| Onderwijstaal : Nederlands |
| Examencontract: niet mogelijk |
|
Volgtijdelijkheid
|
| |
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
| |
| |
| |
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma van hetzelfde academiejaar
|
| |
|
Bedrijfsinnovatie in de praktijk (4699)
|
4,0 stptn |
| |
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P3 SBU | P3 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
 | 1ste masterjaar materiomics | Verplicht | 702 | 26,0 | 702 | 26,0 | Ja | Nee | Numeriek |  |
|
| | | Eindcompetenties |
- EC
| EC 5. De master in materiomics kan zelfstandig wetenschappelijk onderzoek opzetten en uitvoeren: een onderzoeksvraag en hypothese formuleren, de geschikte methoden en technieken selecteren, de resultaten kritisch analyseren en interpreteren, conclusies formuleren, wetenschappelijk rapporteren en onderzoeksdata beheren. | | | - DC
| DC5.2 De student kan voor een materiaalgerelateerd probleem, een of meer onderzoeksvra(a)g(en) en/of hypothese(s) formuleren, en hieraan onderzoeksdoelen koppelen. | | | - DC
| DC5.3 De student kan zelf kritisch nadenken over een (nieuwe) experimentele of theoretische methodologie om de vooropgezette onderzoeksdoelstelling te bereiken, valide methoden en technieken selecteren en/of ontwikkelen, uitschrijven en uitvoeren. | | | - DC
| DC5.6 De student kan gepaste conclusies formuleren, gestaafd door de data-analyse en interpretatie. | | | - DC
| DC5.9 De student weet hoe hij/zij op verantwoorde wijze onderzoeksdata en protocollen kan beheren volgens het FAIR principe (Findable/vindbaar, Accessible/toegankelijk, Interoperable/uitwisselbaar, Reusable/herbruikbaar) en met aandacht voor IP management. | | | - DC
| DC5.10 De student kan diverse wetenschappelijke rapporteringswijzen toepassen bv. projectrapportering, artikel, poster/mondelinge presentatie,.... | | | - DC
| DC5.11 De student kan een groot (eigen) onderzoeksproject managen, waarbij verschillende onderzoeksonderdelen consistent worden geïntegreerd, van het formuleren van het probleem tot het rapporteren en kritisch bespreken van resultaten. | - EC
| EC 6. De master in materiomics kan zowel schriftelijk als mondeling communiceren en een goed onderbouwd standpunt innemen in een wetenschappelijke discussie, gaande van een algemeen tot gespecialiseerd niveau, aangepast aan het doelpubliek. | | | - DC
| DC6.1 De student kan op een adequate manier mondeling en schriftelijk rapporteren. | | | - DC
| DC6.2 De student kan zich aanpassen aan het doel en het doelpubliek van de communicatie, d.w.z. kan zich inleven in het doelpubliek en gepaste keuzes maken m.b.t. taalgebruik en format. | - EC
| EC 7. De master in materiomics kan in een internationale wetenschappelijke context functioneren zowel als lid van een inter- en multidisciplinair team als zelfstandig, met een professionele, flexibele en constructieve houding. | | | - DC
| DC7.3 De student kan in samenwerking met teamleden het doel van een gezamenlijke opdracht bepalen, een werkwijze en taakverdeling opstellen, de voortgang van de samenwerking bewaken en, indien nodig, aanpassingen maken en bijsturen. | - EC
| EC 9. De master in materiomics is zich bewust van de economische context van wetenschappelijke ontwikkelingen in zijn/haar domein, kan relevante noden en interesses van stakeholders identificeren en kritisch analyseren en de rol van expert opnemen in interactie met hen. | | | - DC
| DC9.4 De student kan op een gepaste manier interageren met stakeholders. | - EC
| EC 10. De master in materiomics kan zelfstandig nieuwe kennis verwerven en het eigen leerproces opvolgen, evalueren en bijsturen. | | | - DC
| DC 10.2 De student kan doelen en prioriteiten formuleren, een opdracht vertalen naar deeltaken en een realistische planning opstellen. | | | - DC
| DC10.3 De student kan zelfstandig nieuwe informatie verwerven, verwerken en kritisch interpreteren. | | | - DC
| DC10.4 De student kan vraagstukken uit het domein van de materiomics identificeren en oplossingen suggereren. | | | - DC
| DC10.6 De student kan kritisch reflecteren over de eigen denkwijze/redenering en deze van medestudenten over een specifiek (materiaal)probleem. Op basis hiervan kan de student zijn/haar eigen redenering/denkwijze verbeteren en indien nodig op zoek gaan naar complementaire zienswijzen in functie van een specifiek (materiaal)probleem. [leerlijn interdisciplinariteit - reflectie: De student neemt verschillende perspectieven in overweging en kan hierover kritisch reflecteren] |
|
| | EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
|
Het doel van de externe stage is studenten kennis te laten maken met het werkveld en zijn context, en daar hands-on te leren. De studenten brengen hun kennis en vaardigheden hierbij in de praktijk. Essentiële doelen zijn de volgende:
- De student kan wetenschappelijke onderzoeksvaardigheden en probleemoplossende vaardigheden toepassen in het kader van een middellange termijn probleemstelling in de vorm van een stage
- De student kan zowel mondeling als schriftelijk communiceren aangepast aan de doelgroep
- De student werkt tijdens de stage op een professionele manier met een flexibele en constructieve attitude, zowel zelfstandig als binnen het (eventueel internationale, wetenschappelijke) team
- De student kan de organisatie/bedrijfsstructuur uitleggen
- Door direct ingebed te zijn in het stageteam krijgt de student hands-on inzicht in de behoeften en belangen van de stakeholders ter plaatse. De student kan beschrijven hoe het topic van de stage past binnen de algemene belangen van de stageplaats
- De student kan zelfstandig werken na eerste uitleg, kan proactief handelen, kan weloverwogen initiatief nemen
Binnen de masterstage komen de volgende aspecten aan bod:
Externe stage van 14 weken in het tweede semester bij partners uit het bedrijfsleven, overheidsdiensten, onderzoeksinstellingen of academische onderzoeksgroepen (TRL tenminste groter dan of gelijk aan 3) binnen Vlaanderen, België of internationaal; onder begeleiding van een interne coördinator (UHasselt), een interne promotor (UHasselt), een externe begeleider (stagecontactpersoon), en een mentor die instaat voor de dagelijkse opvolging binnen de stage. De interne coördinator kan ook de interne promotor zijn.
