Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 3de bachelorjaar in de wiskunde optie computationele wiskunde | 2-jaarlijks verplicht (volgend academiejaar) | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC 1: De bachelor Wiskunde bezit een grondige basiskennis en heeft inzicht in verschillende domeinen van de wiskunde waaronder algebra, meetkunde, analyse, numerieke wiskunde, kanstheorie, statistiek, aspecten van discrete wiskunde en logica. | - EC
| EC 2: De bachelor Wiskunde bezit een gevorderde kennis en heeft inzicht in grote deelgebieden van de wiskunde (zuivere wiskunde, toegepaste wiskunde, ...) | - EC
| EC 3: De bachelor Wiskunde beheerst de formele wiskundige taal en werkwijze. Hij/zij kan met abstracte redeneringen werken. | - EC
| EC 4: De bachelor Wiskunde kan een wiskundig bewijs begrijpen, oordelen of een argument correct is en heeft inzicht in welke eigenschappen precies gebruikt worden (in de context van de verworven kennis). Hij/zij kan een lacune of een overbodige stap in een bewijs of een berekening herkennen | - EC
| EC 5: De bachelor Wiskunde kan de theorieën en methoden toepassen op relatief eenvoudige wiskundige problemen (zowel theoretische als rekentechnische). Hij/zij kan zelf wiskundige redeneringen maken en opschrijven | - EC
| EC 7: De bachelor Wiskunde kan zelfstandig nieuwe wiskundige basisteksten begrijpend lezen. | - EC
| EC 8: De bachelor Wiskunde heeft enige vaardigheid in modelleren. | - EC
| EC 11: De bachelor Wiskunde heeft elementaire kennis verworven in nog een ander wetenschappelijk vakgebied. | - EC
| EC 13: De bachelor Wiskunde is vertrouwd met Engelstalige vakliteratuur. | - EC
| EC 14: De bachelor Wiskunde heeft een kritische ingesteldheid en een onderzoekshouding.
|
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
- De student is vertrouwd met de basisbegrippen van grafentheorie (inclusief graafkleuringen, connectiviteit, bomen, vlakke grafen en bipartite grafen).
- De student kent Turing machines als een formeel berekeningsmodel.
- De student is vertrouwd met berekeningsproblemen over grafen die efficient opgelost kunnen worden (zoals connectiviteit en 2-kleurbaarheid).
- De student is vertrouwd met NP-complete problemen en hun voorkomen in grafentheorie (zoals Hamiltonian cycle en 3-kleurbaarheid).
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 3,00
|
Extra info | Schriftelijk examen over theorie en oefeningen. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Begincompetenties |
|
Basis programmeervaardigheden zijn vereist. |
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
Grafentheorie,Een cursustekst is beschikbaar in de campusboekhandel. |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Reader consisting of scientific literature |
|
|
|
|
|
| 3de bachelorjaar in de wiskunde | 2-jaarlijks keuze (volgend academiejaar) | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC 1: De bachelor Wiskunde bezit een grondige basiskennis en heeft inzicht in verschillende domeinen van de wiskunde waaronder algebra, meetkunde, analyse, numerieke wiskunde, kanstheorie, statistiek, aspecten van discrete wiskunde en logica. | - EC
| EC 2: De bachelor Wiskunde bezit een gevorderde kennis en heeft inzicht in grote deelgebieden van de wiskunde (zuivere wiskunde, toegepaste wiskunde, ...) | - EC
| EC 3: De bachelor Wiskunde beheerst de formele wiskundige taal en werkwijze. Hij/zij kan met abstracte redeneringen werken. | - EC
| EC 4: De bachelor Wiskunde kan een wiskundig bewijs begrijpen, oordelen of een argument correct is en heeft inzicht in welke eigenschappen precies gebruikt worden (in de context van de verworven kennis). Hij/zij kan een lacune of een overbodige stap in een bewijs of een berekening herkennen | - EC
| EC 5: De bachelor Wiskunde kan de theorieën en methoden toepassen op relatief eenvoudige wiskundige problemen (zowel theoretische als rekentechnische). Hij/zij kan zelf wiskundige redeneringen maken en opschrijven | - EC
| EC 7: De bachelor Wiskunde kan zelfstandig nieuwe wiskundige basisteksten begrijpend lezen. | - EC
| EC 8: De bachelor Wiskunde heeft enige vaardigheid in modelleren. | - EC
| EC 11: De bachelor Wiskunde heeft elementaire kennis verworven in nog een ander wetenschappelijk vakgebied. | - EC
| EC 13: De bachelor Wiskunde is vertrouwd met Engelstalige vakliteratuur. | - EC
| EC 14: De bachelor Wiskunde heeft een kritische ingesteldheid en een onderzoekshouding.
|
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
- De student is vertrouwd met de basisbegrippen van grafentheorie (inclusief graafkleuringen, connectiviteit, bomen, vlakke grafen en bipartite grafen).
- De student kent Turing machines als een formeel berekeningsmodel.
- De student is vertrouwd met berekeningsproblemen over grafen die efficient opgelost kunnen worden (zoals connectiviteit en 2-kleurbaarheid).
- De student is vertrouwd met NP-complete problemen en hun voorkomen in grafentheorie (zoals Hamiltonian cycle en 3-kleurbaarheid).
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 3,00
|
Extra info | Schriftelijk examen over theorie en oefeningen. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Begincompetenties |
|
Basis programmeervaardigheden zijn vereist. |
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
Grafentheorie,Een cursustekst is beschikbaar in de campusboekhandel. |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Reader consisting of scientific literature |
|
|
|
|
|
| Educatieve master in de wetenschappen en technologie - keuze voor vakdidactiek wiskunde | 2-jaarlijks keuze (volgend academiejaar) | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| WET 1. De educatieve master heeft gevorderde kennis van en inzicht in de domeindisciplines relevant voor zijn specifieke vakdidactiek(en). | - EC
| WET 2. De educatieve master kan zelfstandig onderzoek opzetten en uitvoeren relevant voor zijn vakgebied bestaande uit een kritische literatuurstudie, het formuleren van een onderzoeksvraag en hypothese, het selecteren en optimaliseren van geschikte methoden en technieken, het kritisch analyseren en interpreteren van de resultaten, het formuleren van conclusies en het rapporteren van de bevindingen. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
- De student is vertrouwd met de basisbegrippen van grafentheorie (inclusief graafkleuringen, connectiviteit, bomen, vlakke grafen en bipartite grafen).
- De student kent Turing machines als een formeel berekeningsmodel.
- De student is vertrouwd met berekeningsproblemen over grafen die efficient opgelost kunnen worden (zoals connectiviteit en 2-kleurbaarheid).
- De student is vertrouwd met NP-complete problemen en hun voorkomen in grafentheorie (zoals Hamiltonian cycle en 3-kleurbaarheid).
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 3,00
|
Extra info | Schriftelijk examen over theorie en oefeningen. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Begincompetenties |
|
Basis programmeervaardigheden zijn vereist. |
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
Grafentheorie,Een cursustekst is beschikbaar in de campusboekhandel. |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Reader consisting of scientific literature |
|
|
|
|
|
1 examenregeling art.1.3, lid 4. |
2 examenregeling art.4.7, lid 2. |
3 examenregeling art.2.2, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|