| Onderwijstaal : Nederlands |
| Examencontract: niet mogelijk |
|
Volgtijdelijkheid
|
| |
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
| |
| |
| |
Voor volgende opleidingsonderdelen dient u een creditbewijs, vrijstelling, reeds getolereerde onvoldoende of ingezette tolereerbare onvoldoende behaald te hebben.
|
| |
|
Projectmanagement (2416)
|
3,0 stptn |
| |
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleiding
|
| |
| |
|
Groep 1 |
| |
| |
Voor de volgende opleidingen dient u een bepaald aantal studiepunten credits, vrijstellingen, reeds getolereerde onvoldoendes of ingezette tolereerbare onvoldoendes behaald te hebben. Het vereiste aantal studiepunten wordt per opleiding weergegeven.
|
| |
|
bachelor in de interieurarchitectuur
|
180,0 stptn |
| |
|
Of groep 2 |
| |
| |
Voor de volgende opleidingen dient u een bepaald aantal studiepunten credits, vrijstellingen, reeds getolereerde onvoldoendes of ingezette tolereerbare onvoldoendes behaald te hebben. Het vereiste aantal studiepunten wordt per opleiding weergegeven.
|
| |
|
voorbereidingsprogramma master in de interieurarchitectuur
|
39,0 stptn |
| |
|
Of groep 3 |
| |
| |
Voor de volgende opleidingen dient u een bepaald aantal studiepunten credits, vrijstellingen, reeds getolereerde onvoldoendes of ingezette tolereerbare onvoldoendes behaald te hebben. Het vereiste aantal studiepunten wordt per opleiding weergegeven.
|
| |
|
schakelprogramma master in de interieurarchitectuur
|
48,0 stptn |
| |
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
 | master in de interieurarchitectuur | Verplicht | 162 | 6,0 | 81 | 81 | 6,0 | Ja | Nee | Numeriek |  |
|
| | | Eindcompetenties |
- EC
| Kan vanuit een complexe ontwerpvraag, in het bijzonder binnen de domeinen meubel/wonen, retail design, scenografie of herbestemming, zelfstandig een relevant onderzoek (m.i.v. ontwerpend onderzoek) opzetten en uitvoeren, de resultaten ervan integreren in het ontwerpproces, erover reflecteren en rapporteren op wetenschappelijke wijze en resultaten van eigen onderzoek en van anderen kritisch interpreteren. | - EC
| Een ontwerp(proces) overtuigend communiceren aan leken en specialisten, via beeld, geschreven en gesproken woord en gebruik makend van gepaste visualisatietechnieken, zowel digitale als handmatige, op gelaagde, gerichte en beargumenteerde wijze. | - EC
| Over managementcapaciteiten beschikken voor het leidinggevend opvolgen van een (al dan niet multidisciplinair) ontwerp- of realisatieteam en een bouwkundig uitvoeringsdossier kunnen opstellen en communiceren, rekening houdend met de deontologie van het beroep. | - EC
| Kennis en inzicht hebben in het werkveld, zowel actueel als historisch, van de interieurarchitectuur, de eigen praktijk in dit kader kunnen situeren en de nieuwste ontwikkelingen binnen dit werkveld kunnen implementeren in de lopende ontwerppraktijk. |
|
| | EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
|
De keuze wordt, vooraf aan de stage, goedgekeurd door de stagecoördinator, die in opdracht van de opleiding interieurarchitectuur de stage coördineert, a.d.h.v. een stage-overeenkomst, ondertekend door de 3 betrokken partijen en dit in combinatie met het stageprogramma en een risicopostenformulier.
|
|
Ze laat de student(e) toe om de bij studie verkregen kennis en inzichten te toetsen aan de
praktijk.
|
|
Hij/zij werkt in teamverband en krijgt taken die liggen binnen de brainstorming/conceptvorming.
|
|
De projectstage heeft een beperkte duur, biedt de student(e) de mogelijkheid kennis te maken met diverse
aspecten van de bouw- en planningpraktijk.
|
|
Ze kan gekoppeld zijn aan de domeinkeuze ( meubel/object/wonen, scenografie, retail of herbestemming) van de student.
|
|
Hij/zij is betrokken bij het ontwerpproces en de aanzet tot uitvoering.
|
|
Van de stageperiode wordt een neerslag gemaakt onder de vorm van een verslag, in te leveren tegen een vooraf bepaalde datum. Hierin brengt de student(e) op een kritische wijze verslag uit van het wel en wee van de stage en illustreert hij/zij de taken, waarmee hij/zij werd belast en de nuttige informatie, die hij/zij gedurende de stage heeft verzameld. Naast het verslag maakt de student ook een poster waarmee hij/zij zijn/haar indruk over de stage grafisch weer geeft en hierover communiceert met zijn/haar medestudent in de 3de bachelor tijdens een stagebeurs.
|
|
De stagemeester vult het evaluatieformulier in, waar hij de verschillende competenties van de student kan beoordelen.
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 6,00
| Evaluatievorm | |
|
| Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 100 % |
|
| Andere: | De evaluatie gebeurt o.b.v. een stageverslag, een poster en een evaluatie door de stagemeester. |
|
|
|
|
|
| Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
| Voorwaarden | De student dient het stageverslag in te dienen volgens de gecommuniceerde afspraken. |
|
|
|
| Gevolg | Het laattijdig indienen van het stageverslag zorgt voor een 0 op de beoordeling van dit opleidingsonderdeel en de student wordt verwezen naar de tweede examenkans. |
|
|
|
| Mogelijke externe locatie | ✔ |
|
Tweede examenkans
| Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
| Toelichting evaluatievorm | de student kan het stageverslag indienen tijdens een vastgelegd tijdstip in de tweede zittijd of in samenspraak met de coördinator van de stage. |
|
|
|
|
|
| Verplicht studiemateriaal |
| |
De nodige stagedocumenten worden via blackboard ter beschikking gesteld. |
|
|
|
|
|
1 examenregeling art.1.3, lid 4. |
| 2 examenregeling art.4.7, lid 2. |
3 examenregeling art.2.2, lid 3.
|
| Legende |
| SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|