Afgestudeerden in de Sociale Wetenschappers moeten gebruik kunnen maken van een gamma van aangepaste onderzoeksmethoden, zowel om vraagstukken in een discipline te analyseren als om interdisciplinaire ‘grand challenges’ te analyseren en te onderzoeken. Daartoe behoren onder andere kwantitatieve methoden, waarvoor dit opleidingsonderdeel Statistiek de basis legt. De basisconcepten van zowel beschrijvende als inductieve statistiek worden aangeleerd, en toegepast op algemene en sociaalwetenschappelijke probleemstellingen en experimentele designs. In het gedeelte beschrijvende statistiek wordt de student vertrouwd gemaakt met een basisvocabularium, univariate en bivariate beschrijvende kengetallen, en leren ze tabellen en grafische voorstellingen maken en interpreteren. In het gedeelte inductieve statistiek wordt aandacht besteed aan steekproef, populatie, verdelingen, toetsen van hypotheses, hypothesetoetsing voor twee populaties, lineaire regressie en chi kwadraat-toetsen voor discrete data.
De aangereikte kennis en vaardigheden stelt de student in staat met de nodige kritisch ingesteldheid gegevens te verzamelen en te analyseren, en verantwoorde conclusies te trekken over de mate waarin de verzamelde gegevens veralgemeenbaar zijn tot de gehele populatie. Tevens kan de student binnen het aangereikte arsenaal, de onderzoeksmethodes tegenover elkaar afwegen. Het statistiche pakket SPSS wordt gebruikt als hulpmiddel voor toepassingen van de aangeleerde statistische methoden.