| Onderwijstaal : Nederlands |
| Examencontract: niet mogelijk |
|
Volgtijdelijkheid
|
| |
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
 | master in de industriële wetenschappen: nucleaire technologie - milieu | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek |  |
|
| | | Eindcompetenties |
- EC
| EC6 - De Master in de industriële wetenschappen: nucleaire technologie (afstudeerrichting "milieu"), heeft gespecialiseerde en diepgaande kennis van, inzicht en vaardigheden verworven in milieutechnologische domeinen zoals milieuanalyse, de aanpak en preventie van milieuproblemen, milieuprocestechnologie, milieureglementering en duurzaam materialen- en energiebeheer. | | | - DC
| DC1 - De student heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten) | | | | - BC
| De student kan voor een gegeven reststroom een aangepaste afvalbehandelingstechniek beschrijven. | | | | - BC
| De student kan voor specifieke cases strategieën voor duurzaam materiaalbeheer beschrijven | | | - DC
| DC2 - De student heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen) | | | | - BC
| De student kan het proces voor afvalpreventie en -zuivering uitwerken, rekening houdend met de geldige reglementering en kosten-batenanalyse. | | | | - BC
| De student kan voor een gegeven reststroom een aangepaste afvalbehandelingstechnieken uitwerken en aanpassen. | | | | - BC
| De student kan voor specifieke cases, strategieën voor duurzaam materialenbeheer uitwerken en aanpassen. | | | - DC
| DC3 - De student kan problemen herkennen, activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen) | | | | - BC
| De student kan recyclage en hergebruik gerelateerde problemen herkennen en de uitwerking van een alternatieve aanpak initiëren. | | | - DC
| DC4 - De student kan informatie opzoeken, meten of verzamelen en correct refereren. (data verwerven) | | | - DC
| DC5 - De student kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren) | | | | - BC
| De student kan problemen verbonden aan afvalbehandelingen, beheer van stortplaatsen en duurzaam materialenbeheer analyseren en interpreteren en een aanpak uitwerken. | | | - DC
| DC6 - De student kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen) | | | | - BC
| De student kan de relevante parameters voor de verschillende afvalbehandelingsmethoden en strategieën voor duurzaam materialenbeheer beoordelen. | | | - DC
| DC7 - De student kan geselecteerde methodes en hulpmiddelen aanwenden om oplossingen en ontwerpen te implementeren. (implementeren en operationaliseren) | | | | - BC
| De student kan duurzame milieu- en energietechnieken bespreken met hun voor- en nadelen en ook voorstellen doen naar de implementatie ervan. | | | | - BC
| De student kan milieuzorgsystemen en -management praktisch toepassen. | | | - DC
| DC8 - De student kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | | - BC
| De student kan het proces voor preventie en zuivering bepalen, rekening houdend met de geldige reglementering en kosten-batenanalyse. |
|
| | EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
|
Het opleidingsonderdeel Circulaire milieutechnologie bestaat uit 3 luiken:
(1) Technieken voor afvalbehandeling en strategieën voor veilig beheer van stortplaatsen
(2) Evolutie naar een aanpak voor duurzame ontwikkeling: duurzaam materialenbeheer (cradle to cradle)
(3) Duurzaam materialen beheer (hergebruik, recyclage,...) toegepast op de aanpak van natuurlijk voorkomende radioactieve materialen (NORM) en in de nucleaire sector (bij nucleaire ontmanteling / voorkomen en aanpak radioactief afval...)
Deel 1 Technieken voor afvalbehandeling en strategieën voor veilig beheer van stortplaatsen
In het bijzonder wordt de bruikbaarheid van de beschikbare verwerkingstechnieken voor verschillende afvalsoorten beoordeeld. Bij de keuze van een geschikte verwerkingstechniek wordt er een afweging gemaakt tussen diverse technologische wetgevende en economische factoren. Daarnaast handelt het opleidingsonderdeel ook over de opbouw en het beheer van stortplaatsen. Doorheen het opleidingsonderdeel wordt het Vlaamse milieubeleid onder de loep genomen.
