Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| Educatieve master in de economie verkort traject | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | | | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| 1.1 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak : de EM kan de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise geïntegreerd inzetten in de klaspraktijk. | - EC
| 1.3 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM actualiseert, verbreedt en verdiept de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise. | - EC
| 2.1 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM creëert een inclusief en positief klasklimaat met het oog op de groei van elke leerling. | - EC
| 2.2 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM stimuleert eigenaarschap van het leerproces en persoonlijke ontwikkeling van leerlingen via een coachende aanpak. | - EC
| 2.3 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM speelt gedifferentieerd en flexibel in op noden en context van elke leerling. | - EC
| 3.1 De educatieve master verbindt onderzoek en praktijk: de EM richt kritisch-reflectief de onderwijspraktijk in op basis van wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek. | - EC
| 4.3 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM werkt samen met lln, collega's, ouders, opvoeders en/of externe partners in functie van het leerproces. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Inhouden
In het opleidingsonderdeel ‘Leren en ontwikkeling’ staan de pedagogisch‑didactische theorie en onderzoek naar leeromgevingen die het leren stimuleren, activeren en faciliteren centraal. Binnen het OPO komen vooral het perspectief van de lerende als individu en het perspectief van de klasgroep aan bod. Daarnaast worden ook ouders als partners in een leerproces belicht.
Het OPO zet authentieke opdrachten in (stage)scholen in om de verbinding tussen theorie en praktijk expliciet te maken.
Verschillende leertheoretische, algemeen‑, pedagogisch‑ en psycho‑didactische thema’s komen aan bod:
- Zo is er aandacht voor de visie op leren en ontwikkeling, met inclusie van een historisch overzicht van de dominante leertheorieën, een filosofische beschouwing van de functies van onderwijs en de verbinding met de maatschappelijke verwachtingen in de 21ste eeuw.
- Studentgerichtheid in leren en lesgeven staat daarbij centraal, met introductie van concepten en praktijken als activerend leren, ‘constructive alignment’, brede evaluatie… daarbij is er aandacht voor elke lerende in de leergroep.
- Binnenklasdifferentiatie is daarbij een grondhouding, evenals een pedagogisch‑didactische aanpak. Verschillende leeractiviteiten, werkvormen en media (bv. digitale tools) kunnen daarbij ingezet worden.
- We conceptualiseren leren als een proces van ontwikkeling door groei en inspanning in diverse domeinen, zoals op het vlak van (meta)cognitieve, psychosociale en affectieve ontwikkeling.
- We verbinden deze begrippen met motivatiepsychologische kaders zoals de zelf‑determinatie‑theorie (ZDT), neuropsychologische inzichten en leerpsychologische processen en meta‑cognitieve strategieën die bij het leren centraal staan en relevant zijn voor leren leren.
- Uiteraard is er ook aandacht voor het werk‑ en leerklimaat in de klas, dat veilig, taakgericht en positief dient te zijn. Klasmanagement – hetgeen sterk gekoppeld is aan de kwaliteit van interacties tussen leerlingen en leerkracht ‑ is daarbij primordiaal.
- Tot slot gaan we actief aan de slag met het thema 'coaching'. Je leert inspirerend leerlingen, ouders en collega’s te coachen aan de hand van de GRROW-gesprekstructuur.
Academische bronnen, zowel conceptueel als empirisch, leveren de basisinformatie in de vorm van een cursustekst, gelinkt aan diverse originele bronnen.
Omdat pedagogiek‑didactiek en vakdidactiek verbonden en complementair zijn, wordt afgesproken dat studenten binnen ‘Leren en ontwikkeling’ de basisinzichten verwerven betreffende:
- het didactisch-pedagogisch referentiekader,
- doelgericht werken met de Taxonomie van Bloom als één kader
- studentgerichtheid in aanpak met aandacht voor activerende werkvormen en coöperatief leren
- Binnenklasdifferentiatie (in voorbereiding op de link naar UDL die aan bod komt in OPO Diversiteit en Innovatie)
- Formatieve en summatieve evaluatie
- Klasmanagement
- Coaching (met de link naar de Ingroeistage en Doorgroeistage)
Verschillende inzichten worden in de ‘vakdidactiek basis’ verder geconcretiseerd, toegepast en ingeoefend in functie van het lesgeven binnen het vak.
Leerresultaten
Van studenten in het OPO ‘Leren en ontwikkeling’ wordt verwacht dat ze:
- inzicht verwerven aangaande bovenstaande inhouden gerelateerd aan de pijler ‘Leren en ontwikkeling’
- actief deze inzichten toepassen in functie van authentieke vragen, problemen of contexten
- kritisch‑reflectief omgaan met wetenschappelijke bronnen (o.a. theoretische kaders, resultaten van onderzoek, opiniërende manuscripten)
- de transfer maken tussen de leeromgeving die ze ervaren en de inhouden die aan bod komen
- geïnspireerd zijn om zelf actief en creatief gebruik te maken van de inzichten, kaders en methodieken en technieken die we zien
- overtuigd zijn van het belang van actieve leerprocessen en gevarieerde leeromgevingen voor de ontwikkeling van de lerende en de leergroep
- coachingsvaardigheden ontwikkelen die ze verder kunnen inzetten en inoefenen in de praktijk verbonden aan stages.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Onderwijsleergesprek ✔
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
Workshop ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 0 % |
|
|
|
Andere: | Facultatieve taken die toeleiden naar de examentaak |
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 70 % |
|
|
|
|
Andere: | Examentaak is een praktijkgerichte opdracht met wetenschappelijke verdieping. |
|
|
|
|
|
|
|
Off campus online evaluatie/examen | ✔ |
|
Voor volledige evaluatie/examen | ✔ |
|
Toelichting | De student krijgt de optie om delen van het examen online af te leggen via Google Meet. |
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Een student moet op elk onderdeel een tolereerbaar examenresultaat (8/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Een student die op een (of meerdere) onderdelen een niet-tolereerbaar resultaat behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is. |
|
|
|
Extra info | Voor de onderdelen waarvoor een niet-tolereerbaar cijfer werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Indien het vak hernomen wordt in het volgende academiejaar, neemt de student het volledige vak terug op. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Voor de onderdelen waarvoor een niet-tolereerbaar cijfer werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Indien het vak hernomen wordt in het volgende academiejaar, neemt de student het volledige vak terug op. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
 
|
Opmerkingen |
|
|
|
|
|
| Educatieve master in de ontwerpwetenschappen jaar 1 | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | | | Ja | Ja | Numeriek | |
Educatieve master in de ontwerpwetenschappen verkort traject | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | | | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| 1.1 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak : de EM kan de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise geïntegreerd inzetten in de klaspraktijk. | - EC
| 1.3 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM actualiseert, verbreedt en verdiept de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise. | - EC
| 2.1 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM creëert een inclusief en positief klasklimaat met het oog op de groei van elke leerling. | - EC
| 2.2 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM stimuleert eigenaarschap van het leerproces en persoonlijke ontwikkeling van leerlingen via een coachende aanpak. | - EC
| 2.3 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM speelt gedifferentieerd en flexibel in op noden en context van elke leerling. | - EC
| 3.1 De educatieve master verbindt onderzoek en praktijk: de EM richt kritisch-reflectief de onderwijspraktijk in op basis van wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek. | - EC
| 4.3 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM werkt samen met lln, collega's, ouders, opvoeders en/of externe partners in functie van het leerproces. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Inhouden
In het opleidingsonderdeel ‘Leren en ontwikkeling’ staan de pedagogisch‑didactische theorie en onderzoek naar leeromgevingen die het leren stimuleren, activeren en faciliteren centraal. Binnen het OPO komen vooral het perspectief van de lerende als individu en het perspectief van de klasgroep aan bod. Daarnaast worden ook ouders als partners in een leerproces belicht.
Het OPO zet authentieke opdrachten in (stage)scholen in om de verbinding tussen theorie en praktijk expliciet te maken.
Verschillende leertheoretische, algemeen‑, pedagogisch‑ en psycho‑didactische thema’s komen aan bod:
- Zo is er aandacht voor de visie op leren en ontwikkeling, met inclusie van een historisch overzicht van de dominante leertheorieën, een filosofische beschouwing van de functies van onderwijs en de verbinding met de maatschappelijke verwachtingen in de 21ste eeuw.
- Studentgerichtheid in leren en lesgeven staat daarbij centraal, met introductie van concepten en praktijken als activerend leren, ‘constructive alignment’, brede evaluatie… daarbij is er aandacht voor elke lerende in de leergroep.
- Binnenklasdifferentiatie is daarbij een grondhouding, evenals een pedagogisch‑didactische aanpak. Verschillende leeractiviteiten, werkvormen en media (bv. digitale tools) kunnen daarbij ingezet worden.
- We conceptualiseren leren als een proces van ontwikkeling door groei en inspanning in diverse domeinen, zoals op het vlak van (meta)cognitieve, psychosociale en affectieve ontwikkeling.
- We verbinden deze begrippen met motivatiepsychologische kaders zoals de zelf‑determinatie‑theorie (ZDT), neuropsychologische inzichten en leerpsychologische processen en meta‑cognitieve strategieën die bij het leren centraal staan en relevant zijn voor leren leren.
- Uiteraard is er ook aandacht voor het werk‑ en leerklimaat in de klas, dat veilig, taakgericht en positief dient te zijn. Klasmanagement – hetgeen sterk gekoppeld is aan de kwaliteit van interacties tussen leerlingen en leerkracht ‑ is daarbij primordiaal.
- Tot slot gaan we actief aan de slag met het thema 'coaching'. Je leert inspirerend leerlingen, ouders en collega’s te coachen aan de hand van de GRROW-gesprekstructuur.
Academische bronnen, zowel conceptueel als empirisch, leveren de basisinformatie in de vorm van een cursustekst, gelinkt aan diverse originele bronnen.
Omdat pedagogiek‑didactiek en vakdidactiek verbonden en complementair zijn, wordt afgesproken dat studenten binnen ‘Leren en ontwikkeling’ de basisinzichten verwerven betreffende:
- het didactisch-pedagogisch referentiekader,
- doelgericht werken met de Taxonomie van Bloom als één kader
- studentgerichtheid in aanpak met aandacht voor activerende werkvormen en coöperatief leren
- Binnenklasdifferentiatie (in voorbereiding op de link naar UDL die aan bod komt in OPO Diversiteit en Innovatie)
- Formatieve en summatieve evaluatie
- Klasmanagement
- Coaching (met de link naar de Ingroeistage en Doorgroeistage)
Verschillende inzichten worden in de ‘vakdidactiek basis’ verder geconcretiseerd, toegepast en ingeoefend in functie van het lesgeven binnen het vak.
Leerresultaten
Van studenten in het OPO ‘Leren en ontwikkeling’ wordt verwacht dat ze:
- inzicht verwerven aangaande bovenstaande inhouden gerelateerd aan de pijler ‘Leren en ontwikkeling’
- actief deze inzichten toepassen in functie van authentieke vragen, problemen of contexten
- kritisch‑reflectief omgaan met wetenschappelijke bronnen (o.a. theoretische kaders, resultaten van onderzoek, opiniërende manuscripten)
- de transfer maken tussen de leeromgeving die ze ervaren en de inhouden die aan bod komen
- geïnspireerd zijn om zelf actief en creatief gebruik te maken van de inzichten, kaders en methodieken en technieken die we zien
- overtuigd zijn van het belang van actieve leerprocessen en gevarieerde leeromgevingen voor de ontwikkeling van de lerende en de leergroep
- coachingsvaardigheden ontwikkelen die ze verder kunnen inzetten en inoefenen in de praktijk verbonden aan stages.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Onderwijsleergesprek ✔
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
Workshop ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 0 % |
|
|
|
Andere: | Facultatieve taken die toeleiden naar de examentaak |
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 70 % |
|
|
|
|
Andere: | Examentaak is een praktijkgerichte opdracht met wetenschappelijke verdieping. |
|
|
|
|
|
|
|
Off campus online evaluatie/examen | ✔ |
|
Voor volledige evaluatie/examen | ✔ |
|
Toelichting | De student krijgt de optie om delen van het examen online af te leggen via Google Meet. |
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Een student moet op elk onderdeel een tolereerbaar examenresultaat (8/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Een student die op een (of meerdere) onderdelen een niet-tolereerbaar resultaat behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is. |
|
|
|
Extra info | Voor de onderdelen waarvoor een niet-tolereerbaar cijfer werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Indien het vak hernomen wordt in het volgende academiejaar, neemt de student het volledige vak terug op. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Voor de onderdelen waarvoor een niet-tolereerbaar cijfer werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Indien het vak hernomen wordt in het volgende academiejaar, neemt de student het volledige vak terug op. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
 
