Vaardigheidsonderwijs levert 'just in time' info aan voor de practica van 'Genetica en genomica’. Hier wordt verder gebouwd op geïntroduceerde kennis, vaardigheden en attitudes van 'Vaardigheidsonderwijs':

• De student past de reeds verworven labovaardigheden van  ‘Vaardigheidsonderwijs’ toe in de practica van dit opleidingsonderdeel;  De student kan de geïntegreerde kennis en vaardigheden van ‘Vaardigheidsonderwijs’ toepassen. Deze nieuw verworven kennis en vaardigheden leiden tot een attitude van het bijhouden van een duidelijk en geordend laboschrift;  

• De student kan het leerpad ‘veiligheid in het labo’ toepassen in een nieuwe situatie en keuzes maken op basis van de reeds verworven inzichten omtrent afvalverwerking. 

In dit blok worden de mechanismen bestudeerd die aan de basis liggen van de gentransmissie en de functie van genen op moleculair niveau. Verschillende aspecten van de genetica komen hierbij aan bod: mendeliaanse genetica, cytogenetica, moleculaire genetica, de genetische basis van kanker en populatiegenetica. Tevens worden in dit blok een aantal basistechnieken van de DNA-technologie behandeld, die gebaseerd zijn op de bestudeerde moleculair-biologische processen en de nieuwe ontwikkelingen in de genomica. 1.De student heeft inzicht in de flow van genetische informatie. Hij/zij kan de wetten van Mendel beschrijven, toelichten en toepassen. 2.De student heeft inzicht in de functionele en structurele organisatie van het eukaryote, prokaryote en mitochondriale genoom. 3.De student kent de chemische samenstelling en structuur van het DNA en kan beschrijven hoe het DNA georganiseerd is in chromatine. 4.De student kan de moleculaire gebeurtenissen beschrijven waarmee de replicatie van DNA gepaard gaat in prokaryoten en eukaryoten. 5.De student kan de transcriptie uitleggen en kent de mechanismen die zorgen voor de processing van de originele transcripten. 6.De student kan het vertaalproces bij prokaryoten en eukaryoten beschrijven en kan het proces van protein sorting beschrijven in eukaryote cellen. 7.De student heeft inzicht in de moleculaire mechanismen van de regulatie van de genexpressie bij prokaryoten en eukaryoten. 8.De student kent de moleculaire mechanismen van ontstaan van spontane en geïnduceerde mutaties en van het DNA herstel en kan tevens informatie opzoeken rond de rol van deze mutaties bij erfelijke aandoeningen. 9.De student heeft inzicht in de regulatie van de celdeling en kent de genetische basisprincipes van kanker (oncogen, tumorsuppressorgen). 10.De student kent enkele basistechnieken van de DNA-technologie: restrictie-enzymen, elektroforese, sequentiebepaling, Southern blotting en PCR. 11.De student heeft inzicht in de multifactoriële genetica: multifactoriële kenmerken, erfelijkheidsgraad, associatieanalyse. 12.De student heeft inzicht in de populatiegenetica (Hardy-Weinberg). 13.De student heeft inzicht in de genetische koppeling en kartering: genetische kaart, genetische markers, koppelingsanalyse. 14.De student kent de basale technieken van de genklonering (plasmide, DNA-bibliotheek, sequentie-analyse, ). 15. De student kan resultaten van literatuuronderzoek presenteren. Sleutelwoorden: mendeliaanse genetica, cytogenetica, moleculaire genetica, kankergenetica, DNA-structuur, DNA-replicatie, genexpressie, genregulatie, mutaties, mutagenese, DNA technologie, genomica

In dit blok worden de mechanismen bestudeerd die aan de basis liggen van de gentransmissie en de functie van genen op moleculair niveau. Verschillende aspecten van de genetica komen hierbij aan bod: mendeliaanse genetica, cytogenetica, moleculaire genetica, de genetische basis van kanker en populatiegenetica. Tevens worden in dit blok een aantal basistechnieken van de DNA-technologie behandeld, die gebaseerd zijn op de bestudeerde moleculair-biologische processen en de nieuwe ontwikkelingen in de genomica. 1.De student heeft inzicht in de flow van genetische informatie. Hij/zij kan de wetten van Mendel beschrijven, toelichten en toepassen. 2.De student heeft inzicht in de functionele en structurele organisatie van het eukaryote, prokaryote en mitochondriale genoom. 3.De student kent de chemische samenstelling en structuur van het DNA en kan beschrijven hoe het DNA georganiseerd is in chromatine. 4.De student kan de moleculaire gebeurtenissen beschrijven waarmee de replicatie van DNA gepaard gaat in prokaryoten en eukaryoten. 5.De student kan de transcriptie uitleggen en kent de mechanismen die zorgen voor de processing van de originele transcripten. 6.De student kan het vertaalproces bij prokaryoten en eukaryoten beschrijven en kan het proces van protein sorting beschrijven in eukaryote cellen. 7.De student heeft inzicht in de moleculaire mechanismen van de regulatie van de genexpressie bij prokaryoten en eukaryoten. 8.De student kent de moleculaire mechanismen van ontstaan van spontane en geïnduceerde mutaties en van het DNA herstel en kan tevens informatie opzoeken rond de rol van deze mutaties bij erfelijke aandoeningen. 9.De student heeft inzicht in de regulatie van de celdeling en kent de genetische basisprincipes van kanker (oncogen, tumorsuppressorgen). 10.De student kent enkele basistechnieken van de DNA-technologie: restrictie-enzymen, elektroforese, sequentiebepaling, Southern blotting en PCR. 11.De student heeft inzicht in de multifactoriële genetica: multifactoriële kenmerken, erfelijkheidsgraad, associatieanalyse. 12.De student heeft inzicht in de populatiegenetica (Hardy-Weinberg). 13.De student heeft inzicht in de genetische koppeling en kartering: genetische kaart, genetische markers, koppelingsanalyse. 14.De student kent de basale technieken van de genklonering (plasmide, DNA-bibliotheek, sequentie-analyse, ). 15. De student kan resultaten van literatuuronderzoek presenteren. Sleutelwoorden: mendeliaanse genetica, cytogenetica, moleculaire genetica, kankergenetica, DNA-structuur, DNA-replicatie, genexpressie, genregulatie, mutaties, mutagenese, DNA technologie, genomica.
Schakelstudenten MLT en FBT zijn niet verplicht om deel te nemen aan de practica.