradalex-com.bib-proxy.uhasselt.be/nl/sl_mono/toc/CONJEUG/doc/CONJEUG_001
|
|
|
|
|
|
| keuze master voor corporate (UH) | Keuze | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
master rechten OR | Keuze | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan de verschillende belanghebbenden en hun specifieke belangen in een complexe probleemstelling identificeren en deze integreren in zijn eigen redenering en aanpak. | | - DC
| De student kan de relevante nationale en internationale actoren (in ruime zin) benoemen, ze plaatsen binnen het jeugdrechtsysteem/het kinderrechtenlandschap en kan ze aanwenden in complexe situaties. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: onderkent ethische en sociaal maatschappelijke aspecten in een juridische context, kan er kritisch over reflecteren en kan op basis van ethische aspecten en met in acht neming van zijn verantwoordelijkheden als jurist richting geven aan zijn oordeelsvorming. | | - DC
| De student kan de maatschappelijke relevantie duiden van de keuzes die worden gemaakt in de uitbouw van een jeugdrechtsysteem, met bijzondere aandacht voor de basis-jeugdcriminologische inzichten, en kan hierover kritisch reflecteren. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan in teamverband op een actieve en constructieve manier bijdragen aan een gemeenschappelijke doelstelling in een multidisciplinaire context. | | - DC
| De student kan, zowel individueel als in teamverband, aan de slag met een complexe probleemstelling/casus betreffende het jeugdbeschermingsrecht of de kinderrechten. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om eigen ideeën, standpunten en oplossingen zowel schriftelijk als mondeling op een adequate manier te communiceren en te presenteren in diverse contexten. Hij is in staat om presentaties te geven en daarbij gebruik te maken van de Engelse en Franse (rechts)taal. | | - DC
| De student is in staat schriftelijk en mondeling over zijn oplossingen en analyses te rapporteren en over de behandelde onderwerpen in discussie te treden. Voor de 'moot court' worden internationaal relevante kinderrechtencases behandeld, expliciet gebruik makend van anderstalige rechtsbronnen. Tijdens de presentatiesessies vertegenwoordigt de student een partij door het schrijven van conclusies en het uiteenzetten van de argumenten in een mondeling pleidooi. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is zich bewust van het belang van onderhandeling en bemiddeling; heeft inzicht in diverse onderhandelings- en bemiddelingstechnieken en weet de basistechnieken adequaat toe te passen. | | - DC
| De student kan de plaats en het belang van bemiddeling in het jeugdbeschermingsrecht duiden. Hij/zij kent het wettelijk kader en de uitgangspunten en kan deze toepassen op een casus. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een kritische attitude en is in staat het recht en de verschillende juridische standpunten in kaart te brengen, kritisch te benaderen en zo te komen tot een eigen juridisch onderbouwd oordeel. | | - DC
| De student benadert situaties (complexe probleemtaken, maar ook de eigen prestaties en die van medestudenten) op een kritische manier, kan hierover rapporteren en is in staat tot een zelfstandige reflectie over actuele vraagstukken inzake jeugdrecht en kinderrechten te komen. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om de verschillende elementen en de relevante rechtsregels in een complexe probleemstelling te detecteren en een of meerdere adequate oplossingsstrategieën te selecteren, zijn keuze te verantwoorden en de gekozen oplossingstrategie(ën) toe te passen. | | - DC
| De student weet een complexe probleemtaak/casus inzake het jeugdbeschermingsrecht of de kinderrechten te analyseren en de gepaste oplossingsmethoden aan te wenden. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemeen wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan kritisch en op zelfstandige wijze omgaan met verschillende (digitale) bronnen van het juridische vakgebied, zowel Nederlandstalige, Franstalige als Engelstalige bronnen. | | - DC
| De student kan wetenschappelijke (juridische en extra-juridische, Nederlandstalige en niet-Nederlandstalige) bronnen opzoeken en kritisch verwerken voor de deelname aan onderwijsgroepen en de moot court. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemeen wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan wetgevingen, rechtspraak, rechtsleer en andere juridische teksten analyseren, interpreteren en verantwoord aanwenden. | | - DC
| De student kan juridische en extra-juridische teksten interpreteren en toepassen op concrete probleemstellingen uit het vakgebied die aan bod komen in zowel de onderwijsgroepen als de moot court. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: hij heeft een inleidende en uitdiepende wetenschappelijk-disciplinaire kennis van en inzicht in de leerstukken en systematiek van de rechtsgebieden behorende tot de truncus communis van de masteropleiding, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. Hij kan deze kennis, inzichten en systematiek(en) toepassen, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. | | - DC
| De student kan de algemene beginselen, de begrippen en de technische aspecten van het jeugdbeschermingsrecht herkennen, omschrijven en duiden. Hij kan de leerstof bovendien op een geïntegreerde wijze hanteren en plaatsen in het ruimere leerstuk en in een internationaal/vergelijkende context. De student kan daarbij verbanden leggen, zowel binnen het opleidingsonderdeel zelf als met verwante materies. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: hij heeft inzicht in de voortdurende interactie tussen nationaal, supranationaal en internationaal recht. | | - DC