|
Opmerkingen |
|
|
|
|
|
| Educatieve master in de gezondheidswetenschappen verkort traject | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | | | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| 1.1 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak : de EM kan de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise geïntegreerd inzetten in de klaspraktijk. | - EC
| 1.3 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM actualiseert, verbreedt en verdiept de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise. | - EC
| 2.1 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM creëert een inclusief en positief klasklimaat met het oog op de groei van elke leerling. | - EC
| 2.2 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM stimuleert eigenaarschap van het leerproces en persoonlijke ontwikkeling van leerlingen via een coachende aanpak. | - EC
| 2.3 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM speelt gedifferentieerd en flexibel in op noden en context van elke leerling. | - EC
| 3.1 De educatieve master verbindt onderzoek en praktijk: de EM richt kritisch-reflectief de onderwijspraktijk in op basis van wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek. | - EC
| 4.3 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM werkt samen met lln, collega's, ouders, opvoeders en/of externe partners in functie van het leerproces. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Inhouden
In het opleidingsonderdeel ‘Leren en ontwikkeling’ staan de pedagogisch‑didactische theorie en onderzoek naar leeromgevingen die het leren stimuleren, activeren en faciliteren centraal. Binnen het OPO komen vooral het perspectief van de lerende als individu en het perspectief van de klasgroep aan bod. Daarnaast worden ook ouders als partners in een leerproces belicht.
Het OPO zet authentieke opdrachten in (stage)scholen in om de verbinding tussen theorie en praktijk expliciet te maken.
Verschillende leertheoretische, algemeen‑, pedagogisch‑ en psycho‑didactische thema’s komen aan bod:
- Zo is er aandacht voor de visie op leren en ontwikkeling, met inclusie van een historisch overzicht van de dominante leertheorieën, een filosofische beschouwing van de functies van onderwijs en de verbinding met de maatschappelijke verwachtingen in de 21ste eeuw.
- Studentgerichtheid in leren en lesgeven staat daarbij centraal, met introductie van concepten en praktijken als activerend leren, ‘constructive alignment’, brede evaluatie… daarbij is er aandacht voor elke lerende in de leergroep.
- Binnenklasdifferentiatie is daarbij een grondhouding, evenals een pedagogisch‑didactische aanpak. Verschillende leeractiviteiten, werkvormen en media (bv. digitale tools) kunnen daarbij ingezet worden.
- We conceptualiseren leren als een proces van ontwikkeling door groei en inspanning in diverse domeinen, zoals op het vlak van (meta)cognitieve, psychosociale en affectieve ontwikkeling.
- We verbinden deze begrippen met motivatiepsychologische kaders zoals de zelf‑determinatie‑theorie (ZDT), neuropsychologische inzichten en leerpsychologische processen en meta‑cognitieve strategieën die bij het leren centraal staan en relevant zijn voor leren leren.
- Uiteraard is er ook aandacht voor het werk‑ en leerklimaat in de klas, dat veilig, taakgericht en positief dient te zijn. Klasmanagement – hetgeen sterk gekoppeld is aan de kwaliteit van interacties tussen leerlingen en leerkracht ‑ is daarbij primordiaal.
- Tot slot gaan we actief aan de slag met het thema 'coaching'. Je leert inspirerend leerlingen, ouders en collega’s te coachen aan de hand van de GRROW-gesprekstructuur.
Academische bronnen, zowel conceptueel als empirisch, leveren de basisinformatie in de vorm van een cursustekst, gelinkt aan diverse originele bronnen.
Omdat pedagogiek‑didactiek en vakdidactiek verbonden en complementair zijn, wordt afgesproken dat studenten binnen ‘Leren en ontwikkeling’ de basisinzichten verwerven betreffende:
- het didactisch-pedagogisch referentiekader,
- doelgericht werken met de Taxonomie van Bloom als één kader
- studentgerichtheid in aanpak met aandacht voor activerende werkvormen en coöperatief leren
- Binnenklasdifferentiatie (in voorbereiding op de link naar UDL die aan bod komt in OPO Diversiteit en Innovatie)
- Formatieve en summatieve evaluatie
- Klasmanagement
- Coaching (met de link naar de Ingroeistage en Doorgroeistage)
Verschillende inzichten worden in de ‘vakdidactiek basis’ verder geconcretiseerd, toegepast en ingeoefend in functie van het lesgeven binnen het vak.
Leerresultaten
Van studenten in het OPO ‘Leren en ontwikkeling’ wordt verwacht dat ze:
- inzicht verwerven aangaande bovenstaande inhouden gerelateerd aan de pijler ‘Leren en ontwikkeling’
- actief deze inzichten toepassen in functie van authentieke vragen, problemen of contexten
- kritisch‑reflectief omgaan met wetenschappelijke bronnen (o.a. theoretische kaders, resultaten van onderzoek, opiniërende manuscripten)
- de transfer maken tussen de leeromgeving die ze ervaren en de inhouden die aan bod komen
- geïnspireerd zijn om zelf actief en creatief gebruik te maken van de inzichten, kaders en methodieken en technieken die we zien
- overtuigd zijn van het belang van actieve leerprocessen en gevarieerde leeromgevingen voor de ontwikkeling van de lerende en de leergroep
- coachingsvaardigheden ontwikkelen die ze verder kunnen inzetten en inoefenen in de praktijk verbonden aan stages.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Onderwijsleergesprek ✔
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
Workshop ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 0 % |
|
|
|
Andere: | Facultatieve taken die toeleiden naar de examentaak |
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 70 % |
|
|
|
|
Andere: | Examentaak is een praktijkgerichte opdracht met wetenschappelijke verdieping. |
|
|
|
|
|
|
|
Off campus online evaluatie/examen | ✔ |
|
Voor volledige evaluatie/examen | ✔ |
|
Toelichting | De student krijgt de optie om delen van het examen online af te leggen via Google Meet. |
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Een student moet op elk onderdeel een tolereerbaar examenresultaat (8/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Een student die op een (of meerdere) onderdelen een niet-tolereerbaar resultaat behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is. |
|
|
|
Extra info | Voor de onderdelen waarvoor een niet-tolereerbaar cijfer werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Indien het vak hernomen wordt in het volgende academiejaar, neemt de student het volledige vak terug op. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Voor de onderdelen waarvoor een niet-tolereerbaar cijfer werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Indien het vak hernomen wordt in het volgende academiejaar, neemt de student het volledige vak terug op. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
 
|
Opmerkingen |
|
|
|
|
|
| Educatieve master in de wetenschappen en technologie - engineering en technologie jaar 1 | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | | | Ja | Ja | Numeriek | |
Educatieve master in de wetenschappen en technologie - verkort traject | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | | | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| 1.1 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak : de EM kan de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise geïntegreerd inzetten in de klaspraktijk. | - EC
| 1.3 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM actualiseert, verbreedt en verdiept de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise. | - EC
| 2.1 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM creëert een inclusief en positief klasklimaat met het oog op de groei van elke leerling. | - EC
| 2.2 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM stimuleert eigenaarschap van het leerproces en persoonlijke ontwikkeling van leerlingen via een coachende aanpak. | - EC
| 2.3 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM speelt gedifferentieerd en flexibel in op noden en context van elke leerling. | - EC
| 3.1 De educatieve master verbindt onderzoek en praktijk: de EM richt kritisch-reflectief de onderwijspraktijk in op basis van wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek. | - EC
| 4.3 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM werkt samen met lln, collega's, ouders, opvoeders en/of externe partners in functie van het leerproces. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Inhouden
In het opleidingsonderdeel ‘Leren en ontwikkeling’ staan de pedagogisch‑didactische theorie en onderzoek naar leeromgevingen die het leren stimuleren, activeren en faciliteren centraal. Binnen het OPO komen vooral het perspectief van de lerende als individu en het perspectief van de klasgroep aan bod. Daarnaast worden ook ouders als partners in een leerproces belicht.
Het OPO zet authentieke opdrachten in (stage)scholen in om de verbinding tussen theorie en praktijk expliciet te maken.
Verschillende leertheoretische, algemeen‑, pedagogisch‑ en psycho‑didactische thema’s komen aan bod:
- Zo is er aandacht voor de visie op leren en ontwikkeling, met inclusie van een historisch overzicht van de dominante leertheorieën, een filosofische beschouwing van de functies van onderwijs en de verbinding met de maatschappelijke verwachtingen in de 21ste eeuw.
- Studentgerichtheid in leren en lesgeven staat daarbij centraal, met introductie van concepten en praktijken als activerend leren, ‘constructive alignment’, brede evaluatie… daarbij is er aandacht voor elke lerende in de leergroep.
- Binnenklasdifferentiatie is daarbij een grondhouding, evenals een pedagogisch‑didactische aanpak. Verschillende leeractiviteiten, werkvormen en media (bv. digitale tools) kunnen daarbij ingezet worden.
- We conceptualiseren leren als een proces van ontwikkeling door groei en inspanning in diverse domeinen, zoals op het vlak van (meta)cognitieve, psychosociale en affectieve ontwikkeling.
- We verbinden deze begrippen met motivatiepsychologische kaders zoals de zelf‑determinatie‑theorie (ZDT), neuropsychologische inzichten en leerpsychologische processen en meta‑cognitieve strategieën die bij het leren centraal staan en relevant zijn voor leren leren.
- Uiteraard is er ook aandacht voor het werk‑ en leerklimaat in de klas, dat veilig, taakgericht en positief dient te zijn. Klasmanagement – hetgeen sterk gekoppeld is aan de kwaliteit van interacties tussen leerlingen en leerkracht ‑ is daarbij primordiaal.
- Tot slot gaan we actief aan de slag met het thema 'coaching'. Je leert inspirerend leerlingen, ouders en collega’s te coachen aan de hand van de GRROW-gesprekstructuur.
Academische bronnen, zowel conceptueel als empirisch, leveren de basisinformatie in de vorm van een cursustekst, gelinkt aan diverse originele bronnen.
Omdat pedagogiek‑didactiek en vakdidactiek verbonden en complementair zijn, wordt afgesproken dat studenten binnen ‘Leren en ontwikkeling’ de basisinzichten verwerven betreffende:
- het didactisch-pedagogisch referentiekader,
- doelgericht werken met de Taxonomie van Bloom als één kader
- studentgerichtheid in aanpak met aandacht voor activerende werkvormen en coöperatief leren
- Binnenklasdifferentiatie (in voorbereiding op de link naar UDL die aan bod komt in OPO Diversiteit en Innovatie)
- Formatieve en summatieve evaluatie
- Klasmanagement
- Coaching (met de link naar de Ingroeistage en Doorgroeistage)
Verschillende inzichten worden in de ‘vakdidactiek basis’ verder geconcretiseerd, toegepast en ingeoefend in functie van het lesgeven binnen het vak.
Leerresultaten
Van studenten in het OPO ‘Leren en ontwikkeling’ wordt verwacht dat ze:
- inzicht verwerven aangaande bovenstaande inhouden gerelateerd aan de pijler ‘Leren en ontwikkeling’
- actief deze inzichten toepassen in functie van authentieke vragen, problemen of contexten
- kritisch‑reflectief omgaan met wetenschappelijke bronnen (o.a. theoretische kaders, resultaten van onderzoek, opiniërende manuscripten)
- de transfer maken tussen de leeromgeving die ze ervaren en de inhouden die aan bod komen
- geïnspireerd zijn om zelf actief en creatief gebruik te maken van de inzichten, kaders en methodieken en technieken die we zien
- overtuigd zijn van het belang van actieve leerprocessen en gevarieerde leeromgevingen voor de ontwikkeling van de lerende en de leergroep
- coachingsvaardigheden ontwikkelen die ze verder kunnen inzetten en inoefenen in de praktijk verbonden aan stages.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Onderwijsleergesprek ✔
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
Workshop ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 0 % |
|
|
|
Andere: | Facultatieve taken die toeleiden naar de examentaak |
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 70 % |
|
|
|
|
Andere: | Examentaak is een praktijkgerichte opdracht met wetenschappelijke verdieping. |
|
|
|
|
|
|
|
Off campus online evaluatie/examen | ✔ |
|
Voor volledige evaluatie/examen | ✔ |
|
Toelichting | De student krijgt de optie om delen van het examen online af te leggen via Google Meet. |
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Een student moet op elk onderdeel een tolereerbaar examenresultaat (8/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Een student die op een (of meerdere) onderdelen een niet-tolereerbaar resultaat behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is. |
|
|
|
Extra info | Voor de onderdelen waarvoor een niet-tolereerbaar cijfer werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Indien het vak hernomen wordt in het volgende academiejaar, neemt de student het volledige vak terug op. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Voor de onderdelen waarvoor een niet-tolereerbaar cijfer werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Indien het vak hernomen wordt in het volgende academiejaar, neemt de student het volledige vak terug op. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
 
