| Onderwijstaal : Nederlands |
| Examencontract: niet mogelijk |
|
Volgtijdelijkheid
|
| |
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
| |
| |
| |
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
| |
|
Digitale elektronische schakelingen (4081)
|
4.0 stptn |
| |
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
 | master in de industriële wetenschappen: nucleaire technologie - nucleair en medisch | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek |  |
|
| | | Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Master in de industriële wetenschappen: nucleaire technologie kan in eigen professioneel denken en handelen -- met een gepaste ingenieursattitude en met continue aandacht voor de eigen vorming -- adequaat communiceren, effectief samenwerken, en rekening houden met de economische, ethische, maatschappelijke en/of internationale context en is zich hierbij bewust van de impact op de omgeving. | | | - DC
| DC9 - De student kan mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren. (communiceren) | | | | - BC
| De student kan de meetresultaten, probleemstellingen, feiten, ideeën of meningen aan anderen duidelijk maken, gebruikmakend van correct taalgebruik in de (volledige) verslaggeving (conform de afspraken) en verbale vormen. | | | - DC
| DC10 - De student kan constructief en verantwoordelijk functioneren als lid van een (multidisciplinair) team. (samenwerken) | | | | - BC
| De student is bereid om met anderen samen te werken, kan taken verdelen, is hulpvaardigheid en kan een goede verstandhouding bereiken en eventuele problemen signaleren. | | | - DC
| DC11 - De student handelt maatschappelijk verantwoord en binnen een internationaal kader. (internationaal gericht en maatschappelijk verantwoord handelen) | | | | - BC
| De student handelt volgens de relevante wettelijke regelgeving met aandacht voor preventie in het belang van de maatschappij. | | | - DC
| DC12 - De student geeft blijkt van een gepaste ingenieursattitude. (ingenieursattitude) | | | | - BC
| De student bezit inschatting van risico's en de haalbaarheid van de voorgestelde benadering of oplossing, zowel in de theorie als het practicum. | - EC
| EC4 - De Master in de industriële wetenschappen: nucleaire technologie heeft gespecialiseerde en diepgaande kennis van, inzicht en vaardigheden verworven in nucleaire technologische domeinen zoals reactortechnologie, kernfysica, radiochemie, nucleaire meettechniek, nucleaire elektronica en nucleaire softwaretoepassingen van signaalverwerkende algoritmen en systemen. | | | - DC
| DC1 - De student heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten) | | | | - BC
| De student heeft een gevorderd, toepassingsgericht (inzicht) kennis in geavanceerde theorieën en methodes betreffende dit specialisme van nucleaire-medische technologie en kan op correcte wijze zijn kennis en de praktische vaardigheden, in de systeembenaderingen, toepassen, uitleggen en weergeven en dit zowel in de theorie als het practicum. | | | - DC
| DC2 - De student heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen) | | | | - BC
| De student kan, discipline gebonden, toegepast redeneren en verbanden leggen tussen de eigenschappen van elektronische bouwstenen en simulaties, gebruikt in de aangehaalde nucleaire wereld. | | | - DC
| DC3 - De student kan problemen herkennen, activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen) | | | | - BC
| De student moet tijdens het practicum, in een medisch-nucleaire context, typische elektronische meettoestellen kunnen bedienen en softwaretoepassingen opstarten en aanpassen. | | | - DC
| DC4 - De student kan informatie opzoeken, meten of verzamelen en correct refereren. (data verwerven) | | | | - BC
| De student kan zelfstandig relevante literatuur interpreteren en verwerken die nodig is voor de theorie beter te begrijpen en/of in het labo te implementeren. | | | - DC
| DC5 - De student kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren) | | | | - BC
