Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| master in de industriële wetenschappen: informatica | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De master in de industriële wetenschappen informatica kan in eigen professioneel denken en handelen -- met een gepaste ingenieursattitude en met continue aandacht voor de eigen vorming -- adequaat communiceren, effectief samenwerken, en rekening houden met de economische, ethische, maatschappelijke en/of internationale context en is zich hierbij bewust van de impact op de omgeving. [people, data literacy and essential software skills] | | - DC
| DC-M8 - kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | - DC
| DC-M9 - kan mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren. (communiceren) | | - DC
| DC-M10 - kan constructief en verantwoordelijk functioneren als lid van een (multidisciplinair) team. (samenwerken) | | - DC
| DC-M12 - geeft blijkt van een gepaste ingenieursattitude. (ingenieursattitude) | - EC
| EC2 - De master in de industriële wetenschappen informatica beheerst een geheel van kennis en vaardigheden omtrent het ontwerpen van geïntegreerde, resilient softwaresystemen en kan deze creatief concipiëren, plannen en uitvoeren als geïntegreerd deel van een methodologisch en projectmatig geordende reeks van handelingen binnen een multidisciplinair project met een belangrijke onderzoeks- en/of innovatiecomponent. [systeemdenken] | | - DC
| DC-M1 - heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten) | | - DC
| DC-M2 - heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen) | | - DC
| DC-M3 - kan problemen herkennen, activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen) | | - DC
| DC-M4 - kan informatie opzoeken, meten of verzamelen en correct refereren. (data verwerven) | | - DC
| DC-M5 - kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren) | | - DC
| DC-M6 - kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen) | | - DC
| DC-M7 - kan geselecteerde methodes en hulpmiddelen aanwenden om oplossingen en ontwerpen te implementeren. (implementeren en operationaliseren) | | - DC
| DC-M8 - kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | - EC
| EC3 - De master in de industriële wetenschappen informatica heeft gevorderde kennis en inzicht in principes en toepassingen van software engineering waaronder software development processen, software architecturen en software life cycle, en kan deze toepassen in complexe en praktijkgerichte probleemdomeinen en dit met aandacht voor de actuele technologische ontwikkelingen. [software engineering] | | - DC
| DC-M1 - heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten) | | - DC
| DC-M2 - heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen) | | - DC
| DC-M3- kan problemen herkennen, activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen) | | - DC
| DC-M4 - kan informatie opzoeken, meten of verzamelen en correct refereren. (data verwerven) | | - DC
| DC-M5 - kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren) | | - DC
| DC-M6 - kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen) | | - DC
| DC-M7 - kan geselecteerde methodes en hulpmiddelen aanwenden om oplossingen en ontwerpen te implementeren. (implementeren en operationaliseren) | | - DC
| DC-M8 - kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren)
|
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De studenten verkrijgen inzicht in hedendaagse technieken, technologieën en tools die het ontwikkelen van interactieve systemen ondersteunen. De studenten kunnen een aantal van deze technieken, technologieën en tools in de praktijk toepassen. Er wordt aandacht besteed aan het ontwikkelen van diverse types van interactieve systemen zoals mobiele systemen, multimodale interactieve toepassingen, gesture-based interactie, en sensor interfaces etc. De nadruk in dit opleidingsonderdeel ligt op het vergaren van praktische inzichten met betrekking tot interactieve systemen.
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 65 % |
|
|
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Groepstaken en het groepsproject worden vervangen door een individuele uitwerking van taken en het project. |
|
|
|
|
|
|
|
1 examenregeling art.1.3, lid 4. |
2 examenregeling art.4.7, lid 2. |
3 examenregeling art.2.2, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|