|
Opmerkingen |
|
|
|
|
|
| 3de bachelorjaar in de biologie optie onderwijs | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | | | Ja | Ja | Numeriek | |
3de bachelorjaar in de chemie optie onderwijs | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | | | Ja | Ja | Numeriek | |
3de bachelorjaar in de fysica optie onderwijs | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | | | Ja | Ja | Numeriek | |
bachelor in de wiskunde - verbreding onderwijs | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | | | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
Inhouden
In het opleidingsonderdeel ‘Leren en ontwikkeling’ staan de pedagogisch‑didactische theorie en onderzoek naar leeromgevingen die het leren stimuleren, activeren en faciliteren centraal. Binnen het OPO komen vooral het perspectief van de lerende als individu en het perspectief van de klasgroep aan bod. Daarnaast worden ook ouders als partners in een leerproces belicht.
Het OPO zet authentieke opdrachten in (stage)scholen in om de verbinding tussen theorie en praktijk expliciet te maken.
Verschillende leertheoretische, algemeen‑, pedagogisch‑ en psycho‑didactische thema’s komen aan bod:
- Zo is er aandacht voor de visie op leren en ontwikkeling, met inclusie van een historisch overzicht van de dominante leertheorieën, een filosofische beschouwing van de functies van onderwijs en de verbinding met de maatschappelijke verwachtingen in de 21ste eeuw.
- Studentgerichtheid in leren en lesgeven staat daarbij centraal, met introductie van concepten en praktijken als activerend leren, ‘constructive alignment’, brede evaluatie… daarbij is er aandacht voor elke lerende in de leergroep.
- Binnenklasdifferentiatie is daarbij een grondhouding, evenals een pedagogisch‑didactische aanpak. Verschillende leeractiviteiten, werkvormen en media (bv. digitale tools) kunnen daarbij ingezet worden.
- We conceptualiseren leren als een proces van ontwikkeling door groei en inspanning in diverse domeinen, zoals op het vlak van (meta)cognitieve, psychosociale en affectieve ontwikkeling.
- We verbinden deze begrippen met motivatiepsychologische kaders zoals de zelf‑determinatie‑theorie (ZDT), neuropsychologische inzichten en leerpsychologische processen en meta‑cognitieve strategieën die bij het leren centraal staan en relevant zijn voor leren leren.
- Uiteraard is er ook aandacht voor het werk‑ en leerklimaat in de klas, dat veilig, taakgericht en positief dient te zijn. Klasmanagement – hetgeen sterk gekoppeld is aan de kwaliteit van interacties tussen leerlingen en leerkracht ‑ is daarbij primordiaal.
- Tot slot gaan we actief aan de slag met het thema 'coaching'. Je leert inspirerend leerlingen, ouders en collega’s te coachen aan de hand van de GRROW-gesprekstructuur.
Academische bronnen, zowel conceptueel als empirisch, leveren de basisinformatie in de vorm van een cursustekst, gelinkt aan diverse originele bronnen.
Omdat pedagogiek‑didactiek en vakdidactiek verbonden en complementair zijn, wordt afgesproken dat studenten binnen ‘Leren en ontwikkeling’ de basisinzichten verwerven betreffende:
- het didactisch-pedagogisch referentiekader,
- doelgericht werken met de Taxonomie van Bloom als één kader
- studentgerichtheid in aanpak met aandacht voor activerende werkvormen en coöperatief leren
- Binnenklasdifferentiatie (in voorbereiding op de link naar UDL die aan bod komt in OPO Diversiteit en Innovatie)
- Formatieve en summatieve evaluatie
- Klasmanagement
- Coaching (met de link naar de Ingroeistage en Doorgroeistage)
Verschillende inzichten worden in de ‘vakdidactiek basis’ verder geconcretiseerd, toegepast en ingeoefend in functie van het lesgeven binnen het vak.
Leerresultaten
Van studenten in het OPO ‘Leren en ontwikkeling’ wordt verwacht dat ze:
- inzicht verwerven aangaande bovenstaande inhouden gerelateerd aan de pijler ‘Leren en ontwikkeling’
- actief deze inzichten toepassen in functie van authentieke vragen, problemen of contexten
- kritisch‑reflectief omgaan met wetenschappelijke bronnen (o.a. theoretische kaders, resultaten van onderzoek, opiniërende manuscripten)
- de transfer maken tussen de leeromgeving die ze ervaren en de inhouden die aan bod komen
- geïnspireerd zijn om zelf actief en creatief gebruik te maken van de inzichten, kaders en methodieken en technieken die we zien
- overtuigd zijn van het belang van actieve leerprocessen en gevarieerde leeromgevingen voor de ontwikkeling van de lerende en de leergroep
- coachingsvaardigheden ontwikkelen die ze verder kunnen inzetten en inoefenen in de praktijk verbonden aan stages.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Onderwijsleergesprek ✔
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
Workshop ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 0 % |
|
|
|
Andere: | Facultatieve taken die toeleiden naar de examentaak |
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 70 % |
|
|
|
|
Andere: | Examentaak is een praktijkgerichte opdracht met wetenschappelijke verdieping. |
|
|
|
|
|
|
|
Off campus online evaluatie/examen | ✔ |
|
Voor volledige evaluatie/examen | ✔ |
|
Toelichting | De student krijgt de optie om delen van het examen online af te leggen via Google Meet. |
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Een student moet op elk onderdeel een tolereerbaar examenresultaat (8/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Een student die op een (of meerdere) onderdelen een niet-tolereerbaar resultaat behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is. |
|
|
|
Extra info | Voor de onderdelen waarvoor een niet-tolereerbaar cijfer werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Indien het vak hernomen wordt in het volgende academiejaar, neemt de student het volledige vak terug op. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Voor de onderdelen waarvoor een niet-tolereerbaar cijfer werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Indien het vak hernomen wordt in het volgende academiejaar, neemt de student het volledige vak terug op. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
 
|
Opmerkingen |
|
|
|
|
|
| 2de bachelorjaar in de informatica | Keuze | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | | | Ja | Ja | Numeriek | |
3de bachelorjaar in de biologie pakket keuzeopleidingsonderdelen verbreding | Keuze | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | | | Ja | Ja | Numeriek | |
3de bachelorjaar in de chemie pakket vrije keuze aanvulling | Keuze | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | | | Ja | Ja | Numeriek | |
3de bachelorjaar in de fysica optie vrije keuze aanvulling | Keuze | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | | | Ja | Ja | Numeriek | |
3de bachelorjaar in de informatica | Keuze | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | | | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
Inhouden
In het opleidingsonderdeel ‘Leren en ontwikkeling’ staan de pedagogisch‑didactische theorie en onderzoek naar leeromgevingen die het leren stimuleren, activeren en faciliteren centraal. Binnen het OPO komen vooral het perspectief van de lerende als individu en het perspectief van de klasgroep aan bod. Daarnaast worden ook ouders als partners in een leerproces belicht.
Het OPO zet authentieke opdrachten in (stage)scholen in om de verbinding tussen theorie en praktijk expliciet te maken.
Verschillende leertheoretische, algemeen‑, pedagogisch‑ en psycho‑didactische thema’s komen aan bod:
- Zo is er aandacht voor de visie op leren en ontwikkeling, met inclusie van een historisch overzicht van de dominante leertheorieën, een filosofische beschouwing van de functies van onderwijs en de verbinding met de maatschappelijke verwachtingen in de 21ste eeuw.
- Studentgerichtheid in leren en lesgeven staat daarbij centraal, met introductie van concepten en praktijken als activerend leren, ‘constructive alignment’, brede evaluatie… daarbij is er aandacht voor elke lerende in de leergroep.
- Binnenklasdifferentiatie is daarbij een grondhouding, evenals een pedagogisch‑didactische aanpak. Verschillende leeractiviteiten, werkvormen en media (bv. digitale tools) kunnen daarbij ingezet worden.
- We conceptualiseren leren als een proces van ontwikkeling door groei en inspanning in diverse domeinen, zoals op het vlak van (meta)cognitieve, psychosociale en affectieve ontwikkeling.
- We verbinden deze begrippen met motivatiepsychologische kaders zoals de zelf‑determinatie‑theorie (ZDT), neuropsychologische inzichten en leerpsychologische processen en meta‑cognitieve strategieën die bij het leren centraal staan en relevant zijn voor leren leren.
- Uiteraard is er ook aandacht voor het werk‑ en leerklimaat in de klas, dat veilig, taakgericht en positief dient te zijn. Klasmanagement – hetgeen sterk gekoppeld is aan de kwaliteit van interacties tussen leerlingen en leerkracht ‑ is daarbij primordiaal.
- Tot slot gaan we actief aan de slag met het thema 'coaching'. Je leert inspirerend leerlingen, ouders en collega’s te coachen aan de hand van de GRROW-gesprekstructuur.
Academische bronnen, zowel conceptueel als empirisch, leveren de basisinformatie in de vorm van een cursustekst, gelinkt aan diverse originele bronnen.
Omdat pedagogiek‑didactiek en vakdidactiek verbonden en complementair zijn, wordt afgesproken dat studenten binnen ‘Leren en ontwikkeling’ de basisinzichten verwerven betreffende:
- het didactisch-pedagogisch referentiekader,
- doelgericht werken met de Taxonomie van Bloom als één kader
- studentgerichtheid in aanpak met aandacht voor activerende werkvormen en coöperatief leren
- Binnenklasdifferentiatie (in voorbereiding op de link naar UDL die aan bod komt in OPO Diversiteit en Innovatie)
- Formatieve en summatieve evaluatie
- Klasmanagement
- Coaching (met de link naar de Ingroeistage en Doorgroeistage)
Verschillende inzichten worden in de ‘vakdidactiek basis’ verder geconcretiseerd, toegepast en ingeoefend in functie van het lesgeven binnen het vak.
Leerresultaten
Van studenten in het OPO ‘Leren en ontwikkeling’ wordt verwacht dat ze:
- inzicht verwerven aangaande bovenstaande inhouden gerelateerd aan de pijler ‘Leren en ontwikkeling’
- actief deze inzichten toepassen in functie van authentieke vragen, problemen of contexten
- kritisch‑reflectief omgaan met wetenschappelijke bronnen (o.a. theoretische kaders, resultaten van onderzoek, opiniërende manuscripten)
- de transfer maken tussen de leeromgeving die ze ervaren en de inhouden die aan bod komen
- geïnspireerd zijn om zelf actief en creatief gebruik te maken van de inzichten, kaders en methodieken en technieken die we zien
- overtuigd zijn van het belang van actieve leerprocessen en gevarieerde leeromgevingen voor de ontwikkeling van de lerende en de leergroep
- coachingsvaardigheden ontwikkelen die ze verder kunnen inzetten en inoefenen in de praktijk verbonden aan stages.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Onderwijsleergesprek ✔
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
Workshop ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 0 % |
|
|
|
Andere: | Facultatieve taken die toeleiden naar de examentaak |
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 70 % |
|
|
|
|
Andere: | Examentaak is een praktijkgerichte opdracht met wetenschappelijke verdieping. |
|
|
|
|
|
|
|
Off campus online evaluatie/examen | ✔ |
|
Voor volledige evaluatie/examen | ✔ |
|
Toelichting | De student krijgt de optie om delen van het examen online af te leggen via Google Meet. |
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Een student moet op elk onderdeel een tolereerbaar examenresultaat (8/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Een student die op een (of meerdere) onderdelen een niet-tolereerbaar resultaat behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is. |
|
|
|
Extra info | Voor de onderdelen waarvoor een niet-tolereerbaar cijfer werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Indien het vak hernomen wordt in het volgende academiejaar, neemt de student het volledige vak terug op. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Voor de onderdelen waarvoor een niet-tolereerbaar cijfer werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Indien het vak hernomen wordt in het volgende academiejaar, neemt de student het volledige vak terug op. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
 