| De student kan zowel medische als nucleaire problemen vanuit diverse oogpunten bekijken en de belangrijkste determinanten in kaart brengen alvorens definitief oplossingen en toepassingen aan te bieden, te simuleren, te programmeren en ook bestaande technologieën te kunnen implementeren. | | | - DC
| DC6 - De student kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen) | | | | - BC
| De student moet, na analyse, de gekozen signaalverwerkingstechnieken en meetoplossingen kunnen toepassen bij nucleaire (medische) gerelateerde problemen en kan met behulp van simulatiesoftware diverse testontwerpen uitvoeren van bepaalde meetsituaties. | | | - DC
| DC7 - De student kan geselecteerde methodes en hulpmiddelen aanwenden om oplossingen en ontwerpen te implementeren. (implementeren en operationaliseren) | | | | - BC
| De student moet de haalbaarheid, de efficiëntie en de implementatie van mogelijke (deel )oplossingen van de gestelde problemen betreffende de analoge en digitale signaalverwerkingstechnieken binnen het specialisme van nucleaire (medische) technologie kunnen correct toepassen (met bijbehorende software) en trekt daaruit logische conclusies. | | | - DC
| DC8 - De student kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | | - BC
| De student toont tijdens het practicum een kritische houding t.a.v. kennis en kennisverwerking. ( bv interactie, vragen stellen, …) |
|
| | EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
|
Het labo nucleaire elektronica omvat metingen, programmaties, realisaties en afregelingen van elektronische schakelingen om op een juiste wijze een nucleaire meting te kunnen verrichten.
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 3,00
| Evaluatievorm | |
|
| Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 20 % |
|
|
|
|
| Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 10 % |
|
|
|
|
| Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 70 % |
|
| Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
| Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De punten van praktijkevaluatie blijven behouden bij de tweede examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
| Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
| Voorwaarden | Verplichte aanwezigheid tijdens alle labo's. |
|
|
|
| Gevolg | Bij ongewettigde afwezigheid tijdens een labo worden de behaalde punten per gemist labo door ongewettigde afwezigheid met 10% verminderd. |
|
|
|
| Extra info | Voor de permanente evaluatie van de practica is het kunnen afronden van de opdracht(en) in het voorziene tijdsbestek een onderdeel van de evaluatie. Studenten in bijzondere omstandigheden die als faciliteit een relatieve meertijd toegekend kregen, kunnen hierop daarom geen beroep doen voor de bovenstaande deelevaluaties.
De studenten worden zowel beoordeeld op het ingeleverde verslag als op de inzet en het inzicht om praktische en theoretische problemen op te lossen. Hij/zij wordt hierbij permanent geëvalueerd waarbij gekeken wordt hoe opdrachten, ontwerpen en berekeningen voorbereid worden. Er wordt verwacht dat de studenten zelfstandig de labozittingen tot een goed einde kunnen brengen. |
|
Tweede examenkans
| Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
| Toelichting evaluatievorm | Overdracht van cijfer op het practicum/permanente evaluatie naar een volgend academiejaar gebeurt automatisch indien de student minimaal 12/20 behaalde. De student kan er voor
kiezen om toch het practicum/permanente evaluatie te hernemen, maar hij moet dit dan expliciet melden aan de betrokken docent(en) tijdens de eerste labosessie/permanente evaluatie. Studenten die minder dan 12/20 behaalden dienen alle practica opnieuw uit te voeren. Het is de verantwoordelijkheid van de student om ten laatste tijdens de eerste labosessie/permanente evaluatie navraag te doen naar het behaalde labopunt/punt op de permanente evaluatie van het vorig academiejaar. |
|
|
|
|
|
| Opmerkingen |
| |
Situering binnen leerdomein/curriculum: Meettechnologie en elektronica
Relatie met onderzoek:
De aangeleerde technieken worden in meerdere masterthesissen van de opleiding toegepast door het behandelen van wetenschappelijke artikels en referenties.
