Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 1ste bachelorjaar in de informatica | Verplicht | 135 | 5,0 | 135 | 5,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde bachelor informatica kan het oplossen van problemen algoritmisch benaderen en is vertrouwd met diverse programmeerparadigma's, -technieken en -methoden. | | - DC
| De student kan uitleggen wat een algoritme is en een algoritmische aanpak definiëren voor het oplossen van een probleem. | | - DC
| De student kan algoritmen implementeren in een programma. | | - DC
| De student begrijpt de principes van computationeel denken en kan deze toepassen bij het programmeren. | | - DC
| De student begrijpt het belang van precieze syntaxis en semantiek van programmeertalen en kent het onderscheid tussen beide. | | - DC
| De student kent de principes van diverse programmeerparadigma''s (zoals imperatief, object-georiënteerd en functioneel programmeren) en kan deze toepassen. | - EC
| De afgestudeerde bachelor informatica hecht belang aan de technische kwaliteit van het geleverde eindproduct, werkt nauwgezet en systematisch en kan de hieraan verbonden specificaties correct naar software vertalen. | | - DC
| De student kan nauwgezet werken aan opdrachten en projecten. | | - DC
| De student kan fouten opsporen, analyseren en corrigeren, en de correctie valideren. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Inhoud: Een programma is een recept voor een probleemstelling dat tevens kan uitgevoerd worden door een computer. Programmeren combineert dan ook twee verschillende vaardigheden: (1) het bedenken van het algoritme (het recept); en, (2) het uitvoerbaar maken van dit algoritme aan de hand van een programmeertaal. Deze cursus leert je problemen op te lossen met behulp van een computer door het aanleren van programmeervaardigheden en computationeel denken. We maken gebruik van de programmeertaal Python. Hoewel deze taal zeer omvangrijk is, beperken we ons tot de belangrijkste programmeerconcepten die tevens gemeenschappelijk zijn aan de meeste programmeertalen: instructies, data types, variabelen, operatoren, controle- en herhalingsstructuren, en functies. Met betrekking tot computationeel denken, behandelen we abstractie, generalisatie, reductie, decompositie, en testing. Een belangrijk deel van de cursus is gewijd aan het denkproces dat voorafgaat aan het bedenken van algoritmen.
Sleutelwoorden: algoritmen, computationeel denken, programmeervaardigheden
Python Doelstellingen
- De student kan imperatief programmeren met behulp van de programmeertaal Python. In het bijzonder kan hij/zij gebruik maken van primitieve types, strings, lijsten, van herhalings- en voorwaardelijke opdrachten, en van procedures en functies.
- De student begrijpt het belang van precieze syntaxis en semantiek bij het programmeren. Hij/zij kent het onderscheid tussen beide.
- De student kan redeneren over programma's en kan programma's debuggen.
- De student weet wat algoritmen zijn, kan deze zelf opstellen (voor eenvoudige problemen), en kan hier over redeneren.
- De student is vertrouwd met de principes van computationeel denken en kan deze toepassen.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Zelfstudieopdracht (ZSO) ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 5,00
Evaluatievorm | |
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 20 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Geen |
|
|
|
|
|
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Voor het cijfer van de taken wordt een vervangende opdracht voorzien die voor het examen moet worden ingeleverd. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Studieleidraad en online cursus wordt ter beschikking gesteld via blackboard. |
|
|
|
|
|
| Educatieve master in de wetenschappen en technologie - keuze voor vakdidactiek engineering & technology | Keuze | 135 | 5,0 | 135 | 5,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
Educatieve master in de wetenschappen en technologie - keuze voor vakdidactiek informatica | Keuze | 135 | 5,0 | 135 | 5,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| WET 1. De educatieve master heeft gevorderde kennis van en inzicht in de domeindisciplines relevant voor zijn specifieke vakdidactiek(en). |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Inhoud: Een programma is een recept voor een probleemstelling dat tevens kan uitgevoerd worden door een computer. Programmeren combineert dan ook twee verschillende vaardigheden: (1) het bedenken van het algoritme (het recept); en, (2) het uitvoerbaar maken van dit algoritme aan de hand van een programmeertaal. Deze cursus leert je problemen op te lossen met behulp van een computer door het aanleren van programmeervaardigheden en computationeel denken. We maken gebruik van de programmeertaal Python. Hoewel deze taal zeer omvangrijk is, beperken we ons tot de belangrijkste programmeerconcepten die tevens gemeenschappelijk zijn aan de meeste programmeertalen: instructies, data types, variabelen, operatoren, controle- en herhalingsstructuren, en functies. Met betrekking tot computationeel denken, behandelen we abstractie, generalisatie, reductie, decompositie, en testing. Een belangrijk deel van de cursus is gewijd aan het denkproces dat voorafgaat aan het bedenken van algoritmen.