Volgende aspecten komen hierbij aan bod:
- Materialendecreet, vlarema, Vlaamse afvalstoffenbeleid
- Uitvoeringsvormen van afvalverwerking
- Pyrolyse, vergassing en verbranding
- Biologische omzettingsmethoden
- Opbouw en beheer van stortplaatsen
Deel 2 duurzaam materialenbeheer (cradle to cradle) en energietransitie
Binnen het Vlaamse afvalbeleid verlegt de klemtoon zich langzaam van afvalverwerking naar duurzaam materialenbeheer. Potentiële maatregelen voor afvalpreventie en strategieën voor duurzaam materialenbeheer hebben een bijzondere plaats in deze cursus. In het kader van duurzaam materialenbeheer wordt het concept 'Cradle to Cradle' (afval = voedsel) uitgebreid behandeld. Daarnaast is er de nodige aandacht voor de energietransitie en de toepassing van duurzame energietechnieken.
Volgende aspecten komen hierbij aan bod:
- Duurzaam materiaalbeheer en Circulaire economie (Cradle to cradle)
- Energietransitie & duurzame energietechnieken (incl. regelgeving)
Deel 3 Duurzaam materialenbeheer toegepast op NORM en in de nucleaire sector
In het 3e deel wordt er specifiek gekeken naar de recyclage- en hergebruikmogelijkheden van natuurlijk voorkomende radioactieve materialen (NORM). Vooral de opties tot hergebruik van NORM residuen in constructiematerialen (cementbinders, beton,...) komen hierbij uitgebreid aan bod. Daarnaast handelt dit deel over opties tot duurzaam materialenbeheer in de nucleaire sector (o.a. bij nucleaire ontmanteling en bij aanpak radioactief afval)
Volgende aspecten komen hierbij aan bod:
- Hergebruik en recyclage van NORM residuen
- Recyclage in constructiematerialen
- Recyclage in landbouw en aanverwante toepassingen
- Extractie van metalen en zeldzame aarden
- Duurzaam materialenbeheer toegepast bij Nucleaire sector (nucleaire ontmanteling, aanpak radioactief afval...)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Applicatiecollege ✔
|
|
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 4,00 Tweede examenkans
| Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
|
| Begincompetenties |
| |
De student heeft kennis rond verschillende bodem, water en lucht gerelateerde milieuproblemen. |
|
|
| Opmerkingen |
| |
Situering binnen leerdomein: Het opleidingsonderdeel past de principes van duurzaam materialenbeheer toe in verschillende sectoren: o.a. op het hergebruik van natuurlijk voorkomende radioactieve materialen (NORM) en ook binnen de nucleaire sector. Het opleidingsonderdeel draagt bij tot de breed maatschappelijk verantwoorde attitude van een ingenieur.
Relatie met onderzoek: Er is een sterke link met het onderzoek van NuTeC rond het hergebruik van NORM en het werken aan duurzaam materialenbeheer tijdens nucleaire ontmanteling en aanpak radioactief afval. Onderzoeksinzichten hierrond komen aan bod.
Relatie met werkveld: Concrete bedrijfsactiviteiten worden vanuit de praktijk toegelicht en geanalyseerd. Verworven competenties kunnen worden toegepast in het latere beroepsleven bij het streven naar meer duurzaam materialenbeheer in de nucleaire en niet-nucleaire sectoren. |
|
|
|
|
|
| master in de industriële wetenschappen: nucleaire technologie - milieu | Overgangscurriculum | 135 | 5,0 | 135 | 5,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| | | Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Master in de industriële wetenschappen: nucleaire technologie kan in eigen professioneel denken en handelen -- met een gepaste ingenieursattitude en met continue aandacht voor de eigen vorming -- adequaat communiceren, effectief samenwerken, en rekening houden met de economische, ethische, maatschappelijke en/of internationale context en is zich hierbij bewust van de impact op de omgeving. | - EC
| EC6 - De Master in de industriële wetenschappen: nucleaire technologie (afstudeerrichting "milieu"), heeft gespecialiseerde en diepgaande kennis van, inzicht en vaardigheden verworven in milieutechnologische domeinen zoals milieuanalyse, de aanpak en preventie van milieuproblemen, milieuprocestechnologie, milieureglementering en duurzaam materialen- en energiebeheer. |
|
| | EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
|
Het opleidingsonderdeel Circulaire milieutechnologie bestaat uit 3 luiken:
(1) Technieken voor afvalbehandeling en strategieën voor veilig beheer van stortplaatsen
(2) Evolutie naar een aanpak voor duurzame ontwikkeling: duurzaam materialenbeheer (cradle to cradle)
(3) Duurzaam materialen beheer (hergebruik, recyclage,...) toegepast op de aanpak van natuurlijk voorkomende radioactieve materialen (NORM) en in de nucleaire sector (bij nucleaire ontmanteling / voorkomen en aanpak radioactief afval...)
