| Onderwijstaal : Nederlands |
|
Volgtijdelijkheid
|
| |
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
 | Module 3 Ondernemen | Verplicht | 135 | 3,0 | 135 | 3,0 | Ja | Nee | Numeriek | |
|
| | | Eindcompetenties |
- EC
| De cursist kan het belang van ondernemerschap en ondernemende organisaties kaderen in Belgische context. | - EC
| De cursist kan zichzelf in staat stellen om met een ondernemende houding te functioneren binnen een bestaande organisatie. | - EC
| De cursist kan de juiste handvaten gebruiken om een ondernemend idee om te vormen naar een product, dienst of project. |
|
| | EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
| Inhoud |
| |
- Ondernemerschap
- Schets Belgisch ondernemend ecosysteem
- Van idee tot product/dienst: businessmodellen
- Intrapreneurship
- Soft skills in ondernemerschap
|
|
|
| Werkvorm |
| |
De sessies worden gegeven in de vorm van interactieve colleges.
|
|
|
| Organisatie |
| |
De sessies worden gegeven door Prof. dr. Pieter Vandekerkhof (UHasselt), aangevuld met andere leden uit het onderzoekscentrum RCEF van de UHasselt. |
|
|
| Evaluatievorm en bijkomende condities |
| |
Ondernemende case, toe te passen op de organisatie van de cursist in kwestie. Deze case wordt gepresenteerd in de laatste sessie alsook in papervorm uitgeschreven ter evaluatie van het opleidingsonderdeel. |
|
|
| Verplicht studiemateriaal |
| |
Cursusmateriaal wordt per sessie aangereikt aan de hand van slides, cases en onderzoeksresultaten. |
|
|
|
|
|
1 examenregeling art.1.3, lid 4. |
| 2 examenregeling art.4.7, lid 2. |
3 examenregeling art.2.2, lid 3.
|
| Legende |
| SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|