Sleutelwoorden: algoritmen, computationeel denken, programmeervaardigheden
Python Doelstellingen
- De student kan imperatief programmeren met behulp van de programmeertaal Python. In het bijzonder kan hij/zij gebruik maken van primitieve types, strings, lijsten, van herhalings- en voorwaardelijke opdrachten, en van procedures en functies.
- De student begrijpt het belang van precieze syntaxis en semantiek bij het programmeren. Hij/zij kent het onderscheid tussen beide.
- De student kan redeneren over programma's en kan programma's debuggen.
- De student weet wat algoritmen zijn, kan deze zelf opstellen (voor eenvoudige problemen), en kan hier over redeneren.
- De student is vertrouwd met de principes van computationeel denken en kan deze toepassen.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Zelfstudieopdracht (ZSO) ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 5,00
Evaluatievorm | |
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 20 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Geen |
|
|
|
|
|
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Voor het cijfer van de taken wordt een vervangende opdracht voorzien die voor het examen moet worden ingeleverd. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Studieleidraad en online cursus wordt ter beschikking gesteld via blackboard. |
|
|
|
|
|
| 3de bachelorjaar in de fysica | Overgangscurriculum | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC 8: De bachelor Fysica kan zelfstandig en zelfsturend basiskennis verwerven in nieuwe domeinen. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Inhoud: Een programma is een recept voor een probleemstelling dat tevens kan uitgevoerd worden door een computer. Programmeren combineert dan ook twee verschillende vaardigheden: (1) het bedenken van het algoritme (het recept); en, (2) het uitvoerbaar maken van dit algoritme aan de hand van een programmeertaal. Deze cursus leert je problemen op te lossen met behulp van een computer door het aanleren van programmeervaardigheden en computationeel denken. We maken gebruik van de programmeertaal Python. Hoewel deze taal zeer omvangrijk is, beperken we ons tot de belangrijkste programmeerconcepten die tevens gemeenschappelijk zijn aan de meeste programmeertalen: instructies, data types, variabelen, operatoren, controle- en herhalingsstructuren, en functies. Met betrekking tot computationeel denken, behandelen we abstractie, generalisatie, reductie, decompositie, en testing. Een belangrijk deel van de cursus is gewijd aan het denkproces dat voorafgaat aan het bedenken van algoritmen.
Sleutelwoorden: algoritmen, computationeel denken, programmeervaardigheden
Python Doelstellingen
- De student kan imperatief programmeren met behulp van de programmeertaal Python. In het bijzonder kan hij/zij gebruik maken van primitieve types, strings, lijsten, van herhalings- en voorwaardelijke opdrachten, en van procedures en functies.
- De student begrijpt het belang van precieze syntaxis en semantiek bij het programmeren. Hij/zij kent het onderscheid tussen beide.
- De student kan redeneren over programma's en kan programma's debuggen.
- De student weet wat algoritmen zijn, kan deze zelf opstellen (voor eenvoudige problemen), en kan hier over redeneren.
- De student is vertrouwd met de principes van computationeel denken en kan deze toepassen.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Zelfstudieopdracht (ZSO) ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 20 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Geen |
|
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | 40% van de punten op de taken als op het examen is vereist om te kunnen slagen. |
|
|
|
Gevolg | Niet geslaagd voor het vak |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Voor het cijfer van de taken wordt een vervangende opdracht voorzien die voor het examen moet worden ingeleverd. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Studieleidraad en online cursus wordt ter beschikking gesteld via blackboard. |
|
|
|
|
|
1 examenregeling art.1.3, lid 4. |
2 examenregeling art.4.7, lid 2. |
3 examenregeling art.2.2, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|