|
Opmerkingen |
|
|
|
|
|
| 1st year Master of Biomedical Sciences - Bioelectronics and Nanotechnology | Keuze | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | | | Ja | Ja | Numeriek | |
1st year Master of Biomedical Sciences - Environmental Health Sciences | Keuze | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | | | Ja | Ja | Numeriek | |
1st year Master of Biomedical Sciences - Molecular Mechanisms in Health and Disease | Keuze | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | | | Ja | Ja | Numeriek | |
3de bachelorjaar in de biomedische wetenschappen | Keuze | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | | | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
Inhouden
In het opleidingsonderdeel ‘Leren en ontwikkeling’ staan de pedagogisch‑didactische theorie en onderzoek naar leeromgevingen die het leren stimuleren, activeren en faciliteren centraal. Binnen het OPO komen vooral het perspectief van de lerende als individu en het perspectief van de klasgroep aan bod. Daarnaast worden ook ouders als partners in een leerproces belicht.
Het OPO zet authentieke opdrachten in (stage)scholen in om de verbinding tussen theorie en praktijk expliciet te maken.
Verschillende leertheoretische, algemeen‑, pedagogisch‑ en psycho‑didactische thema’s komen aan bod:
- Zo is er aandacht voor de visie op leren en ontwikkeling, met inclusie van een historisch overzicht van de dominante leertheorieën, een filosofische beschouwing van de functies van onderwijs en de verbinding met de maatschappelijke verwachtingen in de 21ste eeuw.
- Studentgerichtheid in leren en lesgeven staat daarbij centraal, met introductie van concepten en praktijken als activerend leren, ‘constructive alignment’, brede evaluatie… daarbij is er aandacht voor elke lerende in de leergroep.
- Binnenklasdifferentiatie is daarbij een grondhouding, evenals een pedagogisch‑didactische aanpak. Verschillende leeractiviteiten, werkvormen en media (bv. digitale tools) kunnen daarbij ingezet worden.
- We conceptualiseren leren als een proces van ontwikkeling door groei en inspanning in diverse domeinen, zoals op het vlak van (meta)cognitieve, psychosociale en affectieve ontwikkeling.
- We verbinden deze begrippen met motivatiepsychologische kaders zoals de zelf‑determinatie‑theorie (ZDT), neuropsychologische inzichten en leerpsychologische processen en meta‑cognitieve strategieën die bij het leren centraal staan en relevant zijn voor leren leren.
- Uiteraard is er ook aandacht voor het werk‑ en leerklimaat in de klas, dat veilig, taakgericht en positief dient te zijn. Klasmanagement – hetgeen sterk gekoppeld is aan de kwaliteit van interacties tussen leerlingen en leerkracht ‑ is daarbij primordiaal.
- Tot slot gaan we actief aan de slag met het thema 'coaching'. Je leert inspirerend leerlingen, ouders en collega’s te coachen aan de hand van de GRROW-gesprekstructuur.
Academische bronnen, zowel conceptueel als empirisch, leveren de basisinformatie in de vorm van een cursustekst, gelinkt aan diverse originele bronnen.
Omdat pedagogiek‑didactiek en vakdidactiek verbonden en complementair zijn, wordt afgesproken dat studenten binnen ‘Leren en ontwikkeling’ de basisinzichten verwerven betreffende:
- het didactisch-pedagogisch referentiekader,
- doelgericht werken met de Taxonomie van Bloom als één kader
- studentgerichtheid in aanpak met aandacht voor activerende werkvormen en coöperatief leren
- Binnenklasdifferentiatie (in voorbereiding op de link naar UDL die aan bod komt in OPO Diversiteit en Innovatie)
- Formatieve en summatieve evaluatie
- Klasmanagement
- Coaching (met de link naar de Ingroeistage en Doorgroeistage)
Verschillende inzichten worden in de ‘vakdidactiek basis’ verder geconcretiseerd, toegepast en ingeoefend in functie van het lesgeven binnen het vak.
Leerresultaten
Van studenten in het OPO ‘Leren en ontwikkeling’ wordt verwacht dat ze:
- inzicht verwerven aangaande bovenstaande inhouden gerelateerd aan de pijler ‘Leren en ontwikkeling’
- actief deze inzichten toepassen in functie van authentieke vragen, problemen of contexten
- kritisch‑reflectief omgaan met wetenschappelijke bronnen (o.a. theoretische kaders, resultaten van onderzoek, opiniërende manuscripten)
- de transfer maken tussen de leeromgeving die ze ervaren en de inhouden die aan bod komen
- geïnspireerd zijn om zelf actief en creatief gebruik te maken van de inzichten, kaders en methodieken en technieken die we zien
- overtuigd zijn van het belang van actieve leerprocessen en gevarieerde leeromgevingen voor de ontwikkeling van de lerende en de leergroep
- coachingsvaardigheden ontwikkelen die ze verder kunnen inzetten en inoefenen in de praktijk verbonden aan stages.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Onderwijsleergesprek ✔
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
Workshop ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 0 % |
|
|
|
Andere: | Facultatieve taken die toeleiden naar de examentaak |
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 70 % |
|
|
|
|
Andere: | Examentaak is een praktijkgerichte opdracht met wetenschappelijke verdieping. |
|
|
|
|
|
|
|
Off campus online evaluatie/examen | ✔ |
|
Voor volledige evaluatie/examen | ✔ |
|
Toelichting | De student krijgt de optie om delen van het examen online af te leggen via Google Meet. |
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Een student moet op elk onderdeel een tolereerbaar examenresultaat (8/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Een student die op een (of meerdere) onderdelen een niet-tolereerbaar resultaat behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is. |
|
|
|
Extra info | Voor de onderdelen waarvoor een niet-tolereerbaar cijfer werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Indien het vak hernomen wordt in het volgende academiejaar, neemt de student het volledige vak terug op. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Voor de onderdelen waarvoor een niet-tolereerbaar cijfer werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Indien het vak hernomen wordt in het volgende academiejaar, neemt de student het volledige vak terug op. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
 
|
Opmerkingen |
|
|
|
|
|
| 1ste masterjaar handelsingenieur in de beleidsinformatica | Keuze | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | | | Ja | Ja | Numeriek | |
2de masterjaar handelsingenieur in de beleidsinformatica | Keuze | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | | | Ja | Ja | Numeriek | |
3de bachelorjaar handelsingenieur keuze | Keuze | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | | | Ja | Ja | Numeriek | |
3de bachelorjaar in de toegepaste economische wetenschappen keuze | Keuze | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | | | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
Inhouden
In het opleidingsonderdeel ‘Leren en ontwikkeling’ staan de pedagogisch‑didactische theorie en onderzoek naar leeromgevingen die het leren stimuleren, activeren en faciliteren centraal. Binnen het OPO komen vooral het perspectief van de lerende als individu en het perspectief van de klasgroep aan bod. Daarnaast worden ook ouders als partners in een leerproces belicht.
Het OPO zet authentieke opdrachten in (stage)scholen in om de verbinding tussen theorie en praktijk expliciet te maken.
Verschillende leertheoretische, algemeen‑, pedagogisch‑ en psycho‑didactische thema’s komen aan bod:
- Zo is er aandacht voor de visie op leren en ontwikkeling, met inclusie van een historisch overzicht van de dominante leertheorieën, een filosofische beschouwing van de functies van onderwijs en de verbinding met de maatschappelijke verwachtingen in de 21ste eeuw.
- Studentgerichtheid in leren en lesgeven staat daarbij centraal, met introductie van concepten en praktijken als activerend leren, ‘constructive alignment’, brede evaluatie… daarbij is er aandacht voor elke lerende in de leergroep.
- Binnenklasdifferentiatie is daarbij een grondhouding, evenals een pedagogisch‑didactische aanpak. Verschillende leeractiviteiten, werkvormen en media (bv. digitale tools) kunnen daarbij ingezet worden.
- We conceptualiseren leren als een proces van ontwikkeling door groei en inspanning in diverse domeinen, zoals op het vlak van (meta)cognitieve, psychosociale en affectieve ontwikkeling.
- We verbinden deze begrippen met motivatiepsychologische kaders zoals de zelf‑determinatie‑theorie (ZDT), neuropsychologische inzichten en leerpsychologische processen en meta‑cognitieve strategieën die bij het leren centraal staan en relevant zijn voor leren leren.
- Uiteraard is er ook aandacht voor het werk‑ en leerklimaat in de klas, dat veilig, taakgericht en positief dient te zijn. Klasmanagement – hetgeen sterk gekoppeld is aan de kwaliteit van interacties tussen leerlingen en leerkracht ‑ is daarbij primordiaal.
- Tot slot gaan we actief aan de slag met het thema 'coaching'. Je leert inspirerend leerlingen, ouders en collega’s te coachen aan de hand van de GRROW-gesprekstructuur.
Academische bronnen, zowel conceptueel als empirisch, leveren de basisinformatie in de vorm van een cursustekst, gelinkt aan diverse originele bronnen.
Omdat pedagogiek‑didactiek en vakdidactiek verbonden en complementair zijn, wordt afgesproken dat studenten binnen ‘Leren en ontwikkeling’ de basisinzichten verwerven betreffende:
- het didactisch-pedagogisch referentiekader,
- doelgericht werken met de Taxonomie van Bloom als één kader
- studentgerichtheid in aanpak met aandacht voor activerende werkvormen en coöperatief leren
- Binnenklasdifferentiatie (in voorbereiding op de link naar UDL die aan bod komt in OPO Diversiteit en Innovatie)
- Formatieve en summatieve evaluatie
- Klasmanagement
- Coaching (met de link naar de Ingroeistage en Doorgroeistage)
Verschillende inzichten worden in de ‘vakdidactiek basis’ verder geconcretiseerd, toegepast en ingeoefend in functie van het lesgeven binnen het vak.
Leerresultaten
Van studenten in het OPO ‘Leren en ontwikkeling’ wordt verwacht dat ze:
- inzicht verwerven aangaande bovenstaande inhouden gerelateerd aan de pijler ‘Leren en ontwikkeling’
- actief deze inzichten toepassen in functie van authentieke vragen, problemen of contexten
- kritisch‑reflectief omgaan met wetenschappelijke bronnen (o.a. theoretische kaders, resultaten van onderzoek, opiniërende manuscripten)
- de transfer maken tussen de leeromgeving die ze ervaren en de inhouden die aan bod komen
- geïnspireerd zijn om zelf actief en creatief gebruik te maken van de inzichten, kaders en methodieken en technieken die we zien
- overtuigd zijn van het belang van actieve leerprocessen en gevarieerde leeromgevingen voor de ontwikkeling van de lerende en de leergroep
- coachingsvaardigheden ontwikkelen die ze verder kunnen inzetten en inoefenen in de praktijk verbonden aan stages.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Onderwijsleergesprek ✔
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
Workshop ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 0 % |
|
|
|
Andere: | Facultatieve taken die toeleiden naar de examentaak |
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 70 % |
|
|
|
|
Andere: | Examentaak is een praktijkgerichte opdracht met wetenschappelijke verdieping. |
|
|
|
|
|
|
|
Off campus online evaluatie/examen | ✔ |
|
Voor volledige evaluatie/examen | ✔ |
|
Toelichting | De student krijgt de optie om delen van het examen online af te leggen via Google Meet. |
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Een student moet op elk onderdeel een tolereerbaar examenresultaat (8/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Een student die op een (of meerdere) onderdelen een niet-tolereerbaar resultaat behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is. |
|
|
|
Extra info | Voor de onderdelen waarvoor een niet-tolereerbaar cijfer werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Indien het vak hernomen wordt in het volgende academiejaar, neemt de student het volledige vak terug op. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Voor de onderdelen waarvoor een niet-tolereerbaar cijfer werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Indien het vak hernomen wordt in het volgende academiejaar, neemt de student het volledige vak terug op. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
 