Het verloop van de stage is opgedeeld als volgt:
Fase 1) Informatieve stap, voorafgaand aan de 14 weken stage
Informatie verzamelen als introductie op de stage (infosessie, zoekproces, interview) voorafgaand aan de definitieve keuze van een stageplaats.
Fase 2) Voorbereidingsstap, voorafgaand aan de 14 weken stage
Beschrijving van de verwachte stageactiviteiten (concept werkplan) en start van de praktische regelingen (zoals financiering, huisvesting, verzekering, vervoer en een briefing met interne coördinator/promotor voor de start).
Fase 3) Uitvoering van de stage
Opstellen van een plan van aanpak voor het voorgelegde probleem, uitvoeren van de vereiste taken, intern communiceren voor feedback, en rapporteren volgens de gebruikelijke methodes binnen de stage.
De interne begeleider (of promotor) brengt rond week 8 van de stage minimaal één bezoek aan de stageplaats, waarbij in aanwezigheid van de externe begeleider en/of mentor een tussentijdse presentatie wordt gegeven en een tussentijdse evaluatie plaatsvindt.
Schrijven van het stagerapport, zelfreflectie e.a. documenten als onderdelen van het stageportfolio.
Fase 4) Finalisering van de stage en evaluatie
Afronden en indienen van het stageportfolio inclusief tussentijdse en eindpresentaties, eindrapport, zelfreflectie/getuigenis, etc.
Eindpresentatie voor de interne en externe promotoren en mentor.
Eindevaluatie.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Stage ✔
|
|
|
|
|
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
|
Verslag ✔
|
|
|
|
Periode 3 Studiepunten 26,00
| Evaluatievorm | |
|
| Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 15 % |
|
| Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
|
| Schriftelijk examen | 50 % |
|
| Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
| Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De student behaalt minimum 10/20. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| Mondeling examen | 20 % |
|
| Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
| Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De student behaalt minimum 10/20. |
|
|
|
|
|
|
|
|
| Ander examen | 15 % |
|
| Andere: | Beoordeling van het stagewerk en de professionele attitude o.b.v. verslag van stagementor en externe promotor |
|
|
|
| Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
| Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
| Voorwaarden | Aan alle delen van de evaluatie van de stage dient verplicht deelgenomen worden.
De student dient tevens het groeiportfolio betreffende competentieontwikkeling ingediend te hebben bij de mentor die dit competentietraject begeleidt, en te hebben deelgenomen aan de mentorgesprekken. |
|
|
|
| Gevolg | Indien niet aan de voorwaarde van deelname aan alle delen van de evaluatie van de stage voldaan is, krijgt de student voor het opleidingsonderdeel een "N = evaluatie niet volledig afgelegd: ongewettigd afwezig voor onderde(e)l(en) van de evaluatie".
Indien het groeiportfolio niet werd ingediend en/of niet werd deelgenomen aan de mentorgesprekken kaderend in de competentieontwikkeling, krijgt de student een "N = evaluatie niet volledig afgelegd: ongewettigd afwezig voor onderde(e)l(en) van de evaluatie", voor de stage. |
|
|
|
| Mogelijke externe locatie | ✔ |
|
Tweede examenkans
| Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
| Toelichting evaluatievorm | Er is geen tweede examenkans voor de tussentijdse mondelinge presentatie en het deel omtrent stagewerk en professionele attitude. Het stageportfolio, het stageverslag en de eindpresentatie kunnen wel hernomen worden. De student krijgt de kans om een mentorgesprek te organiseren en het groeiportfolio betreffende competentieontwikkeling alsnog in te dienen, om alsnog het eindcijfer van de stage te verkrijgen. |
|
|
|
|
|
| Begincompetenties |
| |
Het is aanbevolen dat de opleidingsonderdelen van het eerste semester van de 1ste Ma in Materiomics reeds opgenomen zijn voorafgaand aan het opnemen van de masterstage. |
|
|
| Verplicht studiemateriaal |
| |
De noodzakelijke documenten voor de stage worden via blackboard ter beschikking gesteld:
- Informatie uit de introductiesessie voor studenten (powerpoint presentaties, advies voor CV, motivatiebrief, interviews, lijsten van bedrijven etc. )
- Stageleidraad (stappenplan, praktische details en rapporteringsverplichtingen voor de stagiair, evaluatiecriteria) |
|
|
| Opmerkingen |
| |
Aan het opleidingsonderdeel stage is een evaluatievoorwaarde gekoppeld betreffende het mentortraject omtrent algemene en interdisciplinaire competentieontwikkeling dat uitmondt in het groeiportfolio. |
|
|
|
|
|
1 examenregeling art.1.3, lid 4. |
| 2 examenregeling art.4.7, lid 2. |
3 examenregeling art.2.2, lid 3.
|
| Legende |
| SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|