|
EC | EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) |
| DC | 1.12 De student kent de sleutelaspecten van onderzoeksmethodiek en projectmatig werken. |
| | BC | kan een kwalitatief onderzoek toegepast op een technische casus uitwerken in samenwerking met zijn groepsleden. |
| DC | 1.13 De student kent de basisbegrippen uit levensbeschouwingen en uit courante ethische denkkaders met betrekking tot wetenschap en techniek. |
| | BC | maakt correct gebruik van ethische vaktermen. |
EC | EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) |
| DC | 2.11 De student heeft inzicht in de sleutelaspecten van onderzoeksmethodiek en projectmatig werken. |
| | BC | kan de onderdelen van een wetenschappelijk paper uitwerken. |
| DC | 2.12 De student heeft inzicht in levensbeschouwingen en in courante ethische denkkaders met betrekking tot wetenschap en techniek. |
| | BC | kan een ethisch denkkader toepassen op een technisch-wetenschappelijke casus. |
EC | EC3 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan zelfstandig problemen herkennen, op eigen initiatief activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen) |
| DC | 3.1 De student kan een relevante onderzoeksvraag opstellen. |
| | BC | kan een onderzoeksvraag opstellen voor een technisch-wetenschappelijke casus. |
| DC | 3.2 De student kan op gestructureerde wijze een technisch-wetenschappelijk project plannen. |
| | BC | respecteert deadlines en een opgegeven tijdsplanning. |
| | BC | kan een groep samenstellen en de taken verdelen. |
EC | EC4 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven) |
| DC | 4.1 De student kan doelgericht wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken. |
| | BC | kan betrouwbare en onbetrouwbare informatie van elkaar onderscheiden. |
| | BC | kan informatie opzoeken over verschillende wetenschappelijke disciplines toegepast op een technisch-wetenschappelijke casus. |
| DC | 4.3 De student kan correct refereren. |
| | BC | schrijft een wetenschappelijke paper met APA-referenties in de tekst en een bibliografie. |
EC | EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) |
| DC | 5.4 De student kan problemen opsplitsen in deelproblemen. |
| | BC | kan de een casus m.b.t. wetenschap en techniek uitrafelen en de impact op verschillende domeinen beschrijven. |
EC | EC8 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) |
| DC | 8.2 De student kan kritisch reflecteren met betrekking tot een technisch-wetenschappelijk project. |
| | BC | legt verbanden over verschillende wetenschappelijke disciplines. |
| | BC | beoordeelt de verschillende argumenten uit de verschillende wetenschappelijke disciplines. |
| DC | 8.3 De student kan door kritische reflectie eigen denken en handelen bijsturen. |
| | BC | reflecteert over zijn/haar eigen verantwoordelijkheid als ingenieur in de maatschappij. |
| DC | 8.4 De student kan omgaan met onzekere en/of beperkende context. |
| | BC | kan een conclusie schrijven zonder duidelijke oplossing voor een technisch-wetenschappelijke casus. |
EC | EC9 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan met vakgenoten mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren over domeingebonden aspecten in een relevante taal en met gebruik van de toepasselijke terminologie. (communiceren) |
| DC | 9.1 De student kan correct, gestructureerd en gepast schriftelijk communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied. |
| | BC | kan een paper schrijven volgens de voorschriften van een academische paper. |
| DC | 9.2 De student kan correct, gestructureerd en gepast mondeling communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied. |
| | BC | kan een kritische vraag stellen aan een expert. |
EC | EC10 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan op een constructieve en verantwoordelijke wijze functioneren als lid van een (multidisciplinair) team. (samenwerken) |
| DC | 10.1 De student heeft oog voor en draagt bij tot het bepalen van de werkwijze die best gevolgd wordt om een gemeenschappelijke opdracht aan te pakken. |
| | BC | kan in overleg met de groepsleden de werkwijze bepalen; |
| DC | 10.2 De student kan op een actieve constructieve manier samenwerken met anderen om een gemeenschappelijk doel te bereiken (product). |
| | BC | kan feedback geven op het werk van zijn/haar medestudenten en bijsturen. |
| DC | 10.3 De student heeft oog voor en draagt bij tot een constructieve sfeer en samenwerking (proces). |
| | BC | kan de werking van de gemeenschappelijk opdracht bijsturen indien nodig. |
EC | EC11 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan bij het realiseren van een opdracht verantwoord denken en handelen rekening houdend met de maatschappelijke en internationale waarden, relaties en consequenties. (internationaal gericht en maatschappelijk verantwoord handelen) |
| DC | 11.1 De student heeft oog voor duurzaamheid in de verschillende fases van de innovatieketen. |
| | BC | kan de werking van de gemeenschappelijk opdracht bijsturen indien nodig. |
| DC | 11.2 De student heeft inzicht en houdt rekening met de belangen van verschillende stakeholders. |
| | BC | kan de impact op de verschillende stakeholders die betrokken zijn in een technisch-wetenschappelijke casus beschrijven. |
| DC | 11.3 De student heeft inzicht in en houdt rekening met de maatschappelijke relevantie en consequenties in het realiseren van een opdracht. |
| | BC | kan de zelfgekozen casus m.b.t. wetenschap en techniek uitrafelen en de impact op verschillende domeinen beschrijven. |
| DC | 11.4 De student heeft oog voor en houdt rekening met algemeen aanvaarde sociale en ethische normen in het eigen denken en handelen. |
| | BC | analyseert de ethische gevolgen van een technisch-wetenschappelijke casus. |
EC | EC12 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan toepassings- en oplossingsgericht, met het vereiste doorzettingsvermogen, professioneel en academisch handelen met oog voor realisme en efficiëntie en geeft blijk van een onderzoekende houding tot levenslang leren. (ingenieursattitude) |
| DC | 12.1 De student heeft een open houding om te leren uit ervaring, feedback en fouten. |
| | BC | komt naar het feedbackmoment om de vorderingen van de paper te bespreken. |
| DC | 12.2 De student geeft blijk van een onderzoekende houding. |
| | BC | past de principes van het Vrij Onderzoek toe op een technisch-wetenschappelijke casus. |