Deze cursus behandelt het brede veld van architectuur – gebouwen, interieurs, kunstwerken en stedelijke ruimtes – doorheen de 20^e eeuw.
De lessenreeks bestaat uit twee delen.

• Week 1-7: Een eerste deel van de cursus bestaat uit zeven gemeenschappelijke lessen voor de studenten architectuur en interieurarchitectuur waarin de Westerse architectuur- en interieurgeschiedenis van de 20^e eeuw op chronologische wijze wordt benaderd. 
• Week 8-15: Het tweede deel van de cursus bestaat uit een afzonderlijk verdiepingstraject voor de studenten architectuur en interieurarchitectuur. Dit verdiepingstraject is thematisch georganiseerd en bestaat zowel uit oeuvrestudies van ontwerpers uit de 20^eeeuw, als uit casestudies waarin specifieke theoretische, esthetische, sociale, klimatologische en politieke uitdagingen centraal staan.  

Hoewel de lessen chronologisch zijn opgebouwd en het zwaartepunt ligt bij de West-Europese architectuurproductie, benadrukt deze lessenreeks vooral de connecties, interacties en uitwisseling op een globale schaal. Tijdens activerende hoorcolleges worden studenten uitgenodigd om te reflecteren over de intellectuele, historische, politieke en sociale context waarin (interieur)architectuur tot stand komt.

Aan de hand van gedetailleerde analyses van het ontwerp – via grondplannen, doorsnedes, axonometrieën, foto’s en bewegend beeld – staan we stil bij aspecten van ruimtelijkheid en beleving, functie, constructie, gebruik en context. Naast het standpunt van de ontwerper, worden dus ook de eisen van de opdrachtgever en de beleving van de gebruiker in rekening gebracht. 

Doorheen het semester werken de studenten in kleine groepjes aan een cultuurkrant. Ieder groepje doorloopt de verschillende fases van een redactieproces, gaande van de ochtendvergadering, de redactievergadering tot eindredactie en lay-out. De krantjes bevatten een editorial, recensies van lopende tentoonstellingen, interviews, boekbesprekingen, essays over actuele culturele thema’s en een cultuuragenda.