|
Opmerkingen |
|
|
|
|
|
| Educatieve master in de economie jaar 1 | Keuze | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | | | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| 1.1 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak : de EM kan de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise geïntegreerd inzetten in de klaspraktijk. | - EC
| 1.3 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM actualiseert, verbreedt en verdiept de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise. | - EC
| 2.1 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM creëert een inclusief en positief klasklimaat met het oog op de groei van elke leerling. | - EC
| 2.2 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM stimuleert eigenaarschap van het leerproces en persoonlijke ontwikkeling van leerlingen via een coachende aanpak. | - EC
| 2.3 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM speelt gedifferentieerd en flexibel in op noden en context van elke leerling. | - EC
| 3.1 De educatieve master verbindt onderzoek en praktijk: de EM richt kritisch-reflectief de onderwijspraktijk in op basis van wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek. | - EC
| 4.3 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM werkt samen met lln, collega's, ouders, opvoeders en/of externe partners in functie van het leerproces. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Inhouden
In het opleidingsonderdeel ‘Leren en ontwikkeling’ staan de pedagogisch‑didactische theorie en onderzoek naar leeromgevingen die het leren stimuleren, activeren en faciliteren centraal. Binnen het OPO komen vooral het perspectief van de lerende als individu en het perspectief van de klasgroep aan bod. Daarnaast worden ook ouders als partners in een leerproces belicht.
Het OPO zet authentieke opdrachten in (stage)scholen in om de verbinding tussen theorie en praktijk expliciet te maken.
Verschillende leertheoretische, algemeen‑, pedagogisch‑ en psycho‑didactische thema’s komen aan bod:
- Zo is er aandacht voor de visie op leren en ontwikkeling, met inclusie van een historisch overzicht van de dominante leertheorieën, een filosofische beschouwing van de functies van onderwijs en de verbinding met de maatschappelijke verwachtingen in de 21ste eeuw.
- Studentgerichtheid in leren en lesgeven staat daarbij centraal, met introductie van concepten en praktijken als activerend leren, ‘constructive alignment’, brede evaluatie… daarbij is er aandacht voor elke lerende in de leergroep.
- Binnenklasdifferentiatie is daarbij een grondhouding, evenals een pedagogisch‑didactische aanpak. Verschillende leeractiviteiten, werkvormen en media (bv. digitale tools) kunnen daarbij ingezet worden.
- We conceptualiseren leren als een proces van ontwikkeling door groei en inspanning in diverse domeinen, zoals op het vlak van (meta)cognitieve, psychosociale en affectieve ontwikkeling.
- We verbinden deze begrippen met motivatiepsychologische kaders zoals de zelf‑determinatie‑theorie (ZDT), neuropsychologische inzichten en leerpsychologische processen en meta‑cognitieve strategieën die bij het leren centraal staan en relevant zijn voor leren leren.
- Uiteraard is er ook aandacht voor het werk‑ en leerklimaat in de klas, dat veilig, taakgericht en positief dient te zijn. Klasmanagement – hetgeen sterk gekoppeld is aan de kwaliteit van interacties tussen leerlingen en leerkracht ‑ is daarbij primordiaal.
- Tot slot gaan we actief aan de slag met het thema 'coaching'. Je leert inspirerend leerlingen, ouders en collega’s te coachen aan de hand van de GRROW-gesprekstructuur.
Academische bronnen, zowel conceptueel als empirisch, leveren de basisinformatie in de vorm van een cursustekst, gelinkt aan diverse originele bronnen.
Omdat pedagogiek‑didactiek en vakdidactiek verbonden en complementair zijn, wordt afgesproken dat studenten binnen ‘Leren en ontwikkeling’ de basisinzichten verwerven betreffende:
- het didactisch-pedagogisch referentiekader,
- doelgericht werken met de Taxonomie van Bloom als één kader
- studentgerichtheid in aanpak met aandacht voor activerende werkvormen en coöperatief leren
- Binnenklasdifferentiatie (in voorbereiding op de link naar UDL die aan bod komt in OPO Diversiteit en Innovatie)
- Formatieve en summatieve evaluatie
- Klasmanagement
- Coaching (met de link naar de Ingroeistage en Doorgroeistage)
Verschillende inzichten worden in de ‘vakdidactiek basis’ verder geconcretiseerd, toegepast en ingeoefend in functie van het lesgeven binnen het vak.
Leerresultaten
Van studenten in het OPO ‘Leren en ontwikkeling’ wordt verwacht dat ze:
- inzicht verwerven aangaande bovenstaande inhouden gerelateerd aan de pijler ‘Leren en ontwikkeling’
- actief deze inzichten toepassen in functie van authentieke vragen, problemen of contexten
- kritisch‑reflectief omgaan met wetenschappelijke bronnen (o.a. theoretische kaders, resultaten van onderzoek, opiniërende manuscripten)
- de transfer maken tussen de leeromgeving die ze ervaren en de inhouden die aan bod komen
- geïnspireerd zijn om zelf actief en creatief gebruik te maken van de inzichten, kaders en methodieken en technieken die we zien
- overtuigd zijn van het belang van actieve leerprocessen en gevarieerde leeromgevingen voor de ontwikkeling van de lerende en de leergroep
- coachingsvaardigheden ontwikkelen die ze verder kunnen inzetten en inoefenen in de praktijk verbonden aan stages.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Onderwijsleergesprek ✔
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
Workshop ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 0 % |
|
|
|
Andere: | Facultatieve taken die toeleiden naar de examentaak |
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 70 % |
|
|
|
|
Andere: | Examentaak is een praktijkgerichte opdracht met wetenschappelijke verdieping. |
|
|
|
|
|
|
|
Off campus online evaluatie/examen | ✔ |
|
Voor volledige evaluatie/examen | ✔ |
|
Toelichting | De student krijgt de optie om delen van het examen online af te leggen via Google Meet. |
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Een student moet op elk onderdeel een tolereerbaar examenresultaat (8/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Een student die op een (of meerdere) onderdelen een niet-tolereerbaar resultaat behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is. |
|
|
|
Extra info | Voor de onderdelen waarvoor een niet-tolereerbaar cijfer werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Indien het vak hernomen wordt in het volgende academiejaar, neemt de student het volledige vak terug op. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Voor de onderdelen waarvoor een niet-tolereerbaar cijfer werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Indien het vak hernomen wordt in het volgende academiejaar, neemt de student het volledige vak terug op. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
 
|
Opmerkingen |
|
|
|
|
|
| Educatieve master in de wetenschappen en technologie - wetenschappen jaar 1 | Keuze | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | | | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| 1.1 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak : de EM kan de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise geïntegreerd inzetten in de klaspraktijk. | - EC
| 1.3 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM actualiseert, verbreedt en verdiept de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise. | - EC
| 2.1 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM creëert een inclusief en positief klasklimaat met het oog op de groei van elke leerling. | - EC
| 2.2 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM stimuleert eigenaarschap van het leerproces en persoonlijke ontwikkeling van leerlingen via een coachende aanpak. | - EC
| 3.1 De educatieve master verbindt onderzoek en praktijk: de EM richt kritisch-reflectief de onderwijspraktijk in op basis van wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek. | - EC
| 4.3 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM werkt samen met lln, collega's, ouders, opvoeders en/of externe partners in functie van het leerproces. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Inhouden
In het opleidingsonderdeel ‘Leren en ontwikkeling’ staan de pedagogisch‑didactische theorie en onderzoek naar leeromgevingen die het leren stimuleren, activeren en faciliteren centraal. Binnen het OPO komen vooral het perspectief van de lerende als individu en het perspectief van de klasgroep aan bod. Daarnaast worden ook ouders als partners in een leerproces belicht.
Het OPO zet authentieke opdrachten in (stage)scholen in om de verbinding tussen theorie en praktijk expliciet te maken.
Verschillende leertheoretische, algemeen‑, pedagogisch‑ en psycho‑didactische thema’s komen aan bod:
- Zo is er aandacht voor de visie op leren en ontwikkeling, met inclusie van een historisch overzicht van de dominante leertheorieën, een filosofische beschouwing van de functies van onderwijs en de verbinding met de maatschappelijke verwachtingen in de 21ste eeuw.
- Studentgerichtheid in leren en lesgeven staat daarbij centraal, met introductie van concepten en praktijken als activerend leren, ‘constructive alignment’, brede evaluatie… daarbij is er aandacht voor elke lerende in de leergroep.
- Binnenklasdifferentiatie is daarbij een grondhouding, evenals een pedagogisch‑didactische aanpak. Verschillende leeractiviteiten, werkvormen en media (bv. digitale tools) kunnen daarbij ingezet worden.
- We conceptualiseren leren als een proces van ontwikkeling door groei en inspanning in diverse domeinen, zoals op het vlak van (meta)cognitieve, psychosociale en affectieve ontwikkeling.
- We verbinden deze begrippen met motivatiepsychologische kaders zoals de zelf‑determinatie‑theorie (ZDT), neuropsychologische inzichten en leerpsychologische processen en meta‑cognitieve strategieën die bij het leren centraal staan en relevant zijn voor leren leren.
- Uiteraard is er ook aandacht voor het werk‑ en leerklimaat in de klas, dat veilig, taakgericht en positief dient te zijn. Klasmanagement – hetgeen sterk gekoppeld is aan de kwaliteit van interacties tussen leerlingen en leerkracht ‑ is daarbij primordiaal.
- Tot slot gaan we actief aan de slag met het thema 'coaching'. Je leert inspirerend leerlingen, ouders en collega’s te coachen aan de hand van de GRROW-gesprekstructuur.
Academische bronnen, zowel conceptueel als empirisch, leveren de basisinformatie in de vorm van een cursustekst, gelinkt aan diverse originele bronnen.
Omdat pedagogiek‑didactiek en vakdidactiek verbonden en complementair zijn, wordt afgesproken dat studenten binnen ‘Leren en ontwikkeling’ de basisinzichten verwerven betreffende:
- het didactisch-pedagogisch referentiekader,
- doelgericht werken met de Taxonomie van Bloom als één kader
- studentgerichtheid in aanpak met aandacht voor activerende werkvormen en coöperatief leren
- Binnenklasdifferentiatie (in voorbereiding op de link naar UDL die aan bod komt in OPO Diversiteit en Innovatie)
- Formatieve en summatieve evaluatie
- Klasmanagement
- Coaching (met de link naar de Ingroeistage en Doorgroeistage)
Verschillende inzichten worden in de ‘vakdidactiek basis’ verder geconcretiseerd, toegepast en ingeoefend in functie van het lesgeven binnen het vak.
Leerresultaten
Van studenten in het OPO ‘Leren en ontwikkeling’ wordt verwacht dat ze:
- inzicht verwerven aangaande bovenstaande inhouden gerelateerd aan de pijler ‘Leren en ontwikkeling’
- actief deze inzichten toepassen in functie van authentieke vragen, problemen of contexten
- kritisch‑reflectief omgaan met wetenschappelijke bronnen (o.a. theoretische kaders, resultaten van onderzoek, opiniërende manuscripten)
- de transfer maken tussen de leeromgeving die ze ervaren en de inhouden die aan bod komen
- geïnspireerd zijn om zelf actief en creatief gebruik te maken van de inzichten, kaders en methodieken en technieken die we zien
- overtuigd zijn van het belang van actieve leerprocessen en gevarieerde leeromgevingen voor de ontwikkeling van de lerende en de leergroep
- coachingsvaardigheden ontwikkelen die ze verder kunnen inzetten en inoefenen in de praktijk verbonden aan stages.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Onderwijsleergesprek ✔
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
Workshop ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 0 % |
|
|
|
Andere: | Facultatieve taken die toeleiden naar de examentaak |
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 70 % |
|
|
|
|
Andere: | Examentaak is een praktijkgerichte opdracht met wetenschappelijke verdieping. |
|
|
|
|
|
|
|
Off campus online evaluatie/examen | ✔ |
|
Voor volledige evaluatie/examen | ✔ |
|
Toelichting | De student krijgt de optie om delen van het examen online af te leggen via Google Meet. |
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Een student moet op elk onderdeel een tolereerbaar examenresultaat (8/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Een student die op een (of meerdere) onderdelen een niet-tolereerbaar resultaat behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is. |
|
|
|
Extra info | Voor de onderdelen waarvoor een niet-tolereerbaar cijfer werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Indien het vak hernomen wordt in het volgende academiejaar, neemt de student het volledige vak terug op. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Voor de onderdelen waarvoor een niet-tolereerbaar cijfer werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Indien het vak hernomen wordt in het volgende academiejaar, neemt de student het volledige vak terug op. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
 
