Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Jong en oud: biopsychosociaal model (3933)
|
12,0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P4 SBU | P4 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
 | 2de bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie | Verplicht | 135 | 5,0 | 135 | 5,0 | Ja | Ja | Numeriek |  |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC 1 De bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie kan - voor courante problemen en op basisniveau - in functie van preventief of curatief handelen evidenced based en op ethisch verantwoorde wijze een kinesitherapeutische diagnose stellen, uitgaande van de hulpvraag van de gesimuleerde patiënt/cliënt, de doelgerichte anamnese en het klinisch kinesitherapeutisch onderzoek en deze professioneel communiceren naar de patiënt/cliënt. | | - DC
| De student kent het natuurlijke en afwijkende beloop van courante neuromotorische, orthopedische, pulmonale aandoeningen, gedrags- en ontwikkelingsstoornissen, syndromen en verstandelijke beperkingen bij kinderen en jongeren. | | | - BC
| De student kent de pathologie en het functioneren van courante pediatrische aandoeningen. | | - DC
| De student kent de rode vlaggen die doorverwijzing naar een specialist nodig maken bij courante pediatrische aandoeningen. | | | - BC
| De student kent de signalen in het motorisch functioneren en gedrag van het kind, waarvoor doorgestuurd moet worden naar de specialist. | | - DC
| De student kan een kinesitherapeutisch onderzoek uitvoeren bij courante pediatrische aandoeningen en de resultaten kaderen binnen een breder ontwikkelingsbeeld. | | | - BC
| De student kent de generieke en conditie-specifieke onderzoeken voor courante pediatrische aandoeningen en kan deze uitvoeren. | | - DC
| De student kan op basis van klinisch redeneren vanuit de hulpvraag, de anamnese en het kinesitherapeutisch onderzoek een kinesitherapeutische diagnose stellen. | | | - BC
| De student kan op basis van de hulpvraag de relevante inhoud vanuit de anamnese integreren met de resultaten van het kinesitherapeutisch onderzoek en door klinisch redeneren komen tot een kinesitherapeutische diagnose. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Binnen pediatrische aandoeningen focussen we ons op volgende doelgroepen: kinderen en jongeren van 0 tot 18 jaar met courante neuromotorische, orthopedische, pulmonale aandoeningen, gedrags- en ontwikkelingsstoornissen, syndromen en verstandelijke beperkingen. Voor deze aandoeningen komen de pathologie en het functioneren, het kinesitherapeutisch onderzoek en het klinisch redeneren aan bod. Deze aspecten zijn vereist voor het opstellen van een kinesitherapeutisch behandelplan met als doel de leeftijdsadequate functionele capaciteiten en mogelijkheden te optimaliseren.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
Periode 4 Studiepunten 5,00
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | De compensatieregel houdt in dat als een student minder dan de helft scoort op 1 van beide onderdelen, de student dit tekort in het andere onderdeel moet compenseren met een dubbel aantal positieve punten tegenover de behaalde negatieve punten (vb een 9/20 op ‘schriftelijk examen’ wordt gecompenseerd door een 12/20 op ‘mondeling examen’). Of een student al dan niet heeft voldaan aan de compensatieregel, wordt berekend op basis van de niet afgeronde-deelcijfers. |
|
|
|
Gevolg | Als de student voldoet aan de compensatieregel, wordt zijn eindcijfer het gewogen gemiddelde van de niet-afgeronde deelcijfers. Als de student niet voldoet aan de compensatieregel en zijn gewogen gemiddelde van de niet-afgeronde evaluatie onderdelen is een voldoende, wordt zijn eindcijfer een negen. Als de student niet voldoet aan de compensatieregel en zijn gewogen gemiddelde van de niet-afgeronde evaluatie onderdelen is een onvoldoende, dan wordt er van dit niet-afgerond gewogen gemiddelde 2 punten (op 20) afgetrokken.
Dit resultaat wordt vervolgens conform de afrondingsregels van het OER afgerond en vormt het eindresultaat van het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Begincompetenties |
|
De student kan de motorische ontwikkeling van het kind in kaart brengen. |
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
Kinderfysiotherapie,Van Empelen,4e editie,Bohn Stafleu van Loghum,9789036815918 |
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
Psychiatrie: een inleiding,Nevid JS, Rathus SA, Greene B,9e editie,Parson Benelux,9789043033541 |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Blokwijzer: Functioneren bij pediatrische aandoeningen, K. Klingels, E. Verbecque, 1ste editie, Acco, 9789463797931 |
|
|
|
|
|
 | voorbereidingsprogramma revalidatiewetenschappen en kinesitherapie | Verplicht | 135 | 5,0 | 135 | 5,0 | Ja | Ja | Numeriek |  |
|
|
|
Binnen pediatrische aandoeningen focussen we ons op volgende doelgroepen: kinderen en jongeren van 0 tot 18 jaar met courante neuromotorische, orthopedische, pulmonale aandoeningen, gedrags- en ontwikkelingsstoornissen, syndromen en verstandelijke beperkingen. Voor deze aandoeningen komen de pathologie en het functioneren, het kinesitherapeutisch onderzoek en het klinisch redeneren aan bod. Deze aspecten zijn vereist voor het opstellen van een kinesitherapeutisch behandelplan met als doel de leeftijdsadequate functionele capaciteiten en mogelijkheden te optimaliseren.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
Periode 4 Studiepunten 5,00
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | De compensatieregel houdt in dat als een student minder dan de helft scoort op 1 van beide onderdelen, de student dit tekort in het andere onderdeel moet compenseren met een dubbel aantal positieve punten tegenover de behaalde negatieve punten (vb een 9/20 op ‘schriftelijk examen’ wordt gecompenseerd door een 12/20 op ‘mondeling examen’). Of een student al dan niet heeft voldaan aan de compensatieregel, wordt berekend op basis van de niet afgeronde-deelcijfers. |
|
|
|
Gevolg | Als de student voldoet aan de compensatieregel, wordt zijn eindcijfer het gewogen gemiddelde van de niet-afgeronde deelcijfers. Als de student niet voldoet aan de compensatieregel en zijn gewogen gemiddelde van de niet-afgeronde evaluatie onderdelen is een voldoende, wordt zijn eindcijfer een negen. Als de student niet voldoet aan de compensatieregel en zijn gewogen gemiddelde van de niet-afgeronde evaluatie onderdelen is een onvoldoende, dan wordt er van dit niet-afgerond gewogen gemiddelde 2 punten (op 20) afgetrokken.
Dit resultaat wordt vervolgens conform de afrondingsregels van het OER afgerond en vormt het eindresultaat van het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Begincompetenties |
|
De student kan de motorische ontwikkeling van het kind in kaart brengen. |
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
Kinderfysiotherapie,Van Empelen,4e editie,Bohn Stafleu van Loghum,9789036815918 |
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
Psychiatrie: een inleiding,Nevid JS, Rathus SA, Greene B,9e editie,Parson Benelux,9789043033541 |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Blokwijzer: Functioneren bij pediatrische aandoeningen, K. Klingels, E. Verbecque, 1ste editie, Acco, 9789463797931 |
|
|
|
|
|
1 examenregeling art.1.3, lid 4. |
2 examenregeling art.4.7, lid 2. |
3 examenregeling art.2.2, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|