Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 2de masterjaar in de informatica | Na selectie | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC 2: De afgestudeerde is in staat om de evolutie in het vakgebied van de informatica (en aanverwante gebieden) bij te houden, om de nieuwe technologieën te evalueren en ze zich eigen te maken. | - EC
| EC 3: De afgestudeerde heeft de nodige kennis en inzichten in minstens 1 subdiscipline die toelaten om een bijdrage te leveren aan het ontwikkelen of toepassen van vernieuwende ideeën in een bepaald gebied van de informatica (door verdieping van basiskennis op bachelor niveau, inclusief deze van wiskundige en andere wetenschappelijke grondslagen). | - EC
| EC 5: De afgestudeerde kan zelfstandig een complex informaticaprobleem modelleren, de nodige abstracties invoeren, de oplossing gestructureerd beschrijven en implementeren, en ten slotte tegenover de stakeholders argumenteren waarom de gekozen oplossing en de bijhorende implementatie voldoen aan de gestelde specificaties. | - EC
| EC 6: De afgestudeerde is in staat om zelfstandig een wetenschappelijk probleem te situeren, te analyseren, te evalueren, een onderzoeksvraag te formuleren en hiervoor op een wetenschappelijk onderbouwde manier een oplossing voor te stellen. | - EC
| EC 7: De afgestudeerde is in staat om informatie kritisch te analyseren en te evalueren, en op een efficiënte manier te verwerken. | - EC
| EC 8: De afgestudeerde is in staat om informatie, ideeën en oplossingen te communiceren naar een publiek bestaande uit collega's informatici maar ook naar niet-specialisten door zich op het juiste abstractieniveau uit te drukken. | - EC
| EC 9: De afgestudeerde is in staat om op heldere wijze zowel mondeling als schriftelijk te rapporteren over haar/zijn werk in een nationale en internationale context. | - EC
| EC 12: De afgestudeerde kan kritisch reflecteren over het eigen handelen, hierover verantwoording afleggen en zichzelf bijsturen waar nodig. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Dit opleidingsonderdeel richt zich tot studenten met een sterke interesse in innovatief werk en onderzoek en die voldoende achtergrond hebben voor het verrichten van wetenschappelijk werk. Binnen de stage werkt de student aan een wetenschappelijke bijdrage binnen een van de onderzoeksgroepen in de vakgroep informatica.
Voorafgaand aan het opnemen van dit opleidingsonderdeel gaat de student zelf op zoek naar een promotor binnen de vakgroep informatica op basis van zijn onderzoeksinteresses. In samenspraak met de promotor werkt de student een onderzoeksvoorstel uit waarbinnen de stage zal kaderen. Het onderzoeksvoorstel wordt samen met een motivatiebrief naar zowel de promotor als de coördinerend verantwoordelijke van de onderzoeksstage gestuurd. Het onderzoeksvoorstel moet detailleren hoe de onderzoeksstage zich onderscheidt van de masterproef van de student. Op basis van het voorstel, de motivatiebrief, eerder behaalde resultaten en eventueel een intake-gesprek zal de student al dan niet de goedkeuring krijgen om het opleidingsonderdeel op te nemen.
Tijdens de onderzoeksstage functioneert de student actief binnen de onderzoeksgroep van de promotor. De student werkt hierbij zelfstandig richting een wetenschappelijke output van hoge kwaliteit. Het eindresultaat omvat zowel de wetenschappelijke output alsook een mondelinge presentatie op academisch niveau.
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 40 % |
|
Andere: | Beoordeling van de onderzoeksvaardigheid en het functioneren in de onderzoeksgroep. |
|
|
|
|
|
|
Ander examen | 40 % |
|
Andere: | Beoordeling van schriftelijke wetenschappelijke output (paper, proposal, prototype, ...) |
|
|
|
|
|
|
Extra info | De verantwoordelijkheid voor de inhoud en de kwaliteit van het geleverde onderzoekswerk ligt bij de student. De promotor en de begeleiders zullen daarover waken, maar hebben enkel een adviserende rol: het effectieve werk wordt door de student geleverd. Ook de verantwoordelijkheid voor de planning en de opvolging ligt bij de student. De uiteindelijke beoordeling van het geheel gebeurt door de promotor in nauw overleg met de begeleiders, assessoren, de andere stafleden en de coördinerend verantwoordelijke. Het onderwerp van de onderzoeksstage is enkel geldig gedurende het academiejaar waarin het aangeboden wordt en zal dus vervallen wanneer de student niet slaagt voor deze stage tijdens datzelfde academiejaar (herexamen inbegrepen). Bij onvoorziene omstandigheden kan de examencommissie hierover een andere beslissing nemen. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
|
|
|
1 examenregeling art.1.3, lid 4. |
2 examenregeling art.4.7, lid 2. |
3 examenregeling art.2.2, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|