Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
Groep 1 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Ingenieur en maatschappij 1A (2575)
|
3.0 stptn |
|
Of groep 2 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Ingenieur en maatschappij 1B (2576)
|
3.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 3de bachelor in de industriële wetenschappen - bouwkunde | Keuze | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
3de bachelor in de industriële wetenschappen - chemie | Keuze | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
3de bachelor in de industriële wetenschappen - elektromechanica | Keuze | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
3de bachelor in de industriële wetenschappen - elektronica-ICT | Keuze | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
3de bachelor in de industriële wetenschappen - informatica | Keuze | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
3de bachelor in de industriële wetenschappen - nucleaire technologie | Keuze | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) | | - DC
| 1.13 De student kent de basisbegrippen uit levensbeschouwingen en uit courante ethische denkkaders met betrekking tot wetenschap en techniek. | | | - BC
| De student is vertrouwd met alle aspecten van de band tussen ethiek, levensbeschouwing en techniek. | - EC
| EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | - DC
| 2.12 De student heeft inzicht in levensbeschouwingen en in courante ethische denkkaders met betrekking tot wetenschap en techniek. | | | - BC
| De student kan ethische en levensbeschouwelijke vragen die opgeroepen worden door techniek levensbeschouwelijk ethisch situeren. | | | - BC
| De student is in staat een ethische en levensbeschouwelijke positie te verdedigen. | - EC
| EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | - DC
| 5.14 De student kan maatschappelijke problemen analyseren. | | | - BC
| De student is in staat ethisch en levensbeschouwelijk relevante informatie te verzamelen en te interpreteren. | | | - BC
| De student kan morele en levensbeschouwelijke dilemma's uit de ingenieurspraktijk analyseren. | | | - BC
| De student plaatst een maatschappelijk of ethisch probleemstelling in het juiste kader, formuleert de juiste doelstellingen en selecteert de gepaste redeneringswijze voor het opzetten van oplossingen. | - EC
| EC8 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | - DC
| 8.3 De student kan door kritische reflectie eigen denken en handelen bijsturen. | | | - BC
| De student kan kritisch reflecteren over ethische dilemma's | | | - BC
| De student kan zich een oordeel vormen omtrent ethische situaties. | | - DC
| 8.4 De student kan omgaan met onzekere en/of beperkende context. | | | - BC
| De student is zich bewust van de onzekerheden en de grenzen van ethische en levensbeschouwelijke oordelen | - EC
| EC11 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan bij het realiseren van een opdracht verantwoord denken en handelen rekening houdend met de maatschappelijke en internationale waarden, relaties en consequenties. (internationaal gericht en maatschappelijk verantwoord handelen) | | - DC
| 11.4 De student heeft oog voor en houdt rekening met algemeen aanvaarde sociale en ethische normen in het eigen denken en handelen. | | | - BC
| De student toont interesse en respect voor andere ethische en levensbeschouwelijke standpunten en meningen en houdt hier in zijn communicatie rekening mee. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
- Geloof en Wetenschap. Studie van de eigen taalspelen van religie en wetenschap en de mogelijkheidsvoorwaarden voor een dialoog tussen beide discplines.
- Ethiek, kwaad en vergeving (met casussen uit de ingenieursethiek). Vertrouwdheid genereren met de alomtegenwoordigheid van ethiek in het eigen leven en op de werkvloer. Vertrouwd worden met diverse manieren van ethisch redeneren.
- De bronnen en de eigenheid van het christendom. Analyse van wat geloven betekent, wat de bronnen van het christelijk geloof zijn en de historische figuur van Jezus van Nazareth.
- Analyse van de waarden die onze tijd domineren en een mogelijk antwoord op die evolutie vanuit het christendom.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 3,00
|
Extra info | Meerkeuze examen zonder GIS-correctie Inhaalexamen en herexamen: schriftelijk examen met drie open vragen |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Schriftelijk examen met drie open vragen. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
Weerbarstig geloof,Hans Geybels & Ellen Van Stichel,2020,Acco,herwerkte editie (35,35 euro) |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering in het curriculum/leerdomein Het opleidingsonderdeel maakt deel uit van het leerdomein Ondernemen en Maatschappij. Omdat ethiek een mensvisie veronderstelt, wordt gebruik gemaakt van de in het tweede jaar ontwikkelde mensvisie in de cursus 'Ingenieur en maatschappij 1'. Bijgevolg wordt sterk geadviseerd het vak ‘Ingenieur en maatschappij 1A of 1B’ eerder opgenomen te hebben in je studieprogramma.
Relatie met werkveld Er wordt gewerkt met casussen uit het handboek. Studenten kunnen altijd zelf casussen aanbrengen vanuit hun ervaringen met het bedrijfsleven om de relatie met het werkveld duidelijk aanwezig te stellen. Buiten de kostprijs van het handboek zijn er geen andere onkosten verbonden aan het vak.
Aanvullende info Het formuleren en onderbouwen van een standpunt inzake een ethisch of levensbeschouwelijk probleem maakt deel uit van de toetsing via het examen. Op het examen zullen enkele casussen centraal staan. Het zelfstandig ethisch en levensbeschouwelijk reflecteren (zien, oordelen) en handelen is de competentie waarover elke ingenieur moet beschikken.
|
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|