Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Voor volgende opleidingsonderdelen dient u een creditbewijs, vrijstelling, reeds getolereerde onvoldoende of ingezette tolereerbare onvoldoende behaald te hebben.
|
|
|
Algemene chemie 1 (3830)
|
6,0 stptn |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Organische chemie en procestechnologie (4088)
|
4,0 stptn |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma van hetzelfde academiejaar
|
|
|
Chemische labotechnieken (2564)
|
3,0 stptn |
|
|
Practicum voedingsanalyse en biotechnologie (4468)
|
3,0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 2de bachelor in de industriële wetenschappen - chemie | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) | | - DC
| 1.1 De student kent de chemische basisbegrippen, symbolen, structuurformules en reacties van moleculen. | | | - BC
| De student kan de namen, symbolen, structuurformules, klassen, reacties en hun evenwichtsconstanten van anorganische moleculen (zuren, basen, complexen, zouten, reductantia en oxidantia, …) noteren. | | | - BC
| De student kan de behandelde analysemethodes uit de cursus gestructureerd en volledig uitleggen. | - EC
| EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | - DC
| 2.1 De student heeft inzicht in de chemische basisbegrippen, structuurformules, kenmerken en reacties van moleculen. | | | - BC
| De student kan het effect van een wijziging van een parameter voorspellen, uitleggen en (eventueel) grafisch voorstellen. | | | - BC
| De student kan de voordelen, nadelen, beperkingen en de toepassingen van een analysetechniek met eigen woorden uitleggen. | | | - BC
| De student kan voor een gegeven analytisch probleem de reactievergelijkingen opstellen met bijhorende vergelijkingen zoals voor evenwichtsconstanten, potentiaal, massabalans en ladingsbalans,... | | | - BC
| De student kan zelf veronderstellingen maken op basis van een gegeven context en deze toepassen om een analytisch probleem vereenvoudigd op te lossen. | | | - BC
| De student kan de verschillen/gelijkenissen opsommen tussen verschillende indicatoren, standaarden, titratiemethoden, …. | | - DC
| CE 2.8 De student heeft inzicht in de principes, opbouw en procesparameters van (bio)chemische en microbiologische analyse- en detectietechnieken en hun toepasbaarheid. | | | - BC
| De student kan uitleggen hoe een geleidbaarheidsmeting in de praktijk gerealiseerd wordt met oog op mogelijke fouten die kunnen optreden en hoe deze te verhelpen. | | | - BC
| De student kan een berekende of theoretische titratiecurve correct grafisch weergeven en/of de invloed van parameters op een titratiecurve bespreken. | | | - BC
| De student kan beredeneren waarom niet elk ion evenveel bijdraagt aan het ladingstransport en aangeven hoe die bijdrage kan gemeten worden. | - EC
| EC4 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven) | | - DC
| 4.1 De student kan doelgericht wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken. | | | - BC
| De student kan de vereiste informatie opzoeken in tabellen en grafieken (bv. titratiecurven) en kan deze gebruiken in berekeningen om een analytische probleem op te lossen. | - EC
| EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | - DC
| 5.5 De student kan chemisch-technische problemen analyseren. | | | - BC
| De student kan in een gegeven context een analytische probleem gestructureerd weergeven en de ontbrekende gegevens detecteren. | - EC
| EC6 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen) | | - DC
| CE 6.1 De student kan onderbouwde keuzes maken inzake productiemethode, analysetechniek, materialen, apparatuur en/of procesparameters. | | | - BC
| De student kan voor een probleem aan de hand van het principe van een aantal scheikundige technieken en aan de hand van reactievergelijkingen een praktische uitvoering voorstellen (bijvoorbeeld indicatorkeuze, geschikte titratiemethode…) en zijn keuze staven. | | - DC
| 6.2 De student kan de gekozen oplossingsmethode correct uitvoeren. | | | - BC
| De student kan een titratiecurve opstellen op basis van eigen berekeningen. | | | - BC
| De student kan uit een titratiecurve de concentratie van de onbekende berekenen. | | | - BC