|
Opmerkingen |
|
|
|
|
|
| Educatieve master in de gezondheidswetenschappen jaar 1 | Keuze | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | | | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| 1.1 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak : de EM kan de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise geïntegreerd inzetten in de klaspraktijk. | - EC
| 1.3 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM actualiseert, verbreedt en verdiept de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise. | - EC
| 2.1 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM creëert een inclusief en positief klasklimaat met het oog op de groei van elke leerling. | - EC
| 2.2 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM stimuleert eigenaarschap van het leerproces en persoonlijke ontwikkeling van leerlingen via een coachende aanpak. | - EC
| 2.3 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM speelt gedifferentieerd en flexibel in op noden en context van elke leerling. | - EC
| 3.1 De educatieve master verbindt onderzoek en praktijk: de EM richt kritisch-reflectief de onderwijspraktijk in op basis van wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek. | - EC
| 4.3 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM werkt samen met lln, collega's, ouders, opvoeders en/of externe partners in functie van het leerproces. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Inhouden
In het opleidingsonderdeel ‘Leren en ontwikkeling’ staan de pedagogisch‑didactische theorie en onderzoek naar leeromgevingen die het leren stimuleren, activeren en faciliteren centraal. Binnen het OPO komen vooral het perspectief van de lerende als individu en het perspectief van de klasgroep aan bod. Daarnaast worden ook ouders als partners in een leerproces belicht.
Het OPO zet authentieke opdrachten in (stage)scholen in om de verbinding tussen theorie en praktijk expliciet te maken.
Verschillende leertheoretische, algemeen‑, pedagogisch‑ en psycho‑didactische thema’s komen aan bod:
- Zo is er aandacht voor de visie op leren en ontwikkeling, met inclusie van een historisch overzicht van de dominante leertheorieën, een filosofische beschouwing van de functies van onderwijs en de verbinding met de maatschappelijke verwachtingen in de 21ste eeuw.
- Studentgerichtheid in leren en lesgeven staat daarbij centraal, met introductie van concepten en praktijken als activerend leren, ‘constructive alignment’, brede evaluatie… daarbij is er aandacht voor elke lerende in de leergroep.
- Binnenklasdifferentiatie is daarbij een grondhouding, evenals een pedagogisch‑didactische aanpak. Verschillende leeractiviteiten, werkvormen en media (bv. digitale tools) kunnen daarbij ingezet worden.
- We conceptualiseren leren als een proces van ontwikkeling door groei en inspanning in diverse domeinen, zoals op het vlak van (meta)cognitieve, psychosociale en affectieve ontwikkeling.
- We verbinden deze begrippen met motivatiepsychologische kaders zoals de zelf‑determinatie‑theorie (ZDT), neuropsychologische inzichten en leerpsychologische processen en meta‑cognitieve strategieën die bij het leren centraal staan en relevant zijn voor leren leren.
- Uiteraard is er ook aandacht voor het werk‑ en leerklimaat in de klas, dat veilig, taakgericht en positief dient te zijn. Klasmanagement – hetgeen sterk gekoppeld is aan de kwaliteit van interacties tussen leerlingen en leerkracht ‑ is daarbij primordiaal.
- Tot slot gaan we actief aan de slag met het thema 'coaching'. Je leert inspirerend leerlingen, ouders en collega’s te coachen aan de hand van de GRROW-gesprekstructuur.
Academische bronnen, zowel conceptueel als empirisch, leveren de basisinformatie in de vorm van een cursustekst, gelinkt aan diverse originele bronnen.
Omdat pedagogiek‑didactiek en vakdidactiek verbonden en complementair zijn, wordt afgesproken dat studenten binnen ‘Leren en ontwikkeling’ de basisinzichten verwerven betreffende:
- het didactisch-pedagogisch referentiekader,
- doelgericht werken met de Taxonomie van Bloom als één kader
- studentgerichtheid in aanpak met aandacht voor activerende werkvormen en coöperatief leren
- Binnenklasdifferentiatie (in voorbereiding op de link naar UDL die aan bod komt in OPO Diversiteit en Innovatie)
- Formatieve en summatieve evaluatie
- Klasmanagement
- Coaching (met de link naar de Ingroeistage en Doorgroeistage)
Verschillende inzichten worden in de ‘vakdidactiek basis’ verder geconcretiseerd, toegepast en ingeoefend in functie van het lesgeven binnen het vak.
Leerresultaten
Van studenten in het OPO ‘Leren en ontwikkeling’ wordt verwacht dat ze:
- inzicht verwerven aangaande bovenstaande inhouden gerelateerd aan de pijler ‘Leren en ontwikkeling’
- actief deze inzichten toepassen in functie van authentieke vragen, problemen of contexten
- kritisch‑reflectief omgaan met wetenschappelijke bronnen (o.a. theoretische kaders, resultaten van onderzoek, opiniërende manuscripten)
- de transfer maken tussen de leeromgeving die ze ervaren en de inhouden die aan bod komen
- geïnspireerd zijn om zelf actief en creatief gebruik te maken van de inzichten, kaders en methodieken en technieken die we zien
- overtuigd zijn van het belang van actieve leerprocessen en gevarieerde leeromgevingen voor de ontwikkeling van de lerende en de leergroep
- coachingsvaardigheden ontwikkelen die ze verder kunnen inzetten en inoefenen in de praktijk verbonden aan stages.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Onderwijsleergesprek ✔
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
Workshop ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 0 % |
|
|
|
Andere: | Facultatieve taken die toeleiden naar de examentaak |
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 70 % |
|
|
|
|
Andere: | Examentaak is een praktijkgerichte opdracht met wetenschappelijke verdieping. |
|
|
|
|
|
|
|
Off campus online evaluatie/examen | ✔ |
|
Voor volledige evaluatie/examen | ✔ |
|
Toelichting | De student krijgt de optie om delen van het examen online af te leggen via Google Meet. |
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Een student moet op elk onderdeel een tolereerbaar examenresultaat (8/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Een student die op een (of meerdere) onderdelen een niet-tolereerbaar resultaat behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is. |
|
|
|
Extra info | Voor de onderdelen waarvoor een niet-tolereerbaar cijfer werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Indien het vak hernomen wordt in het volgende academiejaar, neemt de student het volledige vak terug op. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Voor de onderdelen waarvoor een niet-tolereerbaar cijfer werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Indien het vak hernomen wordt in het volgende academiejaar, neemt de student het volledige vak terug op. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
 
|
Opmerkingen |
|
|
|
|
|
| 1st year Master of Biomedical Sciences - Bioelectronics and Nanotechnology | Keuze | 162 | 6,0 | | | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
1st year Master of Biomedical Sciences - Environmental Health Sciences | Keuze | 162 | 6,0 | | | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
1st year Master of Biomedical Sciences - Molecular Mechanisms in Health and Disease | Keuze | 162 | 6,0 | | | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
3de bachelorjaar in de biomedische wetenschappen | Keuze | 162 | 6,0 | | | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
Inhouden
In het opleidingsonderdeel ‘Leren en ontwikkeling’ staan de pedagogisch‑didactische theorie en onderzoek naar leeromgevingen die het leren stimuleren, activeren en faciliteren centraal. Binnen het OPO komen vooral het perspectief van de lerende als individu en het perspectief van de klasgroep aan bod. Daarnaast worden ook ouders als partners in een leerproces belicht.
Het OPO zet authentieke opdrachten in (stage)scholen in om de verbinding tussen theorie en praktijk expliciet te maken.
Verschillende leertheoretische, algemeen‑, pedagogisch‑ en psycho‑didactische thema’s komen aan bod:
- Zo is er aandacht voor de visie op leren en ontwikkeling, met inclusie van een historisch overzicht van de dominante leertheorieën, een filosofische beschouwing van de functies van onderwijs en de verbinding met de maatschappelijke verwachtingen in de 21ste eeuw.
- Studentgerichtheid in leren en lesgeven staat daarbij centraal, met introductie van concepten en praktijken als activerend leren, ‘constructive alignment’, brede evaluatie… daarbij is er aandacht voor elke lerende in de leergroep.
- Binnenklasdifferentiatie is daarbij een grondhouding, evenals een pedagogisch‑didactische aanpak. Verschillende leeractiviteiten, werkvormen en media (bv. digitale tools) kunnen daarbij ingezet worden.
- We conceptualiseren leren als een proces van ontwikkeling door groei en inspanning in diverse domeinen, zoals op het vlak van (meta)cognitieve, psychosociale en affectieve ontwikkeling.
- We verbinden deze begrippen met motivatiepsychologische kaders zoals de zelf‑determinatie‑theorie (ZDT), neuropsychologische inzichten en leerpsychologische processen en meta‑cognitieve strategieën die bij het leren centraal staan en relevant zijn voor leren leren.
- Uiteraard is er ook aandacht voor het werk‑ en leerklimaat in de klas, dat veilig, taakgericht en positief dient te zijn. Klasmanagement – hetgeen sterk gekoppeld is aan de kwaliteit van interacties tussen leerlingen en leerkracht ‑ is daarbij primordiaal.
- Tot slot gaan we actief aan de slag met het thema 'coaching'. Je leert inspirerend leerlingen, ouders en collega’s te coachen aan de hand van de GRROW-gesprekstructuur.
Academische bronnen, zowel conceptueel als empirisch, leveren de basisinformatie in de vorm van een cursustekst, gelinkt aan diverse originele bronnen.
Omdat pedagogiek‑didactiek en vakdidactiek verbonden en complementair zijn, wordt afgesproken dat studenten binnen ‘Leren en ontwikkeling’ de basisinzichten verwerven betreffende:
- het didactisch-pedagogisch referentiekader,
- doelgericht werken met de Taxonomie van Bloom als één kader
- studentgerichtheid in aanpak met aandacht voor activerende werkvormen en coöperatief leren
- Binnenklasdifferentiatie (in voorbereiding op de link naar UDL die aan bod komt in OPO Diversiteit en Innovatie)
- Formatieve en summatieve evaluatie
- Klasmanagement
- Coaching (met de link naar de Ingroeistage en Doorgroeistage)
Verschillende inzichten worden in de ‘vakdidactiek basis’ verder geconcretiseerd, toegepast en ingeoefend in functie van het lesgeven binnen het vak.
Leerresultaten
Van studenten in het OPO ‘Leren en ontwikkeling’ wordt verwacht dat ze:
- inzicht verwerven aangaande bovenstaande inhouden gerelateerd aan de pijler ‘Leren en ontwikkeling’
- actief deze inzichten toepassen in functie van authentieke vragen, problemen of contexten
- kritisch‑reflectief omgaan met wetenschappelijke bronnen (o.a. theoretische kaders, resultaten van onderzoek, opiniërende manuscripten)
- de transfer maken tussen de leeromgeving die ze ervaren en de inhouden die aan bod komen
- geïnspireerd zijn om zelf actief en creatief gebruik te maken van de inzichten, kaders en methodieken en technieken die we zien
- overtuigd zijn van het belang van actieve leerprocessen en gevarieerde leeromgevingen voor de ontwikkeling van de lerende en de leergroep
- coachingsvaardigheden ontwikkelen die ze verder kunnen inzetten en inoefenen in de praktijk verbonden aan stages.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Onderwijsleergesprek ✔
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
Workshop ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 0 % |
|
|
|
Andere: | Facultatieve taken die toeleiden naar de examentaak |
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 70 % |
|
|
|
|
Andere: | Examentaak is een praktijkgerichte opdracht met wetenschappelijke verdieping |
|
|
|
|
|
|
|
Off campus online evaluatie/examen | ✔ |
|
Voor volledige evaluatie/examen | ✔ |
|
Toelichting | De student krijgt de optie om delen van het examen online af te leggen via Google Meet. |
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Een student moet op elk onderdeel een tolereerbaar examenresultaat (8/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Een student die op een (of meerdere) onderdelen een niet-tolereerbaar resultaat behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is. |
|
|
|
Extra info | Voor de onderdelen waarvoor een niet-tolereerbaar cijfer werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Indien het vak hernomen wordt in het volgende academiejaar, neemt de student het volledige vak terug op. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Voor de onderdelen waarvoor een niet-tolereerbaar cijfer werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Indien het vak hernomen wordt in het volgende academiejaar, neemt de student het volledige vak terug op. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
 
