Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Specificatie volgtijdelijkheid masterproef/bachelorproef/stage
|
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
 | 2e masterjaar in de mobiliteitswetenschappen | Verplicht | 567 | 21,0 | 567 | 21,0 | Ja | Nee | Numeriek |  |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde kan kennis toepassen op een zelfstandige en zelfsturende manier. Hij is in staat de eigen leerprocessen te plannen, te bewaken, te sturen en te evalueren en zorg te dragen voor eigen (kwaliteits-) controle. | | - DC
| De student werkt op een zelfstandige en zelfsturende manier. | | | - BC
| Zelfstandig doelen stellen | | | - BC
| Zelfstandig werkzaamheden plannen | | | - BC
| Op een gestructureerde manier tewerkgaan | | | - BC
| Bijhouden van een logboek | | | - BC
| Afspraken nakomen | | - DC
| De student doet aan zelfreflectie en streeft steeds verbetering na. | | | - BC
| Op geregelde basis reflecteren over eigen denken en werken alsook de mate van vooruitgang | | | - BC
| Oog hebben voor verbetering op persoonlijk en/of inhoudelijk vlak | - EC
| De afgestudeerde kan functioneren als lid van een (multidisciplinair) team en heeft zicht op de eigen rol binnen de organisatie en in een brede maatschappelijke en internationale context. | | - DC
| De student functioneert als lid van een team, in een organisatie (al dan niet in een internationale context). | | | - BC
| Kunnen werken in een multidisciplinaire werkomgeving | | | - BC
| Een aangepaste rol aannemen in het team en hiernaar handelen | | | - BC
| Een significante bijdrage leveren aan het team/de organisatie | | - DC
| De student vormt zich een beter beeld van zijn (beroeps)rol in de toekomst | | | - BC
| Herkennen van eigen beroepsvoorkeuren en mogelijkheden | - EC
| De afgestudeerde is in staat om te communiceren en anderen te overtuigen (zowel schriftelijk als mondeling) over zijn vakgebied (in de vorm van wetenschappelijke verslagen, presentaties, case studies en het verkeerskundig afstudeerproject) met wetenschappers uit het eigen of aangrenzende vakgebieden en met brede maatschappelijke groeperingen (bijv. bewoners, overheden, handelaars). | | - DC
| De student communiceert op gepaste wijze met zowel vakgenoten als brede maatschappelijke groeperingen | | | - BC
| Over verschillende deelaspecten en voorgestelde oplossingen communiceren op een manier die afgestemd is op het doelpubliek (vakgenoten uit het eigen domein alsook aangrenzende domeinen of bredere maatschappelijke groepen) | | | - BC
| Schriftelijk en mondeling op een wetenschappelijk correcte manier rapporteren over de stage (meer bepaald de inhoudelijke uitwerking van het stageonderwerp alsook de beschrijving van de stageplaats, de praktijkrelevantie en de zelfreflectie) | | | - BC
| Antwoorden onderbouwen en duidelijk argumenteren | - EC
| De afgestudeerde toont initiatief, creëert kansen door te anticiperen en stelt zich flexibel op. | | - DC
| De student toont voldoende initiatief en creëert kansen. | | | - BC
| Eigen inzichten en ideëen toevoegen | | | - BC
| Voldoende mate van assertiviteit, inzet en motivatie tonen | | | - BC
| Openstaan voor de nieuwste kennis en technieken die gebruikt worden in de praktijk | | - DC
| De student stelt zich flexibel op. | | | - BC
| In geval van onzekerheiden of plotse wijzigingen op een creatieve manier een gepaste oplossingsstrategie ontwikkelen | - EC
| De afgestudeerde reikt een realistische oplossing aan voor complexe verkeersveiligheids- en mobiliteitsproblemen door het aanwenden van relevante theorieën en/of modellen uit het vakgebied van mobiliteitswetenschappen en uit gerelateerde vakgebieden. | | - DC
| De student biedt een realistische oplossing aan voor een bepaald probleem op basis van verworven kennis en inzicht uit zijn academische opleiding | | | - BC
| Een praktijkprobleemstelling vertalen in theoretisch gefundeerde (onderzoeks)vragen | | | - BC
| Bepalen van de oplossingsstrategie en opstellen van een plan van aanpak | | | - BC
| Bestaande informatiebronnen consulteren en/of instrumenten opstellen om empirische gegevens te verzamelen | | | - BC
| Domeinspecifieke analyse- en oplossingstechnieken correct toepassen op het probleem, gebruik makende van informatietechnologie | | | - BC
| Interpreteren van de resultaten en een vertaalslag maken | | | - BC
| Kritische bespreking van het doorlopen proces |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Binnen dit opleidingsonderdeel maakt de student kennis met het domein van de mobiliteitswetenschappen in de concrete beroepspraktijk. De student voert gedurende het eerste semester, in totaal 50 werkdagen, een stage uit waarin de opgedane kennis en vaardigheden uit de opleiding mobiliteitswetenschappen worden toegepast op een concrete verkeersveiligheids- of mobiliteitsprobleemstelling die ontleend is aan de praktijk. Daarnaast wordt er kennis gemaakt met nieuwe methodes en technieken die in het werkveld worden gebruikt.
Hiervoor wordt er intensief op locatie samengewerkt met een organisatie die actief is in het domein van de mobiliteitswetenschappen, ofwel een organisatie waarbij er een duidelijke probleemstelling op het vlak van mobiliteit of verkeersveiligheid geformuleerd kan worden. Enkele voorbeelden van sectoren waarin in het verleden stages werden uitgevoerd zijn overheden (federaal, provinciaal, steden), studiebureaus, politiezones, onderzoeksinstellingen, (openbaar vervoer) bedrijven, belangenorganisaties, etc.
Studenten dienen zelf op zoek te gaan naar een stageplaats (en onderwerp). Het stagevoorstel (in overleg met de stageplaats) dient ter goedkeuring te worden voorgelegd voor de deadline die gecommuniceerd wordt door het onderwijsteam (in het jaar voorafgaand aan de stage).
Het is ook mogelijk om een internationale stage te doen. Een selectie van studenten kan hiervoor beroep doen op een beurs. Studenten die interesse hebben in een buitenlandse stage moeten dit tegen februari van het jaar voordat ze op stage gaan melden aan Patricia Hellriegel.
De stage wordt individueel uitgevoerd. De student werkt aan het begin van de stage een stagevoorstel uit, houdt gedurende de hele periode een logboek bij en stelt tenslotte een stagerapport op. Daarnaast is een mondelinge verdediging aan de hand van een poster voorzien.
|
|
|
|
|
|
|
Stage ✔
|
|
|
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 21,00
Evaluatievorm | |
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 30 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
|
Ander examen | 45 % |
|
Andere: | logboek & stagerapport |
|
|
|
|
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | De student mag zijn/haar stagerapport en poster gebruiken tijdens de verdediging. |
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | De stage (50 werkdagen) dient volledig uitgevoerd te zijn. Alle evaluatieonderdelen dienen op tijd ingediend te worden. |
|
|
|
Gevolg | Ingeval niet voldaan wordt aan één of meerdere van bovenstaande voorwaarden, krijgt de student een score 'N'. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | De student dient alle onderdelen (waarvan de deelscore niet behouden blijft en) waarop hij/zij minder dan 10 op 20 behaalde te hernemen in 2de zit. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Documenten beschikbaar gesteld op Blackboard |
|
|
|
|
|
1 examenregeling art.1.3, lid 4. |
2 examenregeling art.4.7, lid 2. |
3 examenregeling art.2.2, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|