| Onderwijstaal : Nederlands |
|
Volgtijdelijkheid
|
| |
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
| |
| |
| |
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
| |
|
Programmeren en algoritmisch denken (3725)
|
6.0 stptn |
| |
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
 | 3de bachelorjaar handelsingenieur in de beleidsinformatica | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek |  |
|
| | | Eindcompetenties |
- EC
| De bachelor BI kan met kennis van de hedendaagse hardware, software en ICT-infrastructuur, de functionele vereisten voor informatica-toepassingen in het bedrijfsleven modelleren en vertalen naar logische ontwerpen. (Opleidingsspecifieke competenties) | | | - DC
| De student kan een objectgeoriënteerd ontwerp omzetten naar een werkend computerprogramma in Python en kan daarbij gebruikmaken van inheritance en operator overloading. | | | - DC
| De student kan gebruik maken van wetenschappelijke software bibliotheken. | - EC
| De bachelor BI hanteert ICT-toepassingen en bezit de nodige programmeervaardigheden om bedrijfseconomische en –technische data te vertalen naar bedrijfsrelevante informatie. (Opleidingsspecifieke competenties) | | | - DC
| De student kan reguliere expressies in Python gebruiken | | | - DC
| De student kan een probleem oplossen m.b.v. recursie | | | - DC
| De student kan bestanden van verschillende formaten inlezen en wegschrijven m.b.v. Python |
|
| | EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
|
De student kan imperatief programmeren met behulp van de programmeertaal Python. In het bijzonder kan hij/zij gebruik maken van primitieve en samengestelde types, van herhalings- en voorwaardelijke opdrachten, en van procedures en functies.
|
|
De student begrijpt het belang van precieze syntaxis en semantiek bij het programmeren. Hij/zij kent het onderscheid tussen beide.
|
|
De student kan redeneren over programma's en kan programma's debuggen.
|
|
De student weet wat algoritmen zijn, kan deze zelf opstellen (voor eenvoudige problemen), en kan hierover redeneren.
|
|
De student is vertrouwd met de principes van computationeel denken en kan deze toepassen.
|
|
|
|
De basisprincipes van object-georiënteerd programmeren worden behandeld aan de hand van de programmeertaal Python. Begrippen zoals abstracte-datatypes, klassen, constructors, overerving komen hierbij aan bod. Daarnaast gaan we ook dieper in op reguliere expressies, recursie, werken met bestanden en het gebruiken van wetenschappelijke softwarebibliotheken.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 6,00
|
| Extra info | Examen bestaat uit 2 delen:
* gesloten boek zonder computer
* open boek (zonder internet) waarbij op een computer oplossingen geïmplementeerd moeten worden |
|
Tweede examenkans
| Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
|
| Verplicht studiemateriaal |
| |
Slides en informatie voorzien op Blackboard en Dodona |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
| 2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
| Legende |
| SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|