| De student toont tijdens de moot courtsessies aan de hand van een uitgewerkte conclusie, opgesteld volgens de geldende procedureregels, aan dat hij vertrouwd is met de internationale en supranationale kinderrechtenstandaarden en een zicht heeft op de doorwerking (in ruime zin) in België door alle elementen te integreren. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft inzicht in de recente maatschappelijke ontwikkelingen en het wetenschappelijk onderzoek in het vakgebied. | | - DC
| De student kent de achtergronden, de wijze van (politieke) besluitvorming en de maatschappelijke relevantie van keuzes die worden gemaakt in de uitbouw van een jeugdrechtsysteem, met bijzondere aandacht voor de basis-jeugdcriminologische inzichten. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Het opleidingsonderdeel 'Jeugdrecht en kinderrechten' wil de student kritisch leren omgaan met de algemene beginselen, de begrippen en de technieken van zowel het jeugdbeschermingsrecht als de kinderrechten. Het luik 'jeugdbeschermingsrecht' gaat in op de overheidsinterventies in geval van verontrustende situaties en van jeugddelinquentie. Deze fenomenen en hun aanpak worden niet alleen strikt-juridisch benaderd, maar ook gedragswetenschappelijk (vnl. criminologisch). Bijzondere aandacht gaat eveneens naar de beleids- en rechtspraktijk, door te werken rond actuele thema's en met casussen. In het luik 'kinderrechten' komt de context en het internationaalrechtelijke kader inzake kinderrechten aan bod, en de doorwerking ervan in een reeks van rechts- en maatschappelijke domeinen.
Er worden twee extracurriculaire activiteiten georganiseerd: het bijwonen van een zitting van de jeugdrechtbank Hasselt en een geleid bezoek aan een jeugdinstelling. Deze zijn niet verplicht, maar wel sterk aan te raden.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Onderwijsgroep ✔
|
|
|
|
Periode 4 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 35 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De student kan de deelpunten voor de schriftelijke en mondelinge evaluatie (samen genomen) overdragen indien hij de helft of meer van de punten behaald heeft tijdens de eerste examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 15 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De student kan de deelpunten voor de schriftelijke en mondelinge evaluatie (samen genomen) overdragen indien hij de helft of meer van de punten behaald heeft tijdens de eerste examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 50 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De student kan de deelpunten voor het schriftelijke examen overdragen indien hij de helft of meer van de punten behaald heeft tijdens de eerste examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Tijdens het schriftelijk examen is het gebruik van het cursusmateriaal, slides, lesnotities, blokboek en wetboeken toegestaan. |
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Verplichte aanwezigheid voor de onderwijsgroepen. |
|
|
|
Gevolg | Ongewettigde afwezigheden leiden tot een aftrek van punten inzake permanente evaluatie (0,5 punt per sessie). Gewettigde afwezigheden (op voorhand toegestaan door het didactisch team of verantwoord door een doktersattest) leiden niet tot een aftrek van punten. Zij worden bij voorkeur opgevangen door deelname aan een onderwijsgroep op een ander moment. Indien dat niet mogelijk is, moet een vervangtaak worden gemaakt die overeenkomt met een studietijdbesteding van 8 uur. Het niet of niet tijdig indienen van een verplichte schriftelijke opdracht tijdens de onderwijsgroepen, leidt tot een nulquotering voor die opdracht. |
|
|
|
Extra info | De docent bepaalt in overleg met het Opleidingsbestuur en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Bij een tweede kans worden de deelpunten voor het examen of de permanente evaluatie behouden indien de student voor dit onderdeel geslaagd was. Indien de student een tekort behaalde op het examen, vindt er opnieuw een schriftelijk, open-boek examen plaats (op 10 punten). Indien de student een tekort behaalde op de permanente evaluatie, krijgt de student een vervangtaak. Indien de student op beide onderdelen een tekort behaalde, moet zowel het examen als de vervangtaak in tweede zit volbracht worden. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
- Handboek Jeugdbeschermingsrecht,J. Put,laatste editie,Brugge, die Keure,9789048642540
- Wetboek Jeugdrecht,J. Put,laatste editie,Larcier, Gent,9789400014022
|
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
Jeugdrecht en kinderrechten,Blokboek met aanvullende wetgeving |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
- Het Vlaamse jeugddelinquentierecht,J. PUT en J. LEENKNECHT (editors),2019,Larcier, Gent,9782807913585,Beschikbaar als e-book: https://www-stradalex-com.bib-proxy.uhasselt.be/nl/sl_mono/toc/JEUGDDEL/doc/JEUGDDEL_001
- Jeugdsanctierecht voorgesteld. Naar een constructief jeugdsanctierecht,S. HESPEL en J. PUT,2014,Larcier, Gent,9782804469276,Beschikbaar als e-book: https://www-stradalex-com.bib-proxy.uhasselt.be/nl/sl_mono/toc/CONJEUG/doc/CONJEUG_001
|
|
|
|
|
|
1 examenregeling art.1.3, lid 4. |
2 examenregeling art.4.7, lid 2. |
3 examenregeling art.2.2, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|