Deel 1 Technieken voor afvalbehandeling en strategieën voor veilig beheer van stortplaatsen
In het bijzonder wordt de bruikbaarheid van de beschikbare verwerkingstechnieken voor verschillende afvalsoorten beoordeeld. Bij de keuze van een geschikte verwerkingstechniek wordt er een afweging gemaakt tussen diverse technologische wetgevende en economische factoren. Daarnaast handelt het opleidingsonderdeel ook over de opbouw en het beheer van stortplaatsen. Doorheen het opleidingsonderdeel wordt het Vlaamse milieubeleid onder de loep genomen.
Volgende aspecten komen hierbij aan bod:
- Materialendecreet, vlarema, Vlaamse afvalstoffenbeleid
- Uitvoeringsvormen van afvalverwerking
- Pyrolyse, vergassing en verbranding
- Biologische omzettingsmethoden
- Opbouw en beheer van stortplaatsen
Deel 2 duurzaam materialenbeheer (cradle to cradle) en energietransitie
Binnen het Vlaamse afvalbeleid verlegt de klemtoon zich langzaam van afvalverwerking naar duurzaam materialenbeheer. Potentiële maatregelen voor afvalpreventie en strategieën voor duurzaam materialenbeheer hebben een bijzondere plaats in deze cursus. In het kader van duurzaam materialenbeheer wordt het concept 'Cradle to Cradle' (afval = voedsel) uitgebreid behandeld. Daarnaast is er de nodige aandacht voor de energietransitie en de toepassing van duurzame energietechnieken.
Volgende aspecten komen hierbij aan bod:
- Duurzaam materiaalbeheer en Circulaire economie (Cradle to cradle)
- Energietransitie & duurzame energietechnieken (incl. regelgeving)
Deel 3 Duurzaam materialenbeheer toegepast op NORM en in de nucleaire sector
In het 3e deel wordt er specifiek gekeken naar de recyclage- en hergebruikmogelijkheden van natuurlijk voorkomende radioactieve materialen (NORM). Vooral de opties tot hergebruik van NORM residuen in constructiematerialen (cementbinders, beton,...) komen hierbij uitgebreid aan bod. Daarnaast handelt dit deel over opties tot duurzaam materialenbeheer in de nucleaire sector (o.a. bij nucleaire ontmanteling en bij aanpak radioactief afval)
Volgende aspecten komen hierbij aan bod:
- Hergebruik en recyclage van NORM residuen
- Recyclage in constructiematerialen
- Recyclage in landbouw en aanverwante toepassingen
- Extractie van metalen en zeldzame aarden
- Duurzaam materialenbeheer toegepast bij Nucleaire sector (nucleaire ontmanteling, aanpak radioactief afval...)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Applicatiecollege ✔
|
|
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 5,00 Tweede examenkans
| Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
|
| Begincompetenties |
| |
De student heeft kennis rond verschillende bodem, water en lucht gerelateerde milieuproblemen. |
|
|
| Opmerkingen |
| |
Situering binnen leerdomein: Het opleidingsonderdeel past de principes van duurzaam materialenbeheer toe in verschillende sectoren: o.a. op het hergebruik van natuurlijk voorkomende radioactieve materialen (NORM) en ook binnen de nucleaire sector. Het opleidingsonderdeel draagt bij tot de breed maatschappelijk verantwoorde attitude van een ingenieur.
Relatie met onderzoek: Er is een sterke link met het onderzoek van NuTeC rond het hergebruik van NORM en het werken aan duurzaam materialenbeheer tijdens nucleaire ontmanteling en aanpak radioactief afval. Onderzoeksinzichten hierrond komen aan bod.
Relatie met werkveld: Concrete bedrijfsactiviteiten worden vanuit de praktijk toegelicht en geanalyseerd. Verworven competenties kunnen worden toegepast in het latere beroepsleven bij het streven naar meer duurzaam materialenbeheer in de nucleaire en niet-nucleaire sectoren. |
|
|
|
|
|
1 examenregeling art.1.3, lid 4. |
| 2 examenregeling art.4.7, lid 2. |
3 examenregeling art.2.2, lid 3.
|
| Legende |
| SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|