|
Opmerkingen |
|
|
|
|
|
| Educatieve master in de economie verkort traject | Na selectie | 162 | 6,0 | | | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| 1.1 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak : de EM kan de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise geïntegreerd inzetten in de klaspraktijk. | - EC
| 1.3 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM actualiseert, verbreedt en verdiept de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise. | - EC
| 2.1 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM creëert een inclusief en positief klasklimaat met het oog op de groei van elke leerling. | - EC
| 2.2 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM stimuleert eigenaarschap van het leerproces en persoonlijke ontwikkeling van leerlingen via een coachende aanpak. | - EC
| 2.3 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM speelt gedifferentieerd en flexibel in op noden en context van elke leerling. | - EC
| 3.1 De educatieve master verbindt onderzoek en praktijk: de EM richt kritisch-reflectief de onderwijspraktijk in op basis van wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek. | - EC
| 4.3 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM werkt samen met lln, collega's, ouders, opvoeders en/of externe partners in functie van het leerproces. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Inhouden
In het opleidingsonderdeel ‘Leren en ontwikkeling’ staan de pedagogisch‑didactische theorie en onderzoek naar leeromgevingen die het leren stimuleren, activeren en faciliteren centraal. Binnen het OPO komen vooral het perspectief van de lerende als individu en het perspectief van de klasgroep aan bod. Daarnaast worden ook ouders als partners in een leerproces belicht.
Het OPO zet authentieke opdrachten in (stage)scholen in om de verbinding tussen theorie en praktijk expliciet te maken.
Verschillende leertheoretische, algemeen‑, pedagogisch‑ en psycho‑didactische thema’s komen aan bod:
- Zo is er aandacht voor de visie op leren en ontwikkeling, met inclusie van een historisch overzicht van de dominante leertheorieën, een filosofische beschouwing van de functies van onderwijs en de verbinding met de maatschappelijke verwachtingen in de 21ste eeuw.
- Studentgerichtheid in leren en lesgeven staat daarbij centraal, met introductie van concepten en praktijken als activerend leren, ‘constructive alignment’, brede evaluatie… daarbij is er aandacht voor elke lerende in de leergroep.
- Binnenklasdifferentiatie is daarbij een grondhouding, evenals een pedagogisch‑didactische aanpak. Verschillende leeractiviteiten, werkvormen en media (bv. digitale tools) kunnen daarbij ingezet worden.
- We conceptualiseren leren als een proces van ontwikkeling door groei en inspanning in diverse domeinen, zoals op het vlak van (meta)cognitieve, psychosociale en affectieve ontwikkeling.
- We verbinden deze begrippen met motivatiepsychologische kaders zoals de zelf‑determinatie‑theorie (ZDT), neuropsychologische inzichten en leerpsychologische processen en meta‑cognitieve strategieën die bij het leren centraal staan en relevant zijn voor leren leren.
- Uiteraard is er ook aandacht voor het werk‑ en leerklimaat in de klas, dat veilig, taakgericht en positief dient te zijn. Klasmanagement – hetgeen sterk gekoppeld is aan de kwaliteit van interacties tussen leerlingen en leerkracht ‑ is daarbij primordiaal.
- Tot slot gaan we actief aan de slag met het thema 'coaching'. Je leert inspirerend leerlingen, ouders en collega’s te coachen aan de hand van de GRROW-gesprekstructuur.
Academische bronnen, zowel conceptueel als empirisch, leveren de basisinformatie in de vorm van een cursustekst, gelinkt aan diverse originele bronnen.
Omdat pedagogiek‑didactiek en vakdidactiek verbonden en complementair zijn, wordt afgesproken dat studenten binnen ‘Leren en ontwikkeling’ de basisinzichten verwerven betreffende:
- het didactisch-pedagogisch referentiekader,
- doelgericht werken met de Taxonomie van Bloom als één kader
- studentgerichtheid in aanpak met aandacht voor activerende werkvormen en coöperatief leren
- Binnenklasdifferentiatie (in voorbereiding op de link naar UDL die aan bod komt in OPO Diversiteit en Innovatie)
- Formatieve en summatieve evaluatie
- Klasmanagement
- Coaching (met de link naar de Ingroeistage en Doorgroeistage)
Verschillende inzichten worden in de ‘vakdidactiek basis’ verder geconcretiseerd, toegepast en ingeoefend in functie van het lesgeven binnen het vak.
Leerresultaten
Van studenten in het OPO ‘Leren en ontwikkeling’ wordt verwacht dat ze:
- inzicht verwerven aangaande bovenstaande inhouden gerelateerd aan de pijler ‘Leren en ontwikkeling’
- actief deze inzichten toepassen in functie van authentieke vragen, problemen of contexten
- kritisch‑reflectief omgaan met wetenschappelijke bronnen (o.a. theoretische kaders, resultaten van onderzoek, opiniërende manuscripten)
- de transfer maken tussen de leeromgeving die ze ervaren en de inhouden die aan bod komen
- geïnspireerd zijn om zelf actief en creatief gebruik te maken van de inzichten, kaders en methodieken en technieken die we zien
- overtuigd zijn van het belang van actieve leerprocessen en gevarieerde leeromgevingen voor de ontwikkeling van de lerende en de leergroep
- coachingsvaardigheden ontwikkelen die ze verder kunnen inzetten en inoefenen in de praktijk verbonden aan stages.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Onderwijsleergesprek ✔
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
Workshop ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 0 % |
|
|
|
Andere: | Facultatieve taken die toeleiden naar de examentaak |
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 70 % |
|
|
|
|
Andere: | Examentaak is een praktijkgerichte opdracht met wetenschappelijke verdieping |
|
|
|
|
|
|
|
Off campus online evaluatie/examen | ✔ |
|
Voor volledige evaluatie/examen | ✔ |
|
Toelichting | De student krijgt de optie om delen van het examen online af te leggen via Google Meet. |
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Een student moet op elk onderdeel een tolereerbaar examenresultaat (8/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Een student die op een (of meerdere) onderdelen een niet-tolereerbaar resultaat behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is. |
|
|
|
Extra info | Voor de onderdelen waarvoor een niet-tolereerbaar cijfer werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Indien het vak hernomen wordt in het volgende academiejaar, neemt de student het volledige vak terug op. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Voor de onderdelen waarvoor een niet-tolereerbaar cijfer werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Indien het vak hernomen wordt in het volgende academiejaar, neemt de student het volledige vak terug op. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
 
|
Opmerkingen |
|
|
|
|
|
| Educatieve master in de ontwerpwetenschappen verkort traject | Na selectie | 162 | 6,0 | | | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| 1.1 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak : de EM kan de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise geïntegreerd inzetten in de klaspraktijk. | - EC
| 1.3 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM actualiseert, verbreedt en verdiept de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise. | - EC
| 2.1 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM creëert een inclusief en positief klasklimaat met het oog op de groei van elke leerling. | - EC
| 2.2 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM stimuleert eigenaarschap van het leerproces en persoonlijke ontwikkeling van leerlingen via een coachende aanpak. | - EC
| 2.3 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM speelt gedifferentieerd en flexibel in op noden en context van elke leerling. | - EC
| 3.1 De educatieve master verbindt onderzoek en praktijk: de EM richt kritisch-reflectief de onderwijspraktijk in op basis van wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek. | - EC
| 4.3 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM werkt samen met lln, collega's, ouders, opvoeders en/of externe partners in functie van het leerproces. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Inhouden
In het opleidingsonderdeel ‘Leren en ontwikkeling’ staan de pedagogisch‑didactische theorie en onderzoek naar leeromgevingen die het leren stimuleren, activeren en faciliteren centraal. Binnen het OPO komen vooral het perspectief van de lerende als individu en het perspectief van de klasgroep aan bod. Daarnaast worden ook ouders als partners in een leerproces belicht.
Het OPO zet authentieke opdrachten in (stage)scholen in om de verbinding tussen theorie en praktijk expliciet te maken.
Verschillende leertheoretische, algemeen‑, pedagogisch‑ en psycho‑didactische thema’s komen aan bod:
- Zo is er aandacht voor de visie op leren en ontwikkeling, met inclusie van een historisch overzicht van de dominante leertheorieën, een filosofische beschouwing van de functies van onderwijs en de verbinding met de maatschappelijke verwachtingen in de 21ste eeuw.
- Studentgerichtheid in leren en lesgeven staat daarbij centraal, met introductie van concepten en praktijken als activerend leren, ‘constructive alignment’, brede evaluatie… daarbij is er aandacht voor elke lerende in de leergroep.
- Binnenklasdifferentiatie is daarbij een grondhouding, evenals een pedagogisch‑didactische aanpak. Verschillende leeractiviteiten, werkvormen en media (bv. digitale tools) kunnen daarbij ingezet worden.
- We conceptualiseren leren als een proces van ontwikkeling door groei en inspanning in diverse domeinen, zoals op het vlak van (meta)cognitieve, psychosociale en affectieve ontwikkeling.
- We verbinden deze begrippen met motivatiepsychologische kaders zoals de zelf‑determinatie‑theorie (ZDT), neuropsychologische inzichten en leerpsychologische processen en meta‑cognitieve strategieën die bij het leren centraal staan en relevant zijn voor leren leren.
- Uiteraard is er ook aandacht voor het werk‑ en leerklimaat in de klas, dat veilig, taakgericht en positief dient te zijn. Klasmanagement – hetgeen sterk gekoppeld is aan de kwaliteit van interacties tussen leerlingen en leerkracht ‑ is daarbij primordiaal.
- Tot slot gaan we actief aan de slag met het thema 'coaching'. Je leert inspirerend leerlingen, ouders en collega’s te coachen aan de hand van de GRROW-gesprekstructuur.
Academische bronnen, zowel conceptueel als empirisch, leveren de basisinformatie in de vorm van een cursustekst, gelinkt aan diverse originele bronnen.
Omdat pedagogiek‑didactiek en vakdidactiek verbonden en complementair zijn, wordt afgesproken dat studenten binnen ‘Leren en ontwikkeling’ de basisinzichten verwerven betreffende:
- het didactisch-pedagogisch referentiekader,
- doelgericht werken met de Taxonomie van Bloom als één kader
- studentgerichtheid in aanpak met aandacht voor activerende werkvormen en coöperatief leren
- Binnenklasdifferentiatie (in voorbereiding op de link naar UDL die aan bod komt in OPO Diversiteit en Innovatie)
- Formatieve en summatieve evaluatie
- Klasmanagement
- Coaching (met de link naar de Ingroeistage en Doorgroeistage)
Verschillende inzichten worden in de ‘vakdidactiek basis’ verder geconcretiseerd, toegepast en ingeoefend in functie van het lesgeven binnen het vak.
Leerresultaten
Van studenten in het OPO ‘Leren en ontwikkeling’ wordt verwacht dat ze:
- inzicht verwerven aangaande bovenstaande inhouden gerelateerd aan de pijler ‘Leren en ontwikkeling’
- actief deze inzichten toepassen in functie van authentieke vragen, problemen of contexten
- kritisch‑reflectief omgaan met wetenschappelijke bronnen (o.a. theoretische kaders, resultaten van onderzoek, opiniërende manuscripten)
- de transfer maken tussen de leeromgeving die ze ervaren en de inhouden die aan bod komen
- geïnspireerd zijn om zelf actief en creatief gebruik te maken van de inzichten, kaders en methodieken en technieken die we zien
- overtuigd zijn van het belang van actieve leerprocessen en gevarieerde leeromgevingen voor de ontwikkeling van de lerende en de leergroep
- coachingsvaardigheden ontwikkelen die ze verder kunnen inzetten en inoefenen in de praktijk verbonden aan stages.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Onderwijsleergesprek ✔
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
Workshop ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 0 % |
|
|
|
Andere: | Facultatieve taken die toeleiden naar de examentaak |
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 70 % |
|
|
|
|
Andere: | Examentaak is een praktijkgerichte opdracht met wetenschappelijke verdieping |
|
|
|
|
|
|
|
Off campus online evaluatie/examen | ✔ |
|
Voor volledige evaluatie/examen | ✔ |
|
Toelichting | De student krijgt de optie om delen van het examen online af te leggen via Google Meet. |
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Een student moet op elk onderdeel een tolereerbaar examenresultaat (8/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Een student die op een (of meerdere) onderdelen een niet-tolereerbaar resultaat behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is. |
|
|
|
Extra info | Voor de onderdelen waarvoor een niet-tolereerbaar cijfer werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Indien het vak hernomen wordt in het volgende academiejaar, neemt de student het volledige vak terug op. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Voor de onderdelen waarvoor een niet-tolereerbaar cijfer werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Indien het vak hernomen wordt in het volgende academiejaar, neemt de student het volledige vak terug op. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
 
