Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
Groep 1 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Borst, buik en bekken (3903)
|
11,0 stptn |
|
|
Celcommunicatie en biochemie (3905)
|
11,0 stptn |
|
|
Hart en longen (4602)
|
12,0 stptn |
|
|
Het bewegingsstelsel (4099)
|
11,0 stptn |
|
|
Histologie en genetica (3814)
|
11,0 stptn |
|
|
Hoofd en hals (4027)
|
11,0 stptn |
|
|
Infectie en immuniteit (3922)
|
11,0 stptn |
|
|
Medische statistiek 1 (4437)
|
3,0 stptn |
|
|
Metabolisme en endocrinologie (4104)
|
11,0 stptn |
|
|
Neurowetenschappen (4101)
|
11,0 stptn |
|
|
Nier en spijsvertering (4603)
|
12,0 stptn |
|
|
Professionele vaardigheden 1.1 (4436)
|
3,0 stptn |
|
|
Professionele vaardigheden 1.3 (4438)
|
3,0 stptn |
|
|
Professionele vaardigheden 1.4 (4439)
|
3,0 stptn |
|
|
Professionele vaardigheden 2.1 (4440)
|
3,0 stptn |
|
|
Professionele vaardigheden 2.2 (4441)
|
3,0 stptn |
|
|
Professionele vaardigheden 2.3 (4442)
|
3,0 stptn |
|
|
Professionele vaardigheden 2.4 (4443)
|
3,0 stptn |
|
|
Zorgprofessional (4605)
|
6,0 stptn |
|
Of groep 2 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Aanval en verdediging: Professional (3946)
|
3,0 stptn |
|
|
Borst, buik en bekken (3903)
|
11,0 stptn |
|
|
Celcommunicatie en biochemie (3905)
|
11,0 stptn |
|
|
Diagnose en beeldvorming: Professional (3904)
|
3,0 stptn |
|
|
Diagnose en therapie: Professional (3906)
|
3,0 stptn |
|
|
Hart en longen (4602)
|
12,0 stptn |
|
|
Het bewegingsstelsel (4099)
|
11,0 stptn |
|
|
Histologie en genetica (3814)
|
11,0 stptn |
|
|
Hoofd en hals (4027)
|
11,0 stptn |
|
|
Infectie en immuniteit (3922)
|
11,0 stptn |
|
|
Metabolisme en endocrinologie (4104)
|
11,0 stptn |
|
|
Neurowetenschappen (4101)
|
11,0 stptn |
|
|
Nier en spijsvertering (4603)
|
12,0 stptn |
|
|
Professionele vaardigheden 2.1 (4440)
|
3,0 stptn |
|
|
Professionele vaardigheden 2.2 (4441)
|
3,0 stptn |
|
|
Professionele vaardigheden 2.3 (4442)
|
3,0 stptn |
|
|
Professionele vaardigheden 2.4 (4443)
|
3,0 stptn |
|
|
Van gen tot patiënt: Professional (3816)
|
3,0 stptn |
|
|
Zorgprofessional (4605)
|
6,0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P3 SBU | P3 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 3de bachelorjaar in de geneeskunde | Verplicht | 324 | 12,0 | 324 | 12,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 De bachelor in de geneeskunde heeft kennis van en inzicht in de werking van de cel, de weefsels, de organen en het menselijk lichaam, in normale en pathologische omstandigheden, in interactie met de omgeving en rekening houdend met de beschikbare evidentie. | - EC
| EC2 De bachelor in de geneeskunde is in staat om, onder begeleiding, een anamnese af te nemen, een lichamelijk onderzoek uit te voeren, enkele relevante hypothesen te verwoorden en een inschatting van de ernst en urgentie van de situatie te geven. | - EC
| EC3 De bachelor in de geneeskunde integreert de rollen medisch expert, communicator, teamspeler, manager, gezondheidsbevorderaar, wetenschapper en professional. | - EC
| EC4 De bachelor in de geneeskunde kent de basisprincipes van de arts-patiënt gespreksvaardigheden en kan ze toepassen. | - EC
| EC5 De bachelor in de geneeskunde kan in academische context en in het werkveld doeltreffend communiceren met andere spelers. | - EC
| EC6 De bachelor in de geneeskunde kan functioneren in een bestaand team en erkent de meerwaarde van het werken in interdisciplinaire en interprofessionele context. | - EC
| EC7 De bachelor in de geneeskunde kan het eigen werk effectief en efficiënt organiseren. | - EC
| EC8 De bachelor in de geneeskunde heeft als 'arts van morgen' inzicht in de brede organisatie (juridisch en financieel) van de gezondheidszorg, het kader, de ontwikkelingen en de maatschappelijke verwachtingen inzake kwaliteitsvolle zorg en het belang van samenwerken in interdisciplinaire teams. | - EC
| EC9 De bachelor in de geneeskunde heeft inzicht in de principes en processen van ziektepreventie, gezondheidspromotie en gedragsverandering en past deze toe in zijn/haar omgeving. | - EC
| EC10 De bachelor in de geneeskunde kan gericht relevante wetenschappelijke informatie opzoeken, kritisch analyseren en omzetten naar de praktijk. | - EC
| EC11 De bachelor in de geneeskunde heeft een attitude van levenslang leren met een persoonlijke leerstrategie. | - EC
| EC12 De bachelor in de geneeskunde kan het eigen functioneren kritisch evalueren. | - EC
| EC13 De bachelor in de geneeskunde is in staat ethische problemen te herkennen, analyseren en een gepaste aanpak voor deze problemen in de praktijk te brengen. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
- De student(e) kan anamnese toepassen op een nieuwe casus
- De student(e) is in staat om een diagnostisch landschap te maken voor verschillende klachten
- De student(e) kan op basis van anamnese en lichamelijk onderzoek een differentiaaldiagnose opstellen gericht op een specifieke patiënt.