| De student kan het verloop van een conductometrische titratie schetsen op basis van de equivalent ion geleidbaarheid van de aanwezige ionen. | | - DC
| 6.5 De student kan chemisch-technische problemen oplossen. | | | - BC
| De student kan op basis van (zelf opgestelde) reactievergelijkingen en aan de hand van het principe van scheikundige technieken grootheden en concentraties berekenen. | | | - BC
| De student kan (zelf gemaakte) veronderstellingen toepassen om een analytisch probleem vereenvoudigd op te lossen. | - EC
| EC8 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | - DC
| CE 8.1 De student kan kritisch reflecteren over bekomen resultaten, modellen en vergelijkingen. | | | - BC
| De student kan bekomen resultaten van theoretische oefeningen ivm een analytisch probleem kritisch interpreteren en zoekt verklaringen voor mogelijke afwijkingen van de verwachte waarde. | | - DC
| 8.3 De student kan door kritische reflectie eigen denken en handelen bijsturen. | | | - BC
| De student werkt bij sterk afwijkende resultaten van een oplossing van een chemisch analytisch probleem op eigen initiatief een aangepaste oplossingsstrategie uit. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Algemene beschrijving:
Het vak omvat de basisanalysetechnieken gebaseerd op zuur-base eigenschappen, elektrochemische eigenschappen, oplosbaarheid en complexvorming. Daarnaast wordt bij de verschillende titratietechnieken de werking en keuze van een eindpuntsbepaling behandeld.
Inhoud:
- pH berekening
- Neutralisatietitraties
- Redoxtitraties
- Neerslagtitraties
- Complexometrische titraties
- Conductometrie
|
|
|
|
|
|
|
Applicatiecollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 3,00
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Gebruik van een ter beschikking gesteld periodiek systeem met aanvullende numerieke gegevens is toegestaan. Het gebruik van het grafisch rekentoestel is toegestaan op voorwaarde dat het werkgeheugen en het permanent geheugen leeg zijn voor de start van het examen. Voor het gedeelte conductometrie is een formularium te beschikking. Op het examen met ook gebruik gemaakt worden van enkele tabellen die bij het formularium zijn gevoegd. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Begincompetenties |
|
De student kent de bouw en de samenstelling van moleculen.
De student kent de fysische en chemische eigenschappen van moleculen.
De student heeft kennis van en vaardigheden met het begrip reactiesnelheid en chemisch evenwicht, reactietypes in waterig midden (zuur-base, redox, neerslag) , het begrip pH en concentratie eenheden . |
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
- Analytische chemie - Theorie
- Analytische chemie - Oefeningen
|
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
- Fundamentals of analytical chemistry Skoog, West, Holler
- Quantitative chemical analysis Daniel C. Harris
- Quantitative inorganic analysis Arthur I. Vogel |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering in het curriculum Analytische chemie is een typisch chemisch basisvak en behoort tot de leerlijn analyse en monitoring. De aangeboden vorming geeft de nodige wetenschappelijke en technische kennis als voorbereiding op andere opleidingsonderdelen, onder andere milieuchemie, instrumentele analytische chemie, elektrochemie, organische chemie, biochemie, industriële chemie en kunststoffen. Voor de studenten bachelor industriële wetenschappen en master chemie/biochemie wordt in dit vak een fundamentele basis geboden voor een goed verloop van de volgende studiejaren.
De aangeboden vorming wordt toegepast in het opleidingsonderdeel "2564 Practicum chemie".
Relatie met onderzoek Het vak legt een chemisch wetenschappelijke basis met voldoende diepgang, waardoor de student de opgedane kennis moet kunnen toepassen bij het oplossen van eenvoudige concrete problemen uit de analytische chemie.
Relatie met werkveld De behandelde analytische methoden worden zowel in de industrie als in het wetenschappelijk onderzoek veelvuldig gebruikt bij chemische analyses.
|
|
|
|
|
|
1 examenregeling art.1.3, lid 4. |
2 examenregeling art.4.7, lid 2. |
3 examenregeling art.2.2, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|