|
Opmerkingen |
|
|
|
|
|
| Educatieve master in de gezondheidswetenschappen verkort traject | Na selectie | 162 | 6,0 | | | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| 1.1 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak : de EM kan de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise geïntegreerd inzetten in de klaspraktijk. | - EC
| 1.3 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM actualiseert, verbreedt en verdiept de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise. | - EC
| 2.1 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM creëert een inclusief en positief klasklimaat met het oog op de groei van elke leerling. | - EC
| 2.2 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM stimuleert eigenaarschap van het leerproces en persoonlijke ontwikkeling van leerlingen via een coachende aanpak. | - EC
| 2.3 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM speelt gedifferentieerd en flexibel in op noden en context van elke leerling. | - EC
| 3.1 De educatieve master verbindt onderzoek en praktijk: de EM richt kritisch-reflectief de onderwijspraktijk in op basis van wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek. | - EC
| 4.3 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM werkt samen met lln, collega's, ouders, opvoeders en/of externe partners in functie van het leerproces. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Inhouden
In het opleidingsonderdeel ‘Leren en ontwikkeling’ staan de pedagogisch‑didactische theorie en onderzoek naar leeromgevingen die het leren stimuleren, activeren en faciliteren centraal. Binnen het OPO komen vooral het perspectief van de lerende als individu en het perspectief van de klasgroep aan bod. Daarnaast worden ook ouders als partners in een leerproces belicht.
Het OPO zet authentieke opdrachten in (stage)scholen in om de verbinding tussen theorie en praktijk expliciet te maken.
Verschillende leertheoretische, algemeen‑, pedagogisch‑ en psycho‑didactische thema’s komen aan bod:
- Zo is er aandacht voor de visie op leren en ontwikkeling, met inclusie van een historisch overzicht van de dominante leertheorieën, een filosofische beschouwing van de functies van onderwijs en de verbinding met de maatschappelijke verwachtingen in de 21ste eeuw.
- Studentgerichtheid in leren en lesgeven staat daarbij centraal, met introductie van concepten en praktijken als activerend leren, ‘constructive alignment’, brede evaluatie… daarbij is er aandacht voor elke lerende in de leergroep.
- Binnenklasdifferentiatie is daarbij een grondhouding, evenals een pedagogisch‑didactische aanpak. Verschillende leeractiviteiten, werkvormen en media (bv. digitale tools) kunnen daarbij ingezet worden.
- We conceptualiseren leren als een proces van ontwikkeling door groei en inspanning in diverse domeinen, zoals op het vlak van (meta)cognitieve, psychosociale en affectieve ontwikkeling.
- We verbinden deze begrippen met motivatiepsychologische kaders zoals de zelf‑determinatie‑theorie (ZDT), neuropsychologische inzichten en leerpsychologische processen en meta‑cognitieve strategieën die bij het leren centraal staan en relevant zijn voor leren leren.
- Uiteraard is er ook aandacht voor het werk‑ en leerklimaat in de klas, dat veilig, taakgericht en positief dient te zijn. Klasmanagement – hetgeen sterk gekoppeld is aan de kwaliteit van interacties tussen leerlingen en leerkracht ‑ is daarbij primordiaal.
- Tot slot gaan we actief aan de slag met het thema 'coaching'. Je leert inspirerend leerlingen, ouders en collega’s te coachen aan de hand van de GRROW-gesprekstructuur.
Academische bronnen, zowel conceptueel als empirisch, leveren de basisinformatie in de vorm van een cursustekst, gelinkt aan diverse originele bronnen.
Omdat pedagogiek‑didactiek en vakdidactiek verbonden en complementair zijn, wordt afgesproken dat studenten binnen ‘Leren en ontwikkeling’ de basisinzichten verwerven betreffende:
- het didactisch-pedagogisch referentiekader,
- doelgericht werken met de Taxonomie van Bloom als één kader
- studentgerichtheid in aanpak met aandacht voor activerende werkvormen en coöperatief leren
- Binnenklasdifferentiatie (in voorbereiding op de link naar UDL die aan bod komt in OPO Diversiteit en Innovatie)
- Formatieve en summatieve evaluatie
- Klasmanagement
- Coaching (met de link naar de Ingroeistage en Doorgroeistage)
Verschillende inzichten worden in de ‘vakdidactiek basis’ verder geconcretiseerd, toegepast en ingeoefend in functie van het lesgeven binnen het vak.
Leerresultaten
Van studenten in het OPO ‘Leren en ontwikkeling’ wordt verwacht dat ze:
- inzicht verwerven aangaande bovenstaande inhouden gerelateerd aan de pijler ‘Leren en ontwikkeling’
- actief deze inzichten toepassen in functie van authentieke vragen, problemen of contexten
- kritisch‑reflectief omgaan met wetenschappelijke bronnen (o.a. theoretische kaders, resultaten van onderzoek, opiniërende manuscripten)
- de transfer maken tussen de leeromgeving die ze ervaren en de inhouden die aan bod komen
- geïnspireerd zijn om zelf actief en creatief gebruik te maken van de inzichten, kaders en methodieken en technieken die we zien
- overtuigd zijn van het belang van actieve leerprocessen en gevarieerde leeromgevingen voor de ontwikkeling van de lerende en de leergroep
- coachingsvaardigheden ontwikkelen die ze verder kunnen inzetten en inoefenen in de praktijk verbonden aan stages.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Onderwijsleergesprek ✔
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
Workshop ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 0 % |
|
|
|
Andere: | Facultatieve taken die toeleiden naar de examentaak |
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 70 % |
|
|
|
|
Andere: | Examentaak is een praktijkgerichte opdracht met wetenschappelijke verdieping |
|
|
|
|
|
|
|
Off campus online evaluatie/examen | ✔ |
|
Voor volledige evaluatie/examen | ✔ |
|
Toelichting | De student krijgt de optie om delen van het examen online af te leggen via Google Meet. |
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Een student moet op elk onderdeel een tolereerbaar examenresultaat (8/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Een student die op een (of meerdere) onderdelen een niet-tolereerbaar resultaat behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is. |
|
|
|
Extra info | Voor de onderdelen waarvoor een niet-tolereerbaar cijfer werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Indien het vak hernomen wordt in het volgende academiejaar, neemt de student het volledige vak terug op. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Voor de onderdelen waarvoor een niet-tolereerbaar cijfer werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Indien het vak hernomen wordt in het volgende academiejaar, neemt de student het volledige vak terug op. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
 
|
Opmerkingen |
|
|
|
|
|
| Educatieve master in de wetenschappen en technologie - verkort traject | Na selectie | 162 | 6,0 | | | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| 1.1 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak : de EM kan de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise geïntegreerd inzetten in de klaspraktijk. | - EC
| 1.3 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM actualiseert, verbreedt en verdiept de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise. | - EC
| 2.1 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM creëert een inclusief en positief klasklimaat met het oog op de groei van elke leerling. | - EC
| 2.2 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM stimuleert eigenaarschap van het leerproces en persoonlijke ontwikkeling van leerlingen via een coachende aanpak. | - EC
| 2.3 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM speelt gedifferentieerd en flexibel in op noden en context van elke leerling. | - EC
| 3.1 De educatieve master verbindt onderzoek en praktijk: de EM richt kritisch-reflectief de onderwijspraktijk in op basis van wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek. | - EC
| 4.3 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM werkt samen met lln, collega's, ouders, opvoeders en/of externe partners in functie van het leerproces. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Inhouden
In het opleidingsonderdeel ‘Leren en ontwikkeling’ staan de pedagogisch‑didactische theorie en onderzoek naar leeromgevingen die het leren stimuleren, activeren en faciliteren centraal. Binnen het OPO komen vooral het perspectief van de lerende als individu en het perspectief van de klasgroep aan bod. Daarnaast worden ook ouders als partners in een leerproces belicht.
Het OPO zet authentieke opdrachten in (stage)scholen in om de verbinding tussen theorie en praktijk expliciet te maken.
Verschillende leertheoretische, algemeen‑, pedagogisch‑ en psycho‑didactische thema’s komen aan bod:
- Zo is er aandacht voor de visie op leren en ontwikkeling, met inclusie van een historisch overzicht van de dominante leertheorieën, een filosofische beschouwing van de functies van onderwijs en de verbinding met de maatschappelijke verwachtingen in de 21ste eeuw.
- Studentgerichtheid in leren en lesgeven staat daarbij centraal, met introductie van concepten en praktijken als activerend leren, ‘constructive alignment’, brede evaluatie… daarbij is er aandacht voor elke lerende in de leergroep.
- Binnenklasdifferentiatie is daarbij een grondhouding, evenals een pedagogisch‑didactische aanpak. Verschillende leeractiviteiten, werkvormen en media (bv. digitale tools) kunnen daarbij ingezet worden.
- We conceptualiseren leren als een proces van ontwikkeling door groei en inspanning in diverse domeinen, zoals op het vlak van (meta)cognitieve, psychosociale en affectieve ontwikkeling.
- We verbinden deze begrippen met motivatiepsychologische kaders zoals de zelf‑determinatie‑theorie (ZDT), neuropsychologische inzichten en leerpsychologische processen en meta‑cognitieve strategieën die bij het leren centraal staan en relevant zijn voor leren leren.
- Uiteraard is er ook aandacht voor het werk‑ en leerklimaat in de klas, dat veilig, taakgericht en positief dient te zijn. Klasmanagement – hetgeen sterk gekoppeld is aan de kwaliteit van interacties tussen leerlingen en leerkracht ‑ is daarbij primordiaal.
- Tot slot gaan we actief aan de slag met het thema 'coaching'. Je leert inspirerend leerlingen, ouders en collega’s te coachen aan de hand van de GRROW-gesprekstructuur.
Academische bronnen, zowel conceptueel als empirisch, leveren de basisinformatie in de vorm van een cursustekst, gelinkt aan diverse originele bronnen.
Omdat pedagogiek‑didactiek en vakdidactiek verbonden en complementair zijn, wordt afgesproken dat studenten binnen ‘Leren en ontwikkeling’ de basisinzichten verwerven betreffende:
- het didactisch-pedagogisch referentiekader,
- doelgericht werken met de Taxonomie van Bloom als één kader
- studentgerichtheid in aanpak met aandacht voor activerende werkvormen en coöperatief leren
- Binnenklasdifferentiatie (in voorbereiding op de link naar UDL die aan bod komt in OPO Diversiteit en Innovatie)
- Formatieve en summatieve evaluatie
- Klasmanagement
- Coaching (met de link naar de Ingroeistage en Doorgroeistage)
Verschillende inzichten worden in de ‘vakdidactiek basis’ verder geconcretiseerd, toegepast en ingeoefend in functie van het lesgeven binnen het vak.
Leerresultaten
Van studenten in het OPO ‘Leren en ontwikkeling’ wordt verwacht dat ze:
- inzicht verwerven aangaande bovenstaande inhouden gerelateerd aan de pijler ‘Leren en ontwikkeling’
- actief deze inzichten toepassen in functie van authentieke vragen, problemen of contexten
- kritisch‑reflectief omgaan met wetenschappelijke bronnen (o.a. theoretische kaders, resultaten van onderzoek, opiniërende manuscripten)
- de transfer maken tussen de leeromgeving die ze ervaren en de inhouden die aan bod komen
- geïnspireerd zijn om zelf actief en creatief gebruik te maken van de inzichten, kaders en methodieken en technieken die we zien
- overtuigd zijn van het belang van actieve leerprocessen en gevarieerde leeromgevingen voor de ontwikkeling van de lerende en de leergroep
- coachingsvaardigheden ontwikkelen die ze verder kunnen inzetten en inoefenen in de praktijk verbonden aan stages.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Onderwijsleergesprek ✔
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
Workshop ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 0 % |
|
|
|
Andere: | Facultatieve taken die toeleiden naar de examentaak |
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 70 % |
|
|
|
|
Andere: | Examentaak is een praktijkgerichte opdracht met wetenschappelijke verdieping |
|
|
|
|
|
|
|
Off campus online evaluatie/examen | ✔ |
|
Voor volledige evaluatie/examen | ✔ |
|
Toelichting | De student krijgt de optie om delen van het examen online af te leggen via Google Meet. |
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Een student moet op elk onderdeel een tolereerbaar examenresultaat (8/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Een student die op een (of meerdere) onderdelen een niet-tolereerbaar resultaat behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is. |
|
|
|
Extra info | Voor de onderdelen waarvoor een niet-tolereerbaar cijfer werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Indien het vak hernomen wordt in het volgende academiejaar, neemt de student het volledige vak terug op. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Voor de onderdelen waarvoor een niet-tolereerbaar cijfer werd behaald, dient er een 2de kans te worden afgelegd. Indien het vak hernomen wordt in het volgende academiejaar, neemt de student het volledige vak terug op. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
 
|
Opmerkingen |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|