- De student(e) is in staat om te bepalen welke aanvullende onderzoeken nodig zijn bij specifieke klachten.
- De student(e) kan de waarde van richtlijnen voor behandeling van aandoeningen inschatten zowel in huisartsenpraktijk als ziekenhuis en is in staat richtlijnen op te zoeken en te raadplegen
- De student(e) heeft inzicht in het belang van multidisciplinaire benadering bij orgaan-overschrijdende problemen
- De student(e) heeft kennis van embryologie en histologie van het mannelijk en vrouwelijk genitaal stelsel
- De student(e) heeft kennis van fysiologie en pathofysiologie van de voortplanting
- De student (e) kent de fysiologie van ademhaling en is in staat om arterieel bloedgas te beoordelen
- De student(e) kent het mechanisme van bloeddrukregulatie en kent de farmacologie om dit te beïnvloeden
- De student(e) kan het onderscheid maken tussen nosocomiale en community acquired infectie en weet welke invloed dit heeft op de keuze van het empirisch antibiotisch beleid
- De student(e) kan serologisch onderzoek op de juiste manier interpreteren
- De student(e) heeft kennis van seksuele anamnese
- De student(e) heeft kennis van pathofysiologie, kliniek en behandeling van belangrijke virale verwekkers, waaronder HIV
- De student(e) heeft kennis van importziekten en kan een differentiaaldiagnose maken bij een patiënt met koorts uit de tropen
- De student(e) heeft inzicht in de mechanismen die betrokken zijn bij auto-immune aandoeningen
- De student(e) weet bij een patiënt met gewrichtsklachten tot een juiste diagnose en behandeling te komen
- De student (e) kent het begrip somatisch onbegrepen lichamelijke klachten
- De student(e) heeft inzicht in de mechanismen van metabool syndroom
- De student(e) kent belangrijke leefstijlinterventies en weet hoe deze moeten worden geïmplementeerd
- De student (e) kent de pathofysiologie van chronisch orgaanfalen van hart, longen, lever en nieren
- De student (e) heeft kennis van de fysiologie van veroudering
- De student (e) heeft kennis van de ziekten die samenhangen met ouderdom
- De student (e) kent het begrip polyfarmacie
|
|
|
Periode 3 Studiepunten 12,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijk examen | 100 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De student moet enkel de onderdelen (voortplanting en/of integratie) hernemen waarvoor hij/zij niet geslaagd is of de compensatieregels niet van toepassing zijn. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Off campus online evaluatie/examen | ✔ |
|
Voor volledige evaluatie/examen | ✔ |
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Actieve deelname aan de practica, werkzittingen, debatten en groepswerken is verplicht.
De evaluatie van het kwartiel bestaat uit twee onderdelen. Voor beide onderdelen (voortplanting en/of integratie) dient de student minstens 8/20 te behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. Het onderdeel integratie wordt getoetst aan de hand van een kennistoets (4sp) en een kwartieltoets (5sp). Er is geen deelvrijstelling mogelijk binnen het onderdeel integratie. |
|
|
|
Gevolg | Indien de student gewettigd afwezig is op een verplichte activiteit neemt de student contact op met de coördinerend verantwoordelijke om een ad hoc regeling uit te werken. Een student die ongewettigd afwezig is, maakt een alternatieve opdracht en dient deze in volgens de richtlijnen van de coördinator. Indien de opdracht als voldoende wordt beoordeeld door de coördinator, krijgt de student het behaalde eindcijfer van het opleidingsonderdeel. Indien de opdracht als onvoldoende wordt beoordeeld door de coördinator, krijgt de student ‘F’ (fail) als eindcijfer en neemt hij/zij contact op met de coördinator voor de opdracht in de tweede zitperiode.
Een student die op een onderdeel van de evaluatie een lager cijfer dan 8/20 behaalt, krijgt als eindresultaat voor het opleidingsonderdeel in zijn studentendossier ‘F’ (fail). Dit eindcijfer is niet tolereerbaar. Een student die voor alle onderdelen van de evaluatie minstens een 8/20 scoort, wordt een gewogen gemiddelde van de punten gemaakt als eindresultaat voor het opleidingsonderdeel. Dit eindcijfer is tolereerbaar.
Indien een student niet geslaagd is op het opleidingsonderdeel in de eerste zitperiode, neemt de student contact op met de coördinator van het opleidingsonderdeel om na te gaan welke onderdelen hij/zij moet hernemen. |
|
|
|
Extra info | Het opleidingsonderdeel bestaat uit twee onderdelen: voortplanting (3SP) en integratie (9SP). |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Het noodzakelijke studiemateriaal wordt beschikbaar gesteld via Blackboard.
Alle eerder aangekochte handboeken kunnen in dit kwartiel als bijkomend studiemateriaal gebruikt worden. |
|
|
|
|
|
1 examenregeling art.1.3, lid 4. |
2 examenregeling art.4.7, lid 2. |
3 examenregeling art.2.2, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|