Relatie met werkveld:
De aangehaalde vakspecifieke competenties worden veelvuldig gebruikt in het werkveld en vormen de basis voor het probleemoplossend vermogen van geavanceerde projecten. |
|
|
|
|
|
| master in de industriële wetenschappen: nucleaire technologie - nucleair en medisch | Overgangscurriculum | 135 | 5,0 | 135 | 5,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| | | Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Master in de industriële wetenschappen: nucleaire technologie kan in eigen professioneel denken en handelen -- met een gepaste ingenieursattitude en met continue aandacht voor de eigen vorming -- adequaat communiceren, effectief samenwerken, en rekening houden met de economische, ethische, maatschappelijke en/of internationale context en is zich hierbij bewust van de impact op de omgeving. | | | - DC
| DC9 - De student kan mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren. (communiceren) | | | | - BC
| De student kan de meetresultaten, probleemstellingen, feiten, ideeën of meningen aan anderen duidelijk maken, gebruikmakend van correct taalgebruik in de ( volledige) verslaggeving ( conform de afspraken) en verbale vormen. | | | - DC
| DC10 - De student kan constructief en verantwoordelijk functioneren als lid van een (multidisciplinair) team. (samenwerken) | | | | - BC
| De student is bereid om met anderen samen te werken, kan taken verdelen, is hulpvaardigheid en kan een goede verstandhouding bereiken en eventuele problemen signaleren. | | | - DC
| DC11 - De student handelt maatschappelijk verantwoord en binnen een internationaal kader. (internationaal gericht en maatschappelijk verantwoord handelen) | | | | - BC
| De student handelt volgens de relevante wettelijke regelgeving met aandacht voor preventie in het belang van de maatschappij | | | - DC
| DC12 - De student geeft blijkt van een gepaste ingenieursattitude. (ingenieursattitude) | | | | - BC
| De student bezit inschatting van risico's en de haalbaarheid van de voorgestelde benadering of oplossing, zowel in de theorie als het practicum | - EC
| EC4 - De Master in de industriële wetenschappen: nucleaire technologie heeft gespecialiseerde en diepgaande kennis van, inzicht en vaardigheden verworven in nucleaire technologische domeinen zoals reactortechnologie, kernfysica, radiochemie, nucleaire meettechniek, nucleaire elektronica en nucleaire softwaretoepassingen van signaalverwerkende algoritmen en systemen. | | | - DC
| DC1 - De student heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten) | | | | - BC
| De student heeft een gevorderd, toepassingsgericht (inzicht) kennis in geavanceerde theorieën en methodes betreffende dit specialisme van nucleaire-medische technologie en kan op correcte wijze zijn kennis en de praktische vaardigheden, in de systeembenaderingen, toepassen, uitleggen en weergeven en dit zowel in de theorie als het practicum | | | - DC
| DC2 - De student heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen) | | | | - BC
| De student kan, discipline gebonden, toegepast redeneren en verbanden leggen tussen de eigenschappen van elektronische bouwstenen en simulaties, gebruikt in de aangehaalde nucleaire wereld. | | | - DC
| DC3 - De student kan problemen herkennen, activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen) | | | | - BC
| De student moet tijdens het practicum, in een medisch-nucleaire context, typische elektronische meettoestellen kunnen bedienen en softwaretoepassingen opstarten en aanpassen. | | | - DC
| DC4 - De student kan informatie opzoeken, meten of verzamelen en correct refereren. (data verwerven) | | | | - BC
| De student kan zelfstandig relevante literatuur interpreteren en verwerken die nodig is voor de theorie beter te begrijpen en/of in het labo te implementeren | | | - DC
| DC5 - De student kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren) | | | | - BC
| De student kan zowel medische als nucleaire problemen vanuit diverse oogpunten bekijken en de belangrijkste determinanten in kaart brengen alvorens definitief oplossingen en toepassingen aan te bieden, te simuleren, te programmeren en ook bestaande technologieën te kunnen implementeren. | | | - DC
| DC6 - De student kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen) | | | | - BC
| De student moet, na analyse, de gekozen signaalverwerkingstechnieken en meetoplossingen kunnen toepassen bij nucleaire (medische) gerelateerde problemen en kan met behulp van simulatiesoftware diverse testontwerpen uitvoeren van bepaalde meetsituaties. | | | - DC
| DC7 - De student kan geselecteerde methodes en hulpmiddelen aanwenden om oplossingen en ontwerpen te implementeren. (implementeren en operationaliseren) | | | | - BC
| De student moet de haalbaarheid, de efficiëntie en de implementatie van mogelijke (deel )oplossingen van de gestelde problemen betreffende de analoge en digitale signaalverwerkingstechnieken binnen het specialisme van nucleaire (medische) technologie kunnen correct toepassen ( met bijbehorende software) en trekt daaruit logische conclusies. | | | - DC
| DC8 - De student kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | | - BC
| De student toont zowel tijdens de theorie en het practicum een kritische houding t.a.v. kennis en kennisverwerking. ( bv interactie, vragen stellen, …) |
|
| | EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
|
Het labo nucleaire elektronica omvat metingen, programmaties, realisaties en afregelingen van elektronische schakelingen om op een juiste wijze een nucleaire meting te kunnen verrichten.
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 5,00
| Evaluatievorm | |
|
| Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 20 % |
|
|
|
|
| Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 10 % |
|
|
|
|
| Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 70 % |
|
| Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
| Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De punten van het practicum blijven behouden bij de tweede examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
| Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
| Voorwaarden | Verplichte aanwezigheid tijdens alle labo's. |
|
|
|
| Gevolg | Bij ongewettigde afwezigheid tijdens een labo worden de behaalde punten per gemist labo door ongewettigde afwezigheid met 10% verminderd. |
|
|
|
| Extra info | Voor de permanente evaluatie van de practica is het kunnen afronden van de opdracht(en)
in het voorziene tijdsbestek een onderdeel van de evaluatie. Studenten in bijzondere omstandigheden die als faciliteit een relatieve meertijd toegekend kregen, kunnen hierop daarom geen beroep doen voor de bovenstaande deelevaluaties.
De studenten worden zowel beoordeeld op de ingeleverde verslagen als op de inzet en het inzicht om praktische en theoretische problemen op te lossen. Hij/zij wordt hierbij permanent geëvalueerd waarbij gekeken wordt hoe opdrachten, ontwerpen en berekeningen voorbereid worden. Er wordt verwacht dat de studenten zelfstandig de labozittingen tot een goed einde kunnen brengen. |
|
Tweede examenkans
| Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
| Toelichting evaluatievorm | Overdracht van cijfer op het practicum/permanente evaluatie naar een volgend academiejaar gebeurt automatisch indien de student minimaal 12/20 behaalde. De student kan er voor
kiezen om toch het practicum/permanente evaluatie te hernemen, maar hij moet dit dan expliciet melden aan de betrokken docent(en) tijdens de eerste labosessie/permanente evaluatie. Studenten die minder dan 12/20 behaalden dienen alle practica opnieuw uit te voeren. Het is de verantwoordelijkheid van de student om ten laatste tijdens de eerste labosessie/permanente evaluatie navraag te doen naar het behaalde labopunt/punt op de permanente evaluatie van het vorig academiejaar. |
|
|
|
|
|
| Opmerkingen |
| |
Situering binnen leerdomein/curriculum: Meettechnologie en elektronica
Relatie met onderzoek:
De aangeleerde technieken worden in meerdere masterthesissen van de opleiding toegepast door het behandelen van wetenschappelijke artikels en referenties.
Relatie met werkveld:
De aangehaalde vakspecifieke competenties worden veelvuldig gebruikt in het werkveld en vormen de basis voor het probleemoplossend vermogen van geavanceerde projecten. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
| 2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
